Een vetbrand blussen kan alleen met een speciale brandblusser. Vroeger was het advies om bij frituurbranden kleiner dan 5 liter het vuur doven met een blusdeken. Dit is echter niet meer toegestaan en ook niet veilig. Een vetbrandblusser de enige oplossing.
U blust brandend vet het best met een speciale vetblusser. Een vetblusser dicht het brandende vet af en smoort zo de brand. U kunt een vetbrand ook met CO2 blussen, maar dan bestaat het risico dat de brand weer oplaait. Hebt u de vetbrand met CO2 geblust, dan moet u het vet daarna met een deksel of blusdeken afdekken.
Houd een (passende) deksel van de frituurpan in de buurt. Mocht de vlam in de pan slaan, dan kun je deze direct doven door het deksel op de pan te leggen. Let er op dat je daarnaast in het algemeen gewoon voorzichtig om gaan met een pan met vet.
Het vuur kan snel om zich heen grijpen en zich verspreiden via het afzuigkanaal of omliggende kastjes. Blus een olie- of vetbrand nooit met water!
Je hebt een vetbrandblusser nodig wanneer je te maken krijgt met olie-of vetbranden. Een vetbrandblusser bevat namelijk een speciaal blusschuim dat ervoor zorgt dat een brandende (frituur)pan wordt gedoofd. Let er bij de aankoop van een vetbrandblusser op dat de blusser een F-klasse heeft.
Een vetbrand blussen kan alleen met een speciale brandblusser. Vroeger was het advies om bij frituurbranden kleiner dan 5 liter het vuur doven met een blusdeken. Dit is echter niet meer toegestaan en ook niet veilig. Een vetbrandblusser de enige oplossing.
Brandklasse F vet en olie branden
In deze brandklasse mag u nooit met water blussen. Een brandklasse f brand met water blussen is zeer gevaarlijk. De brand zal in intensiteit alleen maar toenemen.
Het blussen van brand in uw pan met een blusdeken is gevaarlijk. De brandweer, het Instituut Fysieke Veiligheid en de Brandwonden Stichting, adviseren om olie- en vetbranden in de keuken te doven met een deksel of een sprayblusser.
Gebruik GEEN water
Doordat het water bij contact met de hete olie onmiddellijk gaat koken, ontstaat in de olie een stoomwolk. Deze stoomwolk verspreidt fijne oliedeeltjes in de lucht en er ontstaat een uiterst brandbaar mengsel.
1. Blus een frituurbrand nooit met water! Wanneer water in aanraking komt met hete vetten veroorzaakt dat een grote steekvlam en kan het uzelf, maar ook de omgeving waar de frituurpan staat in gevaar brengen.
Stukje brood
De temperatuur iets nauwkeuriger inschatten, kan met een stukje brood. Brood wordt namelijk krokant en goudbruin in zo'n 30 seconden als de olie een temperatuur heeft van 160°C.
Het frituurvet is heet genoeg als je de steel van een houten lepel er een stukje indoopt en zich rond de steel kleine belletjes vormen. Je kunt ook testen met een korstje brood. Doe het in de hete olie en als het meteen begint te bakken is de temperatuur goed.
Olie en smeermiddelen zijn brandbaar, maar uiteraard zijn bepaalde producten brandgevaarlijker dan andere. De meeste producten hebben een vlampunt hoger dan 100°C en hoeven daarom niet voorzien te worden van het gevaar symbool ontvlambaar op de verpakking.
Blus nooit een vet- of oliebrand met gewoon blusschuim, want daar zit te veel vocht in. Nog erger is met water blussen! Water maakt een vetbrand alleen maar groter. Daarnaast leidt het vaak tot nare brandwonden door opspattend brandend vet.
De meeste stormlantaarns werken het beste op paraffine-olie of petroleum. Deze stoffen geven een relatief schone verbranding. Met een liter hiervan kun je je petroleumlamp ongeveer 70 uur laten branden.
Brandblussers. In de keuken van een frituur zijn vooral (warme) vetten aanwezig. We raden aan om een schuim-vetbrandblusser (ABF) te voorzien in de keuken. Naast de klassieke branden van vaste stoffen en vloeistoffen, kunnen ze ook vetbranden blussen.
Brandende olie mag nooit met water geblust worden. Doordat het water bij contact met de hete olie onmiddellijk gaat koken, ontstaat in de olie een stoomwolk. Deze stoomwolk verspreidt fijne oliedeeltjes in de lucht en er ontstaat een uiterst brandbaar mengsel.
Ethanol is een polaire vloeistof die volledig mengbaar met water. Pas bij een verdunning met water van 500% bestaat de kans dat water een blussende werking heeft bij een ethanolbrand.
Omdat olie en water van dichtheid verschillen en olie op het water blijft drijven, kunnen we gemakkelijk het water langs onder aftappen zonder de olie mee te moeten nemen. We noemen dit principe scheidingstechniek: decantatie. Dit berust op het verschil in massadichtheid van de stoffen. Samen met de oplosbaarheid.
Brandklasse B
Dit is een brand van vloeibare stoffen zoals: benzine, dieselolie, aceton, was. Geschikte blusmiddel: sproeischuimblussers, CO2 blussers of poederblussers.
Frituurbranden kunnen ontstaan bij het bakken van oliebollen, friet, kroketten, loempia's, etc. In sommige gevallen kan een blusdeken bij het blussen van een frituurbrand zelf vlam vatten. In andere gevallen kan de frituur na het blussen weer tot ontbranding komen. Gebruik daarom geen blusdeken voor frituurbranden.
Brandklasse B: vloeistoffen en smeltende vaste stoffen. Denk hierbij aan verschillende soorten kunststoffen, oplosmiddelen, olie, benzine, was en vet.
Een CO2 blusser is te herkennen aan de zwarte expansiekoker of sneeuwkoker aan het uiteinde van de slang. Tussen de expansiekoker en slang zit een handvat, dat men tijdens gebruik van de blusser moet vasthouden.
“Vaak is blussen met zeewater niet verstandig. Het zout brengt schade toe aan gewassen en aan het bos. Als het gebied goed gedraineerd is - als er veel hellingen zijn - kun je ervan uitgaan dat het zoute water later weer uitloogt, maar op vlakkere terreinen kan dat zout nog lang blijven zitten.”