Een van de mogelijke complicaties is het per ongeluk aanprikken van een bloedvat. Wanneer de medicatie dan toch ingespoten wordt, kan dit direct in het bloedvat terecht komen. In ernstige gevallen leidt dit mogelijk tot shock of coma.
Samenvatting Op een vaccinatieprikplaats kunnen vroege en latere reacties optreden. Vroege reacties (< 1 uur na vaccinatie) hangen samen met het injecteren (meestal ongeacht de vaccinstof). Er kan pijn optre- den en hierdoor getriggerde reflectoire verschijnselen. Ook kunnen er bloedinkjes voorkomen.
Bij een intramusculaire injectie is er een risico op het ontstaan van een invaliderend spierhematoom en dit wordt daarom beschouwd als een ingreep met een bloedingsrisico waarvoor de cumarinebehandeling kortdurend moet worden onderbroken, danwel het antistollingsniveau moet worden aangepast.
Reacties op de injectieplaats komen vaak voor
Naast roodheid, zwelling, warmte en pijn, kan er ook een blauwe verkleuring en jeuk ontstaan op de injectieplaats na het vaccineren. Door zwaartekracht kan een ontstekingsreactie van de injectieplaats af verplaatsen, bijvoorbeeld bij een blauwverkleuring of een zwelling.
Rustig, niet te snel injecteren. Tijdens het terugtrekken van de zuiger wordt bloed opgetrokken. Trek de naald eruit en druk de injectieplaats af met een gaasje. Neem een nieuwe spuit en naald en begin opnieuw.
Een zere arm, een rode vlek, of een zwelling op de plaats van de vaccinatie zijn voorbeelden van bekende bijwerkingen die kunnen optreden na vaccinatie. Weinig voorkomend is een abces na sommige vaccinaties.
Complicaties/Bijwerkingen
Ontstekingen op de plaats van injectie. Allergische reactie op het toegediende medicijn. Weefselbeschadiging bij patiënten die vaak geïnjecteerd worden.
- Aanprikken van de grote beenzenuw bij injecteren in de bil aan de rugzijde. Dit kan leiden tot gevoelloosheid en/of uitvalsverschijnselen. Juiste plaatsbepaling is zeer belangrijk.
De aanwezige luchtbel in de injectiespuit niet verwijderen; deze zorgt ervoor dat alle vloeistof wordt geïnjecteerd. Na volledige injectie zal deze luchtbel de ruimte in de naald opvullen zodat alle werkzame stof toegediend wordt. De lucht die in de spuit aanwezig is, kan geen schade aanbrengen.
In het algemeen geldt: hoe dieper de diepte van de injectie, hoe langer de naald. Voor intramusculaire injecties zijn langere naaldlengtes nodig. Naaldlengtes voor intramusculaire injecties zijn meestal 7/8 tot 1-1 / 2 inch. Bij subcutane injecties is een naald van 1/2 tot 5/8 inch nodig.
Spuit niet steeds op dezelfde plaats. Dit stimuleert de vorming van onderhuids littekenweefsel. Daardoor wordt de insuline trager en slechter opgenomen. Houd de naald zo stil mogelijk om blauwe plekken te voorkomen.
Bij een onkundige injectietechniek kan de injectievloeistof te diep of juist niet diep genoeg geïnjecteerd worden. Dat kan leiden tot weefselschade of onbedoelde subcutane of intramusculaire injecties.
Intramusculaire injectie
Veel geneesmiddelen en de meeste vaccins kunnen goed intramusculair worden toegediend. Omdat spierweefsel goed doorbloed is, wordt het middel als het oplosbaar is meestal snel opgenomen, maar minder snel dan bij intraveneuze toediening.
Voor een intramusculaire injectie worden bij voorkeur naalden van een lengte van 25 mm (1 inch) gebruikt. Onderzoek laat zien dat bij gebruik van kortere naalden de injectie vaak niet intramusculair terecht komt. Voor subcutane injecties zijn naalden met een lengte van 16 mm (5/8-inch) het meest geschikt.
#9: Masseer de huid niet na de injectie
Er zijn aanwijzingen dat masseren van de huid na de injectie de opname van de insuline kan beïnvloeden. Daarom wordt dit afgeraden.
Voor een intramusculaire injectie geldt dat er maximaal vijftien millimeter vloeistof mag worden ingespoten. Bovendien moet rekening worden gehouden met de algemene lichamelijke toestand van de zorgvrager.
Een prik in de bil met corticosteroïden werkt goed tegen de pijn bij heupartrose. Dat is fijn voor de patiënt én goedkoper. Tot die conclusie komt orthopeed in opleiding Desirée Dorleijn.
De spuit kan soepel heen en weer bewogen worden. De loodrechttechniek wordt het vaakst toegepast en heeft de voorkeur, omdat deze techniek eenvoudig is. In de protocollen wordt hiervan afgeweken wanneer de fabrikant een andere techniek adviseert in de bijsluiter van de toe te dienen medicatie.
De buik is een goede plek om te spuiten. Als er in de buik wordt gespoten, is het verstandig om dit in een huidplooi te doen. Rond de navel moet niet worden gespoten omdat in dit gebied vrij veel zenuwen en bloedvaten lopen, waardoor het injecteren pijnlijker kan zijn. Houd altijd 3 vingers afstand rond de navel.
BIG-geregistreerde physician assistants, tandartsen, verloskundigen, klinisch technologen, geregistreerd-mondhygiënisten en verpleegkundig specialisten Algemene Gezondheidszorg (AGZ) zijn ook 'zelfstandig bevoegd' voor het toedienen van een injectie.
- Deponeer de spuit in een naaldencontainer, gooi deze niet bij het andere afval om te voorkomen dat een ander zich hier aan prikt. Let op: na het injecteren niet over de injectie plaats wrijven, dit kan blauwe plekken veroorzaken en/of verergeren!
Check of de vijf basisregels kloppen: juiste cliënt, juiste tijdstip, juiste medicijn, juiste tijdstip, juiste manier van toedienen en juiste dosis; Voorkom als zorgverlener direct huidcontact met het medicijn.
In het bloed is een kleine hoeveelheid transporteiwit aanwezig die ervoor zorgt dat B12 opgenomen wordt in behoeftige lichaamscellen. Subcutaan injecteren is een injectietechniek waarbij de vitamine B12 in onderhuids weefsel in de bloedbaan wordt gespoten. Een geschikte plek hiervoor in bijvoorbeeld de buik.
Plaats van injecteren kan zijn: de bil, bovenste buitenste bilkwadrant; het been, middelste derde gedeelte van het bovenbeen aan de buitenzijde; de arm, bovenste derde gedeelte van de bovenarm aan de buitenzijde.