Het best en het beste zijn allebei correct in zinnen waarin het best(e) een afzonderlijk zinsdeel is. Best(e) is dan geen bepaling bij een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord, zoals in het beste boek en het best toegankelijke museum. Het best komt meer voor in geschreven taal, het beste in gesproken taal.
Antwoord. Beide vormen van het bijvoeglijk naamwoord zijn goed, maar in gesproken taal wordt meer de verbogen vorm (het beste) gebruikt en in geschreven taal meer de onverbogen vorm (het best).
De beste is correct als u de zin na beste kunt aanvullen met een enkelvoudig de-woord of een meervoudig woord. Het beste is correct als u de zin na beste kunt aanvullen met een enkelvoudig het-woord of het beste kunt verkorten tot het best.
Het best(e) geeft in de standaardtaal aan dat iets de voorkeur verdient, verkieslijk of aan te raden is. In de functie van bijwoordelijke bepaling wordt het best(e) in Nederland dan gecombineerd met het hulpwerkwoord kunnen, zoals in (6a) en (7a). (4) Het is het best(e) om met de tram te komen.
Als alle naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we allen. Alle is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en alle ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Als het over twee personen gaat, schrijven we beiden. In alle andere gevallen blijft de n achterwege. Dat is het geval als het gaat om twee dingen, maar ook als er sprake is van een persoon en een ding.
Als vele naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we velen. Vele is zelfstandig gebruikt als er niet meteen een zelfstandig naamwoord op volgt en vele ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Het best en het beste zijn allebei correct in zinnen waarin het best(e) een afzonderlijk zinsdeel is. Best(e) is dan geen bepaling bij een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord, zoals in het beste boek en het best toegankelijke museum. Het best komt meer voor in geschreven taal, het beste in gesproken taal.
Bijvoeglijk naamwoord
Hij is een beste vent. Al mijn vrienden zijn beste mensen.
Twijfel je nog welke woorden “de” krijgen en welke “het”? Dan kun je denken aan “de man”, “de vrouw” en “het onzijdige woord”. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen namelijk “de” en onzijdige woorden combineer je met “het”.
Is het de of het lied
In de Nederlandse taal gebruiken wij het lied.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het motto.
Omdat we hier met een het-woord (netwerk) te maken hebben, en er geen lidwoord voor het bijvoeglijk naamwoord staat, is je best netwerk de beste keuze. In Nederland komt die vorm ook inderdaad het meest voor, maar in België is Beste netwerk gewoner.
Wederkerende voornaamwoorden zijn woorden zoals 'me' en 'zich' in zinnen als 'Ik was me' en 'hij verkleedt zich'. Deze woorden verwijzen naar het onderwerp in de zin; het onderwerp 'keert weder'. Voorbeelden: Zich.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
Toch zijn de principes in een paar woorden verteld: je gebruikt 'goed' als het een zelfstandig zinsdeel is ('Dit is heel goed' of 'Goed gedaan!') en 'goede' als het bijvoeglijk gebruikt is ('het goede antwoord').
goed, mij best, oké
Het vragend voornaamwoord welk krijgt de vorm welke als het bij een de-woord of een meervoudig woord staat. Bij een enkelvoudig het-woord is welk de correcte vorm.
hoe … en hoe … des te … komt altijd een bijvoeglijk naamwoord, een bijwoord of een telwoord in de vergrotende trap: hoe vaker, hoe beter; hoe meer bezoekers, hoe goedkoper de kaartjes; hoe vaker u deze oefeningen doet, des te sneller bent u weer beter; hoe sneller je rijdt, hoe hoger de boete zal zijn.
De eerste de beste heeft als geheel de figuurlijke betekenis 'een willekeurige'. De woorden betekenen niet letterlijk dat de eerste de beste is. (1) Ze hadden de professor uitgenodigd; niet de eerste de beste dus! (2) Het maakt ons niet uit: koop gewoon de eerste de beste die je tegenkomt.
Als enige naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we enigen. Enige is zelfstandig gebruikt als er niet meteen een zelfstandig naamwoord op volgt en enige ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Enkele of enkelen
Verwijst het woord 'enkele(n)' naar personen en wordt het woord zelfstandig gebruikt in een zin? Dan is het 'enkelen'. Wanneer er een zelfstandig naamwoord achter staat of je kind deze erachter kan bedenken, schrijft hij 'enkele'. Enkele: zelfstandig gebruikt en slaat niet op personen.