Nee, ik bedoel gewoon de vogels die in de tuin thuis zijn: mezen, mussen en merels. Vogels die redelijk tam kunnen worden, zodat ze makkelijk te observeren zijn. Dan valt het op dat er echte persoonlijkheden onder zitten.
Sommige vogels zijn niet tam te krijgen: merels, mussen enz kan je wel grootbrengen, maar naarmate ze zelf gaan eten worden ze ook schuwer. Andere vogels zoals bijvoorbeeld kraaiachtigen, zijn wel tam te maken als je ze van jongs af aan grootbrengt.
Merels zijn gek op wormen en die vinden ze in uw gazon. In een echte mereltuin mag een klein grasveldje daarom niet ontbreken. Al zaait u maar een paar vierkante meter graszaad in, dan zijn ze al blij en is het territorium naar hun gevoel compleet.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix. Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
2/ Slimme gauwdief
Al luisterend en kijkend voedsel zoeken, kost tijd en concentratie. Om aan een snelle hap te geraken, hebben merels een aantal slimme trucjes bedacht. Ze trippelen hevig in het gras waardoor de wormen de trillingen voelen. Deze denken dat er een mol aankomt of dat het regent.
Merelmannen brengen een prachtig, melancholiek repertoire ten gehore, vaak doorspekt met imitaties. Wie goed oplet kan de verschillende merels in buurt of wijk individueel leren herkennen aan enkele regelmatig terugkerende favoriete motiefjes. Ook de vogels zelf herkennen hun buur(t)mannen aan de zang.
Tot de natuurlijke vijanden van de merel behoren de kraai en de kauw die de eieren en de jongen verorberen. Eksters en gaaien hebben het op de jongen gemunt. De bosuil valt zowel de jongen als het vrouwtje aan. Andere vijanden zijn nog de katten die onze tuinen rondzwerven, eekhoorns en de sperwer.
Veel vogels verstoppen zich daarom 's nachts. Merels kruipen weg in de struiken, spechten zoeken holletjes op en ransuilen (nachtvogels) rusten met hun schutkleuren op een boomtak.
Communicatie. Merels maken elkaar duidelijk hoe ze zich voelen. Ze maken zachte neuriënde geluiden naar elkaar of de schelle alarm roep wanneer er gevaar dreigt. Met de mooie zang van het mannetje, maakt hij duidelijk dit is mijn gebied.
Merels zijn luidruchtig. Als er een kat in de buurt is, waarschuwen ze langdurig met hun luide alarmroep andere dieren.
De meeste jonge vogels vallen helaas ten prooi aan katten, en kraaien en eksters eten zowel de eieren als de kuikens. Gemiddeld wordt een merel twee tot drie jaar oud, maar geluksvogels kunnen wel tien jaar of ouder worden.
Merels zijn dol op fruit. Vooral in het najaar en de winter gaan ze op zoek naar bessen en (afgevallen) fruit. Merels zoeken hun voedsel vaak op de grond, op een kort gemaaid gazon of tussen afgevallen bladeren. Gooi wat gedeukte appels of peren op een open plek in je tuin, in de buurt van struiken of een haag.
De zanglijster heeft een meer herhalende en driftige zang en de grote lijster zingt luid en bellend. Het merelmannetje zingt het meest als zijn vrouwtje op de eieren zit. Tevens is een fluisterzang bekend, vooral buiten de broedperiode.
De meeste siervogels zijn in zekere mate tam te maken. De makkelijkste vogels zijn de kromsnavels, zoals valkparkietjes, agapornissen en forpussen. Maar ook zebravinkjes, die van nature groepsvogels zijn en niet gericht op mensen, maak je met veel geduld tam(mer).
Doe de kooi van je vogel open en steek je hand rustig in de kooi. Je kan hem eventueel lokken met iets lekkers. Om de vogel op je vinger te laten springen, breng je je vinger rustig voor zijn pootjes. Je kan hem aanmoedigen om op je vinger te springen door zachtjes met je vinger tegen zijn borst te tikken.
Meestal duurt het maar één tot enkele weken om een jonge vogel tam te maken. Een oudere vogel kan nog net zo tam worden, maar vaak is hier wat meer geduld voor nodig.
De ogen van vogels lijken op die van mensen. Met de staafjes in het netvlies zien vogels licht en donker. Kegeltjes zorgen ervoor dat vogels kleuren waarnemen en een scherp beeld hebben. Daarnaast zien vogels, in tegenstelling tot mensen, ook ultraviolet licht en beleven de wereld daardoor toch heel anders dan wij.
De merel is eigenlijk een bosvogel. In Nederland komt de merel ook voor in parken en tuinen. Merels zoeken hun voedsel vooral met hun ogen en oren. Ze kunnen niet goed ruiken.
Ja, dat is echt de alarmroep. Meestal veroorzaakt door mensen die hun katten in het voorjaar 's nachts buiten laten rondlopen. Zo'n beest (de merel, natuurlijk) kan er niks aan doen, het is zijn instinct.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Eten gaat voor slapen
Wadvogels, die schelp- en andere diertjes zoeken op de wadplaten, slapen als het hoogwater is en de platen onderlopen. Zodra het laagwater is worden ze weer wakker, dag of nacht.
Na 3 weken vliegt een jonge merel uit
In Noord-Holland broeden tussen de 60.000 en 120.000 paren. In de lente kiezen de mannetjes een hoge plek en proberen vanaf daar al zingend het territorium af te bakenen. Het merelpaar bouwt een nest in een dichte struik.
De merel komt van nature voor in heel Europa en grote delen van Azië IJsland is het enige Europese land waar ze zeldzaam zijn. De merel is ook uitgezet in Australië en Nieuw-Zeeland, daar wordt hij inmiddels gezien als een plaag.
Niet alleen de jongen van vogels hebben een eigen naam, ook vrouwtjes en mannetjes hebben eigen benamingen: Baby vogel: Kuiken. Mannetjes vogels: Man. Vrouwtjes vogels: Pop.
Dit doen ze om aan te geven wat hun territorium is. In steden en dorpen is veel meer licht, in dit geval kunstlicht, en dus gaan de vogels daar ook langer in de avond door met zingen dan in het buitengebied.