De verleden tijd van verzenden is 'verzond'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verzonden'.
Een brief of pakketje kan zowel gestuurd, verstuurd, opgestuurd als toegestuurd worden. Maar een persoon kan alleen gestuurd worden, en dat gebeurt dan naar iets of iemand (en niet aan). De herrieschopper baalde dat ze naar de rector werd gestuurd. Zijn ouders stuurden hem naar Nederland om te studeren.
Wat is de verleden tijd van versturen? De verleden tijd van versturen is 'verstuurde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verstuurd'.
Dit betekent dat we je pakket hebben aangeboden bij de bezorger, meestal DHL.
Eén vinkje: het bericht dat jij hebt getypt is verzonden naar de ontvanger, maar is nog niet bij de ontvanger aangekomen. De ontvanger heeft bijvoorbeeld op dit moment geen internetverbinding, of heeft de telefoon uit. Maar geen zorgen: jouw bericht wordt vanzelf, zodra de ontvanger weer verbinding heeft, afgeleverd.
Het correct gespelde voltooid deelwoord van e-mailen is ge-e-maild. De stam van e-mailen is e-mail. Na de losse letter e komt er een koppelteken in de samenstelling: e-mail. Om het voltooid deelwoord te vormen, voegen we vooraan eerst het voorvoegsel ge- toe.
Werkwoord "wandelen" - Nederlandse werkwoorden - bab.la werkwoordenvervoeger.
Dat is bijvoorbeeld bij wandelen het geval: wandelen – wandelde – gewandeld (stam = wandel, eindigt op –l).
Zowel sturen aan als sturen naar is correct. Als de geadresseerde een persoon of instantie is, zijn beide voorzetsels mogelijk. Ze stuurt zo graag briefjes aan / naar haar pennenvriendje.
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.
Voltooide deelwoorden maken deel uit van samengestelde werkwoordstijden. De voltooide tijd wordt gevormd door de persoonsvorm van het hulpwerkwoord hebben of zijn en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. We hebben tot vijf uur gewacht.
Een handig ezelsbruggetje dat je kunt gebruiken: woorden die eindigen op een d, zoals worden en vinden, kun je vervangen door lopen en dan hoor je of er een t achter moet.
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
Als de laatste letter van de stam van het werkwoord een medeklinker is en in 't kofschip zit, krijgt het voltooid deelwoord een t als uitgang. Zit de laatste letter van de stam niet in 't kofschip of is dit een klinker, dan krijgt het voltooid deelwoord een d als uitgang.
Betaald is het voltooid deelwoord van betalen: ik heb betaald, er is betaald, er wordt betaald, er zal wel betaald zijn. Betaald is hier met een d, omdat in de verleden tijd betaalde ook een d zit. In deze voorbeelden zijn andere werkwoordsvormen de persoonsvorm, respectievelijk heb, is, wordt en zal.
Onovergankelijke werkwoorden worden in de bedrijvende vorm met hebben, soms met zijn vervoegd: ik heb gewerkt, ik ben gekomen. Men kan inderdaad zeggen: wij hebben gewandeld en wij zijn gewandeld.
De correcte spelling is mocht.
Vergelijk: kniezen - kniesde - gekniesd.
Naast de blauwe vinkjes kun je voortaan ook lang op een bericht drukken om precies te zien wanneer het bericht is afgeleverd en door de ontvanger is gelezen. In een groepsgesprek betekenen twee grijze vinkjes dat iedereen het bericht heeft gelezen.
In een groepschat zal het tweede vinkje verschijnen wanneer alle deelnemers in de groep je bericht hebben ontvangen. Twee blauwe vinkjes verschijnen wanneer alle deelnemers in de groep je bericht hebben gelezen.
Diegene kan jou dan geen chatbericht sturen, jou niet bellen of je Facebook-profiel niet vinden.