Als in het voorjaar hazen door het veld rennen, is het voorste dier meestal een loopse moerhaas (vrouwtje) met enkele rammen (mannetjes) die achter haar aanzitten. In de paartijd of rammeltijd vechten hazen hevig waarbij ze als boksers tegenover elkaar staan en flinke klappen uitdelen.
Na ongeveer vier weken zijn de haasjes zelfstandig. Het haas is één van de soorten die in de wet speciale bescherming krijgt van jagers.
Een mannetjesvos noem je een rekel en een vrouwtjesvos een moer. Als de rekel een moertje heeft gevonden, gaan ze paren. Daarna duurt het ongeveer 53 dagen voordat de jongen geboren worden. Dit wordt de draagtijd genoemd.
Koeien leven in kuddes en krijgen een kalfje als ze ongeveer twee jaar oud zijn. Een koe is een vrouwtjesrund en een mannetjesrund noemen we een stier.
Ganzenkuikens worden geboren uit bevruchte ganzeneieren die worden uitgebroed. Dit uitbroeden duurt ongeveer vier weken. De vrouwtjesganzen maken eerst een nestje op de grond, dat ze bekleden met dons. Dit dons plukken ze uit hun eigen borst.
De merrie is een jaar zwanger. Dan wordt de baby-zebra, het veulen, geboren. Zijn strepen zijn nog niet zwart, maar bruin. Na tien minuten kan het veulen staan en na een uur kan hij al lopen en rennen.
Mannelijke ezels heten ezelhengsten. Vrouwelijke ezels ezelinnen. Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel.
Bij schapen is het mannetje een ram, het vrouwtje een ooi en het jong een lam. Een gecastreerde ram is een hamel.
Een babypaard heet een veulen. Je hebt ook kleinere paardenrassen en die noemen we pony's. Een volwassen pony komt met zijn schoft (schouders) niet boven de 1,47 meter.
Een vrouwelijke geit heet een geit of een sik. Het mannetje van de geit heet een bok. Een jong geitje heet een lam. Een gecastreerde bok is een hamel.
Bekende welpen zijn de jongen van wolven, tijgers en leeuwen, maar ook het jong van bijvoorbeeld een beer en een otter wordt welp genoemd.
Een vrouwtjesleeuw heet een leeuwin, de jongen zijn welpen. De brul van een leeuw is tot wel 8 km verder hoorbaar.
Hazen en konijnen behoren tot verschillende soorten binnen deze familie. Hun manier van leven onderscheidt zich op veel manieren en ook de voortplanting tussen beide soorten is niet mogelijk. Hazen kunnen dus niet paren met konijnen.
Een vrouwtje heet een voedster, een mannetje een rammelaar en een jong een lamprei.
Roofvogels, vossen en katten zijn (natuurlijke) vijand nummer één van hazen. Maar ook mensen vormen een gevaar met auto's, landbouwmachines en soms ook jacht*. Ook hebben enkele besmettelijke ziektes afgelopen decennia de hazenstand landelijk flink uitgedund.
Al deze zintuigen zorgen ervoor dat koeien goed gevaar kunnen aanvoelen. Toch zijn hun zintuigen niet helemaal perfect: ze zijn kleurenblind voor rood en groen en zien deze kleuren als tinten zwart en grijs. Koeien zijn herbivoren.
Een koe ligt veel - zo'n tien tot vijftien uur per dag is ze aan het herkauwen, rusten, dommelen - maar ze slaapt slechts drie uur per dag en daarvan is ze een uur tot anderhalf uur in een diepe slaap, de zogeheten REM-slaap (1).
Koeien die een goede voeding en verzorging krijgen, kunnen zo'n 15 tot 25 jaar oud worden. Meestal halen ze die leeftijd echter niet. De gemiddelde Nederlandse melkkoe wordt slechts vijf jaar oud, de gemiddelde zoogkoe (voor vleesvee) tien jaar oud.
De ooien zijn vooral gebaat bij rust. Een ooi lammert het rustigst af als er geen mensen bij zijn. Schapen van grote, gespierde rassen hebben soms moeite met aflammeren. In dat geval is het verstandig de ooien tijdig naar de stal te halen, om een oogje in het zeil te kunnen houden.
Om helemaal zeker te weten dat een ooi drachtig is, laat je een scan maken. Daarmee weet je ook direct wat de worpgrootte is. Op het oog herken je een drachtige ooi aan haar dikker wordende lijf en grotere behoefte aan drinkwater.
Een gaap of scheit is een kruising tussen een geit en een schaap. Een gaap is het jong van een vrouwtjesschaap (ooi) en een geitenbok.
Wanneer het op intelligentie aankomt lijkt de rangorde tussen dieren glashelder: bovenaan staan wijzelf, de mens, met ons onovertroffen intellect. Een aantal treden lager staat de chimpansee, op de voet gevolgd door orang-oetans, dolfijnen en gorilla's, om onderaan te eindigen met de slakken en de wormen.
Wanneer een hond op de wereld komt dan noemen we hem of haar een puppy of wel een pup, “Meine kleine Poepie”. Puppy's blijven tot ze 6 of 7 weken oud zijn in het nest bij hun moeder en gaan dan op eigen benen staan. Op een leeftijd van 7 tot 9 weken zijn hun zintuigen volledig ontwikkeld.
Is eenmaal hun vertrouwen gewonnen, dan tonen zij hun vriendelijke en volgzame aard. Mannelijke ezels heten ezelhengsten. Vrouwelijke ezels heten ezelinnen.