Kikkers kruipen voor de winterslaap weg in een kuiltje of verlaten holletje van een ander dier of op de bodem van vijvers of sloten. Ze moeten ervoor zorgen dat het een vochtige plek is, anders drogen ze uit. Ze verstijven tijdens hun winterslaap, doordat de beestjes koudbloedig zijn.
De meeste soorten overwinteren op vorstvrije plekken op het land. Sommige soorten, of een deel daarvan, overwinteren in de bodem van wateren. Overwinteren in het water is onder andere bekend van de bruine kikker (Rana temporaria), meerkikker (Pelophylax ridibundus) en van de watersalamanders.
Ja, kikkers houden een winterslaap, zegt een woordvoerder van RAVON. "Ze kruipen ergens onder of in, sommigen overwinteren in een modderpoel of zoeken iets warmer water op. Kikkers kunnen best oud worden. "Soms wel zeven of acht jaar.
Kikker zijn koudbloedig en voor hun lichaamstemperatuur afhankelijk van de temperatuur van hun omgeving. Hoe kouder het is, hoe trager kikkers zijn. Dat betekent dat ze in het najaar alleen nog maar jagen als het middagzonnetje schijnt. Wordt het echt te koud, dan zoeken ze een schuilplaats om de winter te overbruggen.
De grootste oorzaken zijn het verlies van de natuurlijke habitat, de klimaatsverandering en ziektes. Maar nieuw onderzoek toont dat pesticiden en andere chemicaliën een belangrijke rol spelen bij de sterfte onder deze dieren.
Ze groeien echter snel; al in de eerste herfst na de metamorfose zijn ze al 3 tot 3,5 centimeter, het volgende jaar al 5 cm. De bruine kikker bereikt in de natuur een leeftijd van ongeveer 6 tot 8 jaar maar er zijn exemplaren beschreven van meer dan 10 jaar oud.
De bruine kikker eet voornamelijk ongewervelden als insecten (kevers, sprinkhanen, spinnen, mieren), wormen, duizendpoten en (naakt)slakken. Af en toe eet hij ook kleine gewervelde dieren zoals muizen en kleinere kikkers.
De groene kikkers kwaken nooit het hele jaar. Maar ze kwaken wel vaak in periodes, waarin wij ook graag 's avonds buiten zitten en met de ramen open slapen. Daarbij kan het geluid door de weerkaatsing tussen de bebouwing erg hard klinken.
Kikkers, salamanders en padden zijn amfibieën en dus regenliefhebbers bij uitstek. Ze leven zowel in het water als op het land, mede dankzij hun dunne huid die water en zuurstof doorlaat. Maar hun tere vel droogt ook snel uit. Vandaar dat ze het liefst in de regen tevoorschijn komen, zodat wij ze kunnen bekijken.
Leg enkele stapeltjes aan met stenen en hout. Je kan keien gebruiken maar een losse stapel bakstenen of dakpannen is even goed. Een oude knoestige boomstronk is ideaal. Tussen de schors en bast vinden de amfibieën niet alleen beschutting tegen de kou en predatoren maar ook voedsel zoals wormpjes en insecten.
Kikkers staan op het menu van reigers, ooievaars, buizerds, zwarte kraaien, ratten, egels, bunzings, hermelijnen, vossen en snoeken. Gelukkig hebben de meeste kikkers een goede camouflage-kleur.
Geen zorgen, kikkerurine is niet gevaarlijk – tenzij je met een giftige soort te maken hebt. Een twintigtal seconden je handen wassen met zeep is wel aan te raden, omdat er bacteriën in de urine zitten die via kleine wondjes in je bloedsomloop kunnen terechtkomen. Een kikker oppakken doe je dus maar beter niet.
Plus … je mag kikkers eigenlijk niet meer dan een kilometer verplaatsen van waar je ze gevonden hebt. Dus als je de eieren, kikkervisjes, of zelfs volwassen kikkers verplaatst, is het onwaarschijnlijk dat ze hun weg terugvinden. Ze zouden ook kunnen uitsterven door de plotselinge verandering in hun omgeving.
Kikkers vermijden zonlicht en trekken zich overdag terug.
Wanneer ze kopje onder gaan gebruiken ze niet hun longen maar wel hun huid om te ademen. Hun zeer dunne vel is zo goed doorbloed dat het zuurstof rechtstreeks uit het water kan opnemen. Op die manier kan een kikker, die zich tijdens de wintermaanden ingraaft in de modder, maandenlang overleven zonder te stikken.
ze kwaken om een vrouwtje te lokken voor de paring. Daarom hoor je het gekwaak vooral tussen mei en augustus: dan is het paarseizoen. Het geluid maakt de groene kikker met zijn kwaakblazen: de 'ballonnetjes' die tevoorschijn komen aan de zijkant van zijn kop.
De kikkers die je hoort zijn mannetjes. Die kwaken om vrouwtjes te laten weten waar ze moeten zijn!
De mannetjes van kikkers en padden kwaken in het voorjaar om vrouwtjes te lokken. De meeste soorten versterken het geluid met behulp van kwaakblazen.
Kikker en padden schuilen graag in een beschutte schuilplaats. Dat kan zijn een hoop stenen, takken of boomstammen. En let maar eens goed op als je los gestapelde stenen opruimt. Grote kans dat je er de kleine watersalamander in tegenkomt.
Overigens, de kikkers bijten niet, het gif zit in de huid en komt vrij bij overmatige stress en is slechts dan gevaarlijk indien het in de bloedbaan van een aanvaller komt.
Amfibieën, zoals kikkers en salamanders, hebben een voorkeur voor een omgeving die lijkt op hun natuurlijke leefomgeving. Dit betekent dat het water voldoende diepte moet hebben en er voldoende schuilplekken zijn, zoals waterplanten, drijfplanten en oeverbeplanting.
Kikkers zijn dan weer geen hoogvliegers: zij hebben weinig hersenen voor hun gewicht. Naast deze massaverhouding spelen ook andere factoren mee om intelligentie te bepalen, waaronder geheugen, ruimtelijke oriëntatie en gebruik van werktuigen.
Kikkervisjes eten algen uit het water waardoor het helderder blijft. Als er geen kikkers waren zouden er veel meer muggen zijn, denk hierbij vooral aan de malariamug. Omdat kikkers water direkt via hun huid opnemen zijn ze erg gevoelig voor verontreinigd water en kunnen ze als graadmeter voor het milieu dienen.
Water en land
Maar je ziet kikkers ook weleens door de tuin springen. Kikkers kunnen in het water leven, maar ook op het land. Het zijn amfibieën. Zo noem je dieren die water en land allebei nodig hebben om te kunnen leven.