Deel jouw behaalde punten door het totaal te behalen punten. Heb jij bijvoorbeeld 48 van de 60 punten behaald? Maak dan de rekensom 48 : 60 = 0,8.
FAQ – Hoe bereken je procenten? Je kunt procenten berekenen door eerst 1% uit te rekenen. Je deelt dan het getal door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage dat je wilt weten.
Gemiddelde Dit is het rekenkundige gemiddelde en wordt berekend door een groep getallen toe te voegen en vervolgens te delen door het aantal getallen. Het gemiddelde van 2, 3, 3, 5, 7 en 10 is bijvoorbeeld 30 gedeeld door 6, wat 5 is.
NEEM HET CIJFER VOOR JE SCHOOLEXAMEN EN HET CIJFER VOOR JE CENTRAAL EXAMEN (VOOR HET BEROEPSGERICHTE VAK IS DAT HET CIJFER VOOR JE PRAKTIJKEXAMEN). OPTELLEN EN DOOR TWEE DELEN EN JE WEET JE EINDCIJFER VOOR DAT VAK.
Stel dat 1% een honderdste deel is (1/100), dan zou 30% dus 30×1/100 zijn = 30/100. Om deze breuk te vereenvoudigen kan je kind de teller en de noemer delen door hetzelfde getal.
Bijvoorbeeld: Indien we 50% van €80 uitrekenen, kunnen we dit uitrekenen op volgende manieren: 50% van €80 is €40. 50/100 * 80 = 40. 1/2 * 80 = 40.
Een deel van het geheel berekenen
15% is 15 x [1/100] deel. Dat is 15 x € 0,30 = € 4,50.
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. Je mag één vier hebben, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn.
Wat is de 5.5 regel? Gemiddeld moeten alle resultaten van je centraal examen minimaal een 5,5 (voldoende) zijn. Dit wordt de 5,5–regel genoemd. Zijn al je eindcijfers dus hoger dan een 6, dan ben je sowieso geslaagd.
Je kunt dan berekenen, welk cijfer je moet halen voor je centraal eindexamen om een voldoende (5,5) te staan. Je doet dit als volgt: 0,5 × 7,2 = 3,6 (het schoolexamen telt namelijk voor 50% mee) 5,5 – 3,6 = 1,9.
In principe mag u één strafpunt op uw rijbewijs hebben. Bij het tweede punt wordt het rijbewijs ongeldig verklaard.
Het schoolexamen en het centrale examen tellen beide voor 50% mee. Er zijn een aantal vakken waarvoor geen centraal examen wordt afgenomen, waardoor het eindcijfer alleen bestaat uit het schoolexamencijfer: Voor sommige vakken waarvoor geen centraal eindexamen is, wordt per vak een eindcijfer gegeven.
Een normering van 70 procent betekent dat als er voor een toets bijvoorbeeld 100 punten behaald kunnen worden, er bij 70 punten (70%) een 6.0 wordt behaald. De 70% normering wordt ook door het CBR toegepast voor vaarbewijzen.
Na twee maanden: 70% van € 2.000,-
Blijft uw medewerker deels werken? Dan ontvangt hij of zij 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe loon. Stel: uw medewerker verdient € 500,-, dan wordt de uitkering € 1.050,-. De berekening hiervan is: € 2.000,- min € 500,- is € 1.500,- x 70% van € 1.500,- is € 1.050,-.
Het percentage van iets berekenen we door het gevraagde deel van het totaal door het totaal te delen. Je kunt met deze formule ook het totaal berekenen als het percentage gegeven is. Je moet de formule dan omschrijven. Hiervoor kun je ook een verhoudingstabel gebruiken.
In de CE-regel komt zo'n eis niet voor. Het gemiddelde CE-cijfer moet minimaal 5,5 zijn. Ook met een 3 als CE-resultaat is dat in principe haalbaar. Er zijn echter ook vakken die alleen met een CE worden afgerond, bijvoorbeeld het beroepsgerichte vak, als de school daarvoor heeft gekozen.
De kernvakkenregel houdt in dat je om te slagen hooguit één 5 als eindcijfer mag hebben voor de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde. Deze regel geldt zowel voor de havo als het vwo.
Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
Eindcijfers alle examenvakkenJe bent geslaagd als:
je één 5 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn; je een 4 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. En het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 is; je 2 keer een 5 hebt, of een 5 en een 4, en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben. En moet je een voldoende of goed hebben voor lichamelijke opvoeding.
9% btw uitrekenen over een bedrag dat nog exclusief btw is? Vermenigvuldig het bedrag met 0,09. Je kunt het bedrag ook delen door 100 en daarna vermenigvuldigen met 9.
U koopt goederen in voor € 50 per stuk, exclusief btw. U wilt de artikelen verkopen voor € 99,95, inclusief 21% btw. U berekent de btw als volgt: € 99,95 x 21/121 = € 17,35.