Vertel hoe je heet en hoe oud je bent. Je kunt ook kort iets over je woonsituatie vertellen, maar dit is niet verplicht. Houd de introductie kort en wees enthousiast en oprecht en zeg kort iets over je passies in het leven. Noem gerust ook welke opleiding je hebt gedaan en wat je carrière-ambities zijn.
Manier 2: Jezelf voorstellen met een bruggetje
Met een beetje mazzel stelt een ander zich als eerste voor. Of vertelt deze al iets over zichzelf. Een kadootje, want nu kun jij twee vliegen in één klap slaan. Laten zien dat je goed kunt luisteren én jezelf makkelijker voorstellen.
Dit kun je doen door na het noemen van jouw naam een vraag te stellen aan het publiek, of een leuke anekdote over jezelf te vertellen. Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt, maar let er op dat het relevant blijft voor je publiek en past bij de setting. Bij het voorstellen vertel je veel informatie over jezelf.
Introduceer jezelf in maximaal 5 minuten. Vertel je verhaal met enthousiasme. Wees positief, eerlijk en reëel. Zorg voor een logische volgorde in je verhaal en spring niet van de hak op de tak.
Ik ben iemand die graag de beste wil zijn. Als ik iets doe, dan doe ik het goed én kijk ik waar het nog beter kan. Daarom zie ik mijzelf over vijf jaar niet als teamleider of iets dergelijks, maar nog steeds werkzaam in dezelfde functie. Als een ervaren medewerker waar iedereen op kan bouwen en vertrouwen.
Voorbeelden van slechte eigenschappen
Ik ben veeleisend (ik wil het maximale uit mezelf en anderen halen) Ik ben weleens te behulpzaam (ik besteed tijd aan collega's die om hulp vragen, waardoor mijn eigen taken erbij inschieten) Ik ben een control freak (ik wil mijn taken volledig beheersen) Ik ben soms té zorgvuldig.
Door bewust naar jouw reactiepatronen te kijken en deze onder de loep te nemen, achterhaal je of jouw gedrag nog wel past bij wie je echt bent. Mijn boodschap is dan ook: ga aan de slag met zelfreflectie. Dit geeft je inzichten in je gedrag en de achterliggende beweegredenen. Zo vergroot je jouw zelfkennis.”
Hoe stel je jezelf voor met een pakkende introductie
Jij bent niet alleen je baan. Vraag jezelf af wie je bent volgens je vrienden en familie en waar jij zelf voor staat. Zo zeg je niet “Ik ben [functie] bij [bedrijf]” maar bijvoorbeeld “mijn naam is [naam] en ik help mensen/heb een passie voor/sta voor].
Stel jezelf voor aan iedereen die je ontmoet, zorg dat je als korte 'pitch' in een paar zinnen kunt vertellen wie je bent en wat je komt doen. Vraag ook belangstellend naar de functie van degene tegenover je en probeer sowieso haar of zijn naam en afdeling te onthouden, maar blijf niet te lang kletsen.
In principe zet je in het begin een aantal vraagtekens uit waarop de lezer tijdens het lezen antwoord gaat krijgen. Met uiteraard als slotstuk: het volledige antwoord. Dosering is hier ook een toverwoord: maak nieuwsgierig, strooi broodkruimels en leidt zo de lezer verder het verhaal in. Maar zaai geen verwarring.
Het is vrijwel onmogelijk om heel snel én heel netjes te schrijven. Schrijf dus langzaam! Op die manier kun je je beter concentreren op je letters en houd je deze het meest consistent. Je zal merken dat je, als je meer vertrouwen krijgt in je nieuwe handschrift, automatisch sneller zal gaan schrijven.
Een goede pengreep is uiterst belangrijk om netjes schrijven letterlijk in de vingers te krijgen. Als de driepuntsgreep gehanteerd wordt, zal dit leiden tot een ontspannen houding in de vingers met het vasthouden van het potlood. Ook geeft deze greep meer sturing en controle tijdens het schrijven.
Bepaal het thema van je verhaal
Bij korte verhalen kun je de plot meestal samenvatten in één zin, die beschrijft wat het onderwerp van je verhaal is. Omdat je maar een beperkte ruimte hebt, kun je niet zo goed meerdere verhaallijnen in je tekst verwerken. Focus je daarom op één thema en blijf daarbij.
Een zeer kort verhaal beslaat niet meer dan een pagina. Deze term is in Nederland bekend geworden door de schrijver A.L. Snijders. Een flitsverhaal is een kort verhaal dat een lengte heeft van 500 tot ongeveer 2.000 woorden.