Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
Het ontstaat door een combinatie van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren. Autisme komt níet door opvoeding, door de sfeer in een gezin of door iets wat iemand meegemaakt heeft. Sommige mensen denken dat autisme kan ontstaan door inentingen (vaccinaties), maar dit is niet waar.
Symptomen autisme kind (0-24 maanden)
brabbelt niet bij 12 maanden. Heeft geen interesse in andere mensen bij 12 maanden. Lacht niet naar anderen bij 12 maanden. Reageert niet wanneer hij of zij wordt toegesproken bij 12 maanden.
Een baby die vrijwel niet lacht, weinig oogcontact maakt, erg gestrest raakt bij verandering of geen behoefte lijkt te hebben aan getroost worden of knuffelen. Het zijn enkele symptomen die erop wijzen dat er meer aan de hand kan zijn. Het is lastiger vast te stellen, maar ook bij baby's komt autisme voor.
Als uw vader of moeder autisme heeft, is de kans dat u ook autisme krijgt ongeveer 15 tot 20%. Als twee mensen uit uw gezin deze psy chische aandoening hebben, is de kans dat u het krijgt 40%. Ter vergelijking: heeft u deze aandoening niet in de familie, dan is de kans op autisme ongeveer 1%.
Tot voor kort dacht men dat autisme voor 90 % erfelijk was. Nu blijkt dit 35 tot 60 % te zijn. Omgevingsfactoren zoals leeftijd van ouders spelen een grotere rol dan gedacht. Foliumzuur lijkt een beschermende factor en verkleint de kans op een kind met autisme met 27-40 %, zo concludeert Dr.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme én een verstandelijke beperking 30 jaar eerder sterven, op een gemiddelde leeftijd van 39 jaar.
Autisme is aangeboren en kan niet worden genezen. Over het algemeen worden de eerste symptomen in de vroege kindertijd zichtbaar. Een betrouwbare diagnose kan worden gesteld vanaf dat een kind twee jaar oud is.
Persisterende vuistjes, weinig variatie in het bewegingspatroon, een te lage spierspanning: allemaal zaken die kunnen duiden op een afwijkende motorische ontwikkeling. Zo zijn er nog veel meer signalen om aan de bel te trekken. Kinderen maken na hun geboorte in hoog tempo stappen in hun motorische ontwikkeling.
Het gaat vaker 'doen-alsof spel' vertonen en er worden steeds complexere verhalen uitgebeeld. Vanaf ca. 4-5 jaar: Het spel van het kind krijgt steeds meer regels, zoals leren beurt nemen en het volgen van instructies. Kinderen spelen nu echt samen met andere kinderen, rollenspelen zijn vaak favoriet.
Tekenen van hoogbegaafdheid bij baby's
Karakteristieken van hoogbegaafde baby's: Extreem waakzaam – altijd aan het observeren, al kort na de geboorte. Er is al snel sprake van oogcontact. Heeft minder slaap nodig dan de meeste baby's.
Ongeveer de helft van de autistische kinderen leert niet spreken. Bij de autistische kinderen die wel gaan praten, komt de taalontwikkeling meestal laat op gang. Het gebruik van taal als communicatiemiddel blijft echter gestoord.
Wanneer uw baby u nog helemaal niet wil aankijken, heeft het al genoeg aan het verwerken van indrukken die het opdoet met oppakken, voeden en knuffelen. Vervolgens komt dan het moment dat uw baby u toch wil aankijken, al is het maar eventjes. Deze momenten komen steeds vaker; het worden 'ogenspelletjes'.
Lange tijd werd gedacht dat als je eenmaal bepaalde kenmerken van autisme hebt, dat die dan je leven lang onveranderd aanwezig blijven. Recent onderzoek toont aan dat dit niet altijd het geval is: soms verminderen of verdwijnen bepaalde kenmerken, en soms verergeren ze juist.
Proefpersonen met autisme bleken ongebruikelijk sterke connecties te hebben tussen de thalamus – het deel van de hersenen waar zintuiglijke prikkels binnenkomen – en de gebieden op de hersenschors, waar we ons bewust worden van deze prikkels.
Graad 1: je hebt problemen door tekorten in de sociale communicatie (verbaal en non-verbaal), interactie en gebrek aan flexibiliteit. Plannen en organiseren is lastig, waardoor je moeilijk zelfstandig kunt functioneren. Enige ondersteuning is nodig.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Een behandeling door een psycholoog of psychotherapeut is bedoeld om met de verschijnselen van autisme te leren omgaan, bijvoorbeeld: Voorlichting over autisme (dit heet psycho-educatie). Therapie, bijvoorbeeld gedragstherapie, psychotherapie of creatieve therapie.
Ongeveer 1% van de mensen heeft een autisme spectrum stoornis, en ongeveer 10% van de mensen met een ASS heeft een zeldzame genetische aandoening. In Nederland zijn dit ongeveer 4.000 kinderen en jongeren en 13.000 volwassenen.
Volgens de Wet passend onderwijs moeten scholen proberen meer kinderen met bijvoorbeeld autisme binnen het reguliere onderwijs te houden. Met begeleiding kunnen ze dan op hun eigen school blijven en hoeven ze niet naar het speciaal onderwijs.
Autismespectrumstoornissen komen ook onder ouderen voor. Oudere patiënten melden zich meestal met cognitieve klachten, gedragsproblemen of somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten. Overweeg dan ook een autismespectrumstoornis. Verwijs de patiënt bij een dergelijk vermoeden door naar de ouderenpsychiatrie.
Er bestaat geen behandeling of medicatie om autisme te 'genezen'. Maar met de juiste hulp kan je met een autisme spectrum stoornis wel naar school/werken en relaties met anderen onderhouden.
40% van de mensen met autisme kampt met bijkomende psychiatrische diagnoses (comorbiditeit) zoals ADHD, angst- en/of dwangstoornissen, depressies, persoonlijkheidsstoornissen.
Kenmerken die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn: Problemen op sociaal gebied/minder goed ontwikkelde sociale intuïtie. Moeite met (onverwachte) verandering. Dingen heel letterlijk nemen.