We schrijven erover aan elkaar als de combinatie een
erover - Voornaamwoordelijk bijwoord (scheidbaar) 1. boven dit (heen) ♢ Toen ze bij het hek kwam is zij erover geklommen. ♢ Het dorp is in gevaar nu er steeds meer water over de dijk stroomt. 2.
We schrijven eroverheen altijd aan elkaar.
U kunt het vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -overheen gaat terug op de voorzetselcombinatie over … heen.
We schrijven eromheen altijd aan elkaar.
Eromheen is een voornaamwoordelijk bijwoord.
Ervan: Ik ben ervan overtuigd dat hij lekker kan koken. ('van het feit dat hij lekker kan koken') Hiertoe: Wanneer zullen we hiertoe besluiten? (bv. 'tot het vastleggen van een datum')
We schrijven het met een d, omdat de verledentijdsvorm overtuigde op -de eindigt. In bijvoorbeeld Hij overtuigt mij is overtuigt een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: we schrijven de stam overtuig + -t.
In andere gevallen schrijven we er van in twee woorden.
De volgorde met de gesplitste vorm is vaak gebruikelijker dan die met de ongesplitste vorm. Soms is de ongesplitste vorm uitgesloten. Ik ga er toch maar van / toch maar ervan uit. Ik ben er helemaal van / helemaal ervan overtuigd dat Tanja niet gelogen heeft.
We schrijven ertoe aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -toe gaat terug op het voorzetsel tot.
De vervoegde vormen schrijven we in één woord, tenzij de delen er en uitzien gescheiden worden door andere woorden (bijvoorbeeld: er stralend uitzien) of de volgorde van de delen eruit en zien gewisseld is (bijvoorbeeld: het ziet eruit). Hierdoor zal je huid er weer stralend uitzien. Hoe ziet jouw droomhuwelijk eruit?
Er is een eenvoudige spellingregel die luidt: als het bijwoord er wordt gevolgd door een voorzetsel, dan schrijven we dat voorzetsel aan er vast. Het is dus erop, en bijvoorbeeld ook eraan, erbij, erbuiten, erdoor, erin, erover, eruit en ervan.
Tenminste wordt gebruikt als je “in ieder geval” of “althans” bedoelt. Je schrijft ten minste als je “minimaal”, “minstens” of “op z'n minst” bedoelt. Ik heb mijn scriptie nog niet af, maar ik heb vandaag tenminste iets gedaan.
Teveel is een zelfstandig naamwoord dat “een overschot” betekent. Het wordt voorafgegaan door een lidwoord (een teveel, het teveel). Te veel, met spatie, betekent “een te groot aantal” of “meer dan nodig/gewenst”.
We schrijven eropaf aan elkaar als het geheel een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is in de praktijk alleen het geval in de uitroep of kreet eropaf. U kunt eropaf vervangen door de oorspronkelijke voorzetselcombinatie op … af en een naamwoord.
Toelichting. Uiteindelijk en ten slotte kunnen deel uitmaken van een rangschikkende aaneenschakeling en hebben dan allebei de betekenis 'op den duur' of 'ten laatste, tot slot'.
Weg wordt in de standaardtaal in het hele taalgebied gebruikt voor de al dan niet verharde strook grond die voor het verkeer bestemd is. Zo kan men een asfaltweg, een betonweg, een aardewegen een veldweg onderscheiden.
Ergens geen erg in hebben is wel correct. De betekenis daarvan is 'iets niet opmerken'. Erg is in die uitdrukking een zelfstandig naamwoord, dat 'vermoeden' betekent. Ik had er geen erg in dat ik een snijwonde van vijf centimeter lang had.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
De correcte spelling is van tevoren, in twee woorden.
Voor de aanspreekvorm gij is later u in de plaats gekomen. Daarbij hoort de werkwoordsvorm zou: het is zou u, net als zou hij/zij en zou jij.
De correcte spelling is te werk gaan. Ook in de vervoegde vormen worden de delen los geschreven. Om een betrouwbaar resultaat te krijgen, moeten we heel nauwgezet te werk gaan.
We schrijven erbij aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na erbij kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
er ingaan (Van Dale): ergens naar binnen gaan - Ik zag hem het huis ingaan. Ik zag hem er ingaan. erin gaan (Taaladviesdienst): in = voorzetsel (hier als achterzetsel), gaan = werkwoord - Ik zag hem het huis in gaan.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij.
De juiste schrijfwijze is: ervan uitgaan, ik ga ervan uit. De regel is: schrijf voorzetsels (zoals van en uit) aan een voorafgaand of volgend woord vast als het voorzetsel niet hoort bij een ander woord.
Het is 'We kijken ernaar uit. ' 'Ernaar' = 'naar het genoemde', en 'uit' hoort bij 'uitkijken'.