Een ree is evenhoevig, onder beide middelste twee tenen zit een hoefje. Verder krijgt het mannetje, de reebok, ieder jaar tussen oktober en januari een gewei. Het gewei is rond de 25 centimeter lang en bestaat meestal uit twee tot drie vertakkingen. Het vrouwtje wordt een reegeit genoemd.
Een mannetjes ree heet bok, een vrouwtje geit, een jong een reekalf en een groep een sprong.
Een mannetjeshert wordt gewoon een hert genoemd. Alleen bij reeën noem je het mannetje een bok en een vrouwtje een geit. Het vrouwtje heet bij damherten en edelherten een hinde. De jonge hertjes noem je kalfjes, net als bij koeien.
Dit zijn blijvende uitsteeksels aan de kop van beide geslachten van dieren. Een mannetje bij de hertenfamilie heet hert of bok (ree), een vrouwtje hinde of geit (ree).
Damherten zijn kleiner dan edelherten: de schouderhoogte ligt zo'n 30 cm hoger dan het ree. Het meest opvallende kenmerk wordt door de mannelijke dieren gedragen, het schotelvormige gewei. Daarnaast damherten hun hele leven stippen in hun vacht en bij het vluchten, een karakteristieke manier.
Ree behoort tot het meest edele wild en word veel gebruikt rond de feestdagen. Een ree mag je niet verwarren met hert. Herten zijn groter en zwaarder en het vlees van een hert is ook grover en smaakt wilder dan het malse sappige vlees van de ree.
Mannetjes (bokken) kunnen iets groter en zwaarder worden dan vrouwtjes (hindes). De muntjak is het kleinste hert van Europa. Het dier heeft een varkensachtige aanblik door de korte poten, het in verhouding stevige lijf en de vaak gekromde rug.
Het rendier behoort tot de hertachtigen. Meestal dragen alleen de mannetjes, de bokken, een gewei. Dat is bij het rendier anders, daar heeft ook het vrouwtje, de hinde, een gewei. Het gewei van de bok is wel een stuk groter.
Jonge beer, vos, wolf of grote kat(achtige) (z.o. kitten)..
In het algemeen wordt een vrouwelijk dier vaak het vrouwtje en een mannelijk dier het mannetje genoemd.
Mannetjesdieren worden soms anders genoemd dan vrouwtjesdieren. Een stier, hengst en beer zijn namen voor resp. een mannetjes rund, een mannetjes paard en een mannetjes varken.
De meeste dieren met een gewei zijn familie van de herten, zoals damherten, reeën, edelherten, elanden en rendieren. In het Nationaal park Zuid Kennemerland komen veel damherten en reeën voor. Vaak hebben alleen de mannetjes een gewei.
Herten zijn doodsbang voor mensen, helaas vaak terecht. Als je een reekalfje aantreft kan het gaan gillen: niet omdat het pijn heeft, maar omdat het bang is en zijn moeder roept. Je stelt het diertje dan ook absoluut niet op zijn gemak door het te aaien.
Koeien leven in kuddes en krijgen een kalfje als ze ongeveer twee jaar oud zijn. Een koe is een vrouwtjesrund en een mannetjesrund noemen we een stier.
De ree wordt maximaal twintig jaar oud, maar de meeste dieren worden in het wild slechts zeven of acht jaar oud. Vrouwtjes worden iets ouder dan mannetjes.
De vrouwtjes hebben geen gewei. Edelherten zijn flinke dieren! Mannetjes zijn doorgaans groter dan vrouwtjes met hun kop-romplengte van 1.65m tot wel 2.60m en een schouderhoogte van 1.14m tot 1.40m.
Bekende welpen zijn de jongen van wolven, tijgers en leeuwen, maar ook het jong van bijvoorbeeld een beer en een otter wordt welp genoemd. Ook bij de hond, wordt een jong aangeduid als welp, maar pasgeboren honden worden pup(py) genoemd.
Mannelijke ezels heten ezelhengsten. Vrouwelijke ezels ezelinnen. Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel.
Het kalfje (zo heet een baby-walvis) van een blauwe vinvis is 7 meter lang en weegt al bijna 1.000 kilo als 'ie geboren wordt. Aan de zijkanten van zijn lijf heeft de walvis een vin. Die twee vinnen zien eruit als een soort vleugels en daar sturen ze mee. Ze komen vooruit door hun grote staart op en neer te bewegen.
In mei of juni wordt na een draagtijd van 210 tot 240 dagen één kalf geboren.
Het verschil tussen een rendier en hert is erg klein. Een rendier is namelijk een hertensoort. Een van de belangrijke verschillen waaraan je een rendier herkent is het rendiergewei. Zo is het de enige hertensoort waarbij zowel de mannetjes als de vrouwtjes geweien dragen.
Burlen is het geluid dat mannelijke edelherten maken in de bronsttijd, die net is aangebroken. Met de keiharde roep, die tussen een leeuwenbrul en het loeien van een stier in zit, lokken de herten andere mannetjes voor een gevecht om de vrouwtjes.
De muntjak is een gedrongen, kleine hertachtige. De schouderhoogte is 43 tot 52 cm. De kop-romplengte is 80 tot 90 cm. Het zijn selectieve eters die gevarieerd en kwalitatief goed voedsel nodig hebben.
Je herkent een edelhert aan:
korte staart (12-15cm) geelbruine spiegel op het achterwerk. mannelijke herten hebben een kop-romplengte van 180 à 210 cm, een schouderhoogte van 105 à 125 cm en gewicht van 95 tot 160 kg.