Sommige baby's zijn al op jonge leeftijd erg onrustig. Dit kan allerlei oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld komen door lichamelijke ongemakken, zoals darmkrampen, reflux of een vastzittend boertje. De meest voorkomende oorzaak is een onregelmatig slaap- en drinkpatroon.
Tussen de 3 en 6 maanden ontwikkelen baby's hun eigen slaapritme en ze gaan dieper slapen. Hierdoor worden ze minder snel wakker en kunnen ze ineens doorslapen, ook 's nachts. Vanaf deze leeftijd kan het zijn dat je baby 'te veel slaapt' of beter gezegd: meer slaapt dan gemiddeld.
Als je baby'tje steeds maar weinig of heel kort slaapt komt dat waarschijnlijk omdat hij de slaapcyclus niet goed doorloopt en in zijn 'actieve slaapfase' steeds wakker wordt. Daardoor komt hij niet in de 'stille slaapfase' en slaapt te kort en komt niet aan goed uitrusten toe.
Oververmoeidheid herkennen
Wrijft je baby veel in de ogen? Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is. Veel oververmoeide baby's komen lastig in slaap.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Heeft je baby moeite met zelfstandig in slaap vallen? Dat kan te maken hebben met afhankelijke slaapassociatie. Dit betekent dat je kindjjou nodig heeft om in slaap te vallen, bijvoorbeeld door hem te voeden of wiegen. Als dit bij jouw baby het geval is, kan hij niet zonder jouw hulp verder slapen.
Pasgeboren baby's slapen gemiddeld 14-18 uur per 24 uur. 's Nachts slaapt een baby meestal 2,5 tot 4 uur achter elkaar. Vanaf 10 tot 12 weken begint er een dag- en nachtpatroon te ontstaan. Na ongeveer 6 maanden slaapt een baby overdag 2 of 3 keer.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Slaap bij baby's (0-6 maanden)
Tijdens de eerste zes maanden duurt een slaapcyclus zo'n 50 tot 60 minuten. Eerst hebben baby's de actieve slaap, dit is het equivalent van de REM slaap bij volwassenen. In deze slaapfase kunnen baby's bewegen, lachen of zelfs geluidjes maken en ademen zij snel en onregelmatig.
U als ouders kan ongerust zijn over de onrust van uw baby en over de medische problematiek. Baby's voelen deze onrust vaak feilloos aan en reageren hier ook weer op. Uw baby kan hierdoor overprikkeld raken. Om weer rustig te worden moet hij of zij zichzelf kunnen troosten.
Die hunkering naar aanraking heet bij baby's tot ongeveer zeven weken huidhonger. Vandaar dat heel wat baby's vlak na de geboorte op je blote huid worden gelegd. Ze genieten heel erg van knuffelen.
Alle baby's kunnen een slaapregressie krijgen: baby's die altijd al wat moeilijker slapen, maar ook baby's die voorheen altijd heel goed sliepen. Zo'n slaapregressie kan twee tot zes weken duren. Hoewel iedere baby slaapregressies doormaakt, heeft de ene baby er meer last van dan de andere.
Elke baby heeft een enorme behoefte aan huidcontact. In de armen van de ouder komt een kindje tot rust. Het is dus belangrijk om te troosten en te knuffelen. Een slaapassociatie komt er ook pas wanneer je de dingen altijd op een bepaalde manier doet.
Oorzaak onrustige baby
Vaak heeft het te maken met een onregelmatig slaap- en drinkpatroon, waardoor je kind oververmoeid of overprikkeld raakt, maar er kan ook meer aan de hand zijn. Dit zijn de meest voorkomende oorzaken van een onrustige, veel huilende baby: Reflux. Darmkrampjes.
Een osteopaat onderzoekt en behandelt met de handen de vastzittende of gespannen weefsels en maakt het lichaam zo weer soepel en beweeglijk. Daarnaast zal een osteopaat specifieke adviezen geven voor thuis over houding, beweging, omgang en voeding.
Sommige baby's blijven hun hoofd telkens naar één kant draaien of houden hun hoofd stil in het midden. Dit wordt een voorkeurshouding genoemd. Daardoor kan het achterhoofd aan de kant waarop hij altijd ligt platter worden. Vaak gaat dit geleidelijk weer over.
Eerst helpen ze de baby in slaap d.m.v. wiegen en geluidjes en geleidelijk gaan ze proberen dit wiegen af te bouwen en de baby eerder in zijn bedje te leggen. Een pasgeboren baby heeft nog veel ondersteuning van zijn ouders nodig, bij het verzorgen, bij de voedingen, als hij pijn heeft of overstuur is.
Door zijn handjes en later voorwerpen in zijn mond te stoppen, tast je baby die voorwerpen af. Hij voelt of ze hard of zacht zijn en welke vorm ze hebben. Je baby is nieuwsgierig en ontdekt op deze manier de wereld om hem heen. Hierbij geeft zijn mond hem de meeste informatie.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.