De bruto AOW-uitkering voor een alleenstaande bedraagt € 1.430,80 per maand. Het vakantiegeld bedraagt € 71,77. De netto AOW-uitkering voor alleenstaanden bedraagt per maand € 1.353,11. Zonder heffingskorting is dat € 1.081,69 netto per maand.
Wat wordt de AOW per januari 2023? – De komende jaren gaat de AOW extra omhoog, in navolging van het minimumloon. Een AOW 'er ontvangt op 1 januari 2023 naar schatting €975 (met partner) of €1420 (alleenstaand) per maand, inclusief vakantiegeld.
Hoeveel AOW krijg je? De AOW-hoogte wordt elk half jaar aangepast aan de ontwikkeling van het minimumloon. Per 1 juli 2023 ontvangt een alleenstaande AOW-gerechtigde € 1458,15 bruto per maand (netto € 1378,98). Voor samenwonenden geldt dat ieder een bedrag van € 993,16 bruto per maand ontvangt (netto € 939,24).
De netto AOW-uitkering voor alleenstaanden bedraagt per maand € 1.353,11. Zonder heffingskorting is dat € 1.081,69 netto per maand. Dit zijn de AOW-bedragen 2023 uitgaande van een volledige AOW.
Wat verandert er in uw AOW? De AOW-bedragen, zowel bruto als netto, gaan met zo'n 2 procent omhoog. Alleenstaanden gaan van 1.430,80 euro bruto (1.353,11 euro netto) naar 1.458,15 bruto (1.378,98 euro netto) per maand.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.605, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.210 (bedragen voor 2023).
Het totaalbedrag voor alleenstaanden daalt met 8,84 euro, van 852,80 euro bruto in mei 2022 naar 843,96 in het nieuwe jaar. Het vakantiegeld voor AOW-gerechtigden met een partner zakt met 6,26 euro, van 609,10 (mei 2022) naar 602,84.
WW, WIA, WAO en ZW, en maximumdagloon Per 1 juli 2023 worden bestaande bruto uitkeringen in de WAO/WIA, WW en ZW verhoogd met 3,13%, in lijn met de stijging van het brutominimumloon per dag. Per 1 juli 2023 wordt het maximumdagloon verhoogd van bruto € 256,54 naar bruto € 264,57.
– AOW-bedragen 2023 – Per 1 januari zijn de AOW-bedragen als volgt: De bruto AOW-uitkering voor mensen met een partner bedraagt € 973,86 per maand. Het vakantiegeld bedraagt € 51,25. De netto AOW-uitkering voor mensen met een partner bedraagt per maand € 920,98. Zonder heffingskorting is dat € 736,06 netto per maand.
Vanaf 1 juli 2023 gaan het minimumloon en uitkeringen omhoog. Verhuurders kunnen de huur verhogen. U moet betalen voor wegwerpbekers en -bakjes met plastic. En de belasting op brandstof gaat weer omhoog.
Bij pensioen is de arbeidskorting niet meer van toepassing, maar de algemene heffingskorting wel. Als u met pensioen gaat, betaalt u minder loonheffing en krijgt u meer loon uitbetaald. U mag de loonheffingskorting laten toepassen door 1 werkgever of uitkerende instantie.
Netto kun je met een modaal inkomensniveau in 2023 uitgaan van 1.700 euro vakantiegeld. Toch krijg je wellicht nog iets minder op je rekening gestort. Dat is namelijk afhankelijk van het inkomen dat je een jaar geleden verdiende: het zogenoemde jaarloon bijzonder tarief wordt hiervoor gebruikt.
Alleenstaanden krijgen meer AOW omdat zij hun kosten van levensonderhoud niet kunnen delen met een huisgenoot.
De hoogte van je vakantiegeld wordt berekend over je salaris van juni 2022 t/m juni 2023. Het vakantiegeld is in de meeste gevallen 8% van het brutoloon.
In 2023 werken we met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner):
In 2023 kunt u huurtoeslag krijgen als uw vermogen op 1 januari 2023 niet hoger was dan € 33.748.
Rekening houdend met de AOW, aanvullend pensioen, inkomen uit vermogen en overig aanvullend inkomen komt het gemiddeld netto pensioen in 2021/2022 uit op €2200,- – €2500,- per maand.
De AOW stijgt mee met het minimumloon, hierbij wordt gekeken naar het bruto minimumloon van 36 uur per week. Wanneer de wijziging in 2024 in gaat, zou het kunnen zijn dat het minimumuurloon van 38 / week met 5% stijgt en 40 uur met 10% stijgt. Dit zijn de percentages die nu rond gaan.
Uiterlijk 1 januari 2028 moeten pensioenfondsen de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel hebben geregeld. Voor ons fonds verandert er niets. De opbouw van pensioen in ons fonds stopt per 1 januari 2025. Dat is voordat alle pensioenfondsen moeten zijn overgegaan naar het nieuwe stelsel.
Toen kwam het Pensioenakkoord van 5 juni 2019, waarin werd afgesproken de AOW-leeftijd in 2021 en 2022 te bevriezen op het niveau van 2019 (dat was toen inmiddels 66 jaar en 4 maanden), en dat de AOW-leeftijd daarna (in stappen) naar 67 jaar gaat in 2024.