Omdat het voor laaggeletterden minder makkelijk is om hun weg te vinden in de gezondheidszorg hebben zij zogenaamde beperkte gezondheidsvaardigheden. Het gevolg is dat zij vaak een slechtere gezondheid hebben. En dat heeft grote gevolgen. Zowel voor de gezondheid van de persoon in kwestie als voor de samenleving.
SIGNALEN van laaggeletterdheid De patiënt: o Vermijdt duidelijk lees- en schrijfsituaties. o Leest niet mee bij uitleg van een folder of tekst op een scherm. o Is ongemakkelijk bij de vraag iets op te schrijven of te lezen. o Gebruikt of begrijpt het nummerapparaat niet. o Heeft meerdere papieren maar weet niet wat wat ...
Wat is laaggeletterdheid? Laaggeletterdheid is een term voor mensen die grote moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen.
Laaggeletterdheid en dyslexie
Hoewel dyslexie ook letterlijk betekent dat iemand beperkt kan lezen, zijn dyslexie en laaggeletterdheid niet hetzelfde. Dyslexie is namelijk een hersenaandoening, waarbij de samenwerking tussen twee hersengebieden niet goed gaat, waardoor iemand niet goed kan lezen en schrijven.
Minder gezond
Ook hebben zij een grotere kans eerder te sterven, maken ze meer gebruik van huisartsenzorg en ziekenhuiszorg en minder gebruik van preventieve zorg en nazorg. Daarnaast hebben laaggeletterden met een chronische ziekte meer moeite met zelfmanagement en meer kans op slechtere gezondheidsuitkomsten.
80% geeft aan te kunnen functioneren op de arbeidsmarkt zonder verdere training. Dit komt omdat ze actief zijn in beroepen waar lage eisen gelden voor taalvaardigheid, zoals in de bouw of in het transport (Buisman & Houtkoop, 2014). Desalniettemin zijn laaggeletterden vaker werkloos dan niet-laaggeletterden.
Mensen die laaggeletterd zijn en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden hebben moeite om informatie over ziekte en gezondheid te vinden, te begrijpen en toe te passen. Denk aan mensen met een lage opleiding, ouderen en migranten. Zij hebben vaker chronische ziekten en psychische problemen.
Een kleine afwijking in het natuurlijk taalsysteem in de linkerhersenhelft maakt het moeilijker voor dyslectici om gelezen en gesproken taal te matchen. Dyslexie kan erfelijk zijn: 60% van de dyslectische kinderen heeft een ouder die ook dyslectisch is. Het kan de kans op laaggeletterdheid vergroten.
Mensen met financiële problemen hebben vaker een lagere leesvaardigheid. 50,3% van de onderzochte mensen bij Kredietbank Nederland en Syncasso valt in de risicogroep voor laaggeletterdheid (Keizer, 2018). De kwetsbare groep laaggeletterden komt niet makkelijk binnen bij de schuldhulpverlening.
Het land met de meeste analfabeten
Welk land heeft de meeste analfabeten? Volgens Unesco wonen er in India en China veruit de meeste mensen van vijftien jaar en ouder "die geen alledaagse teksten kunnen lezen of schrijven": in 2000 waren het er respectievelijk 286 miljoen en 141 miljoen.
De informatie voor laaggeletterden is op A2/1F taalniveau. Na doorklikken krijgt de lezer verdiepende informatie. Deze informatie is voor helpers en professionals. Dus mag deze informatie op B1/2F taalniveau zijn.
In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat is 18% van alle mensen in Nederland. Dus ongeveer 1 op de 6 mensen!
Met de terugvraagmethode (ook wel terugvertelmethode) kun je als zorgprofessional nagaan of jouw boodschap goed is overgekomen. Je doet dit door de patiënt te vragen om in eigen woorden te vertellen wat jullie zojuist hebben besproken. Hierna kun je, indien nodig, bijstellen of aanvullen.
Mensen die laaggeletterd zijn, zijn geen analfabeten. Ze kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen niet het eindniveau vmbo of niveau mbo-2/3.
Mensen die laaggeletterd zijn, ouderen, mensen met een lage opleiding en mensen met een migratieachtergrond zijn vaker minder gezondheidsvaardig. Beperkte gezondheidsvaardigheden hangen deels af van opleidingsniveau, maar ook hoger opgeleiden kunnen moeite hebben om medische informatie te begrijpen.
Analfabetisme of ongeletterdheid slaat op mensen die de vaardigheid in lezen, spellen en schrijven niet of niet in voldoende mate beheersen. Dergelijke mensen heten analfabeten of ongeletterden. In het Nederlands wordt onderscheid gemaakt tussen analfabeten en laaggeletterden.
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld. Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.
Dyslexie en dyscalculie ontstaan door een combinatie van factoren. Een heel belangrijke factor is erfelijkheid: je hebt dan een foutje in je genen. Als 1 van je ouders of je beide ouders dyslexie hebben, dan is de kans namelijk veel groter dat jij ermee geboren wordt.
Laaggeletterdheid is géén analfabetisme. Het verschil tussen een analfabeet en een laaggeletterde is dat een laaggeletterde wel kan lezen en schrijven, maar dit niet goed genoeg kan om volwaardig te functioneren in de samenleving. Een analfabeet kan helemaal niet lezen en schrijven.
Signalen herkennen
Om mensen met minder gezondheidsvaardigheden goed te kunnen helpen is het belangrijk dat je als zorgverlener de signalen herkent, zoals een patiënt die: te laat, niet of lange tijd niet op een afspraak verschijnt. de benodigde formulieren niet van tevoren invult. een onsamenhangend verhaal vertelt.