Let op: De loonstijging per 1 juli 2021 heeft geen invloed op het pensioengevend salaris van uw werknemers. Het pensioengevend salaris wordt altijd vastgesteld op 1 januari van het betreffende jaar. Salarisverhogingen gedurende het jaar hebben hierop geen invloed.
Je AOW blijft gelijk
Of je nou doorwerkt of je stopt: zodra je je AOW-leeftijd bereikt, krijg je AOW. De hoogte van de AOW verandert ook niet als je doorwerkt. Je AOW-uitkering uitstellen kan dus niet. Zowel de AOW-leeftijd als de pensioenleeftijd stijgen de komende jaren.
De pensioengrondslag is het deel van je brutosalaris waarover je pensioen via je werkgever opbouwt. De pensioenpremie wordt berekend over de pensioengrondslag, niet over je hele brutoloon. Je krijgt immers ook al een basispensioen: de AOW. Over dat deel van je loon hoef je dus geen pensioen meer op te bouwen.
Een richtlijn die vaak wordt gebruikt voor 'genoeg pensioen' is 70% van het laatstverdiende bruto-inkomen. Dit betekent dat je 70% van het (bruto) inkomen dat je ontvangt als je met pensioen gaat nodig hebt voor je pensioen. Het is heel makkelijk te checken hoe je er zelf voor staat.
Rekening houdend met de AOW, aanvullend pensioen, inkomen uit vermogen en overig aanvullend inkomen komt het gemiddeld netto pensioen in 2021/2022 uit op €2200,- – €2500,- per maand. Voor alleenstaanden ligt dit bedrag iets lager; gemiddeld tussen de €1400,- en €1700,-.
Wat is het gemiddelde pensioen van Nederlanders? In 2018 was het gemiddelde pensioen van AOW-huishoudens € 3830. Gecorrigeerd voor inflatie bedraagt dit in 2023 rond de € 5135.
Voor de opbouw van uw pensioen betalen u en uw werkgever pensioenpremie. Uw werkgever betaalt 2/3 deel, u betaalt 1/3 deel. De pensioenpremie is vastgesteld op 23,73% van de loonsom (2023). Dit is een afspraak tussen werkgever en de bonden.
Pensioen dat u straks krijgt
Stel, u bouwt gedurende uw hele werkzame leven (zo'n 40 jaar) elk jaar 1,65% van uw pensioengrondslag aan pensioen op. Dan krijgt u als u met pensioen gaat een uitkering van 40 x 1,65% = 66% van uw gemiddelde pensioengrondslag.
Nieuw grensbedrag wettelijke pensioenen 2020
Dit bedrag wordt in veel aanvullende pensioenplannen gebruikt. Het plafond voor 2020 bedraagt € 60.026,75 (in 2019 bedroeg dit € 58.446,94). Op 1 januari 2021 bedraagt het maximum wettelijk pensioen als alleenstaande € 30.819,93 en als gezinshoofd € 38.524,91.
Meestal bouwt u pensioen op tussen uw 21e en uw pensioenleeftijd. Het kan gebeuren dat u geen volledig pensioen opbouwt. U heeft dan een pensioengat.
Werkgevers mogen bij eerder stoppen met werken maximaal 3 jaar voor AOW-leeftijd een uitkering van ongeveer € 22.000 per jaar aanbieden zonder dat daar de RVU-heffing op van toepassing is. Dit bedrag is gelijk aan de netto AOW. Het is voor de werknemer dan net of zijn AOW eerder ingaat.
Eerder stoppen met werken kost tussen de 6 en 8 procent van je pensioen voor ieder jaar dat je eerder met pensioen gaat.
In Nederland is 10% loonsverhoging doorgaans de maximaal haalbare salarisverhoging. Maar je moet écht uitermate goed hebben gepresteerd om dat tiende deel verhoging daadwerkelijk te krijgen.
Gemiddeld genomen verwachten de Nederlandse werkgevers in 2023 een loonsverhoging van ongeveer 6,8 procent. Dit zijn voorlopige cijfers, omdat er nog volop onderhandeld wordt over een groot aantal nieuwe cao's.
Onderhandelen over pensioen? Jazeker dat mag, hierbij valt denken aan bijvoorbeeld minder of geen eigen bijdrage betalen. Of het regelen van een pensioen als dat er niet is. Daarnaast werden de ondervraagde gevraagd naar hun goede voornemens op werkgebied.
De uitkering is gemaximeerd op 1847 euro bruto per maand. De uitkering wordt berekend aan de hand van uw pensioengevende jaarsalaris (inclusief vakantiegeld, eindejaarsuitkering en ORT). Per maand krijgt u een twaalfde deel van dat jaarbedrag, maar zal nooit meer zijn dan 1847 euro bruto per maand.
Een minimumpensioen van meer dan 1.500 euro netto
Dankzij deze nieuwe verhoging van 2,6% stijgt het minimumpensioen tot 1.500 euro netto voor een alleenstaande met een volledige loopbaan van 45 jaar.
Vuistregel: hoeveel heb je nodig? Als vuistregel kun je aanhouden dat je 30 keer je jaaruitgaven nodig hebt om te kunnen stoppen met werken. Dit zou bij €3.000 per maand op €1.080.000 uitkomen. Als je ervan uitgaat dat je een goed rendement haalt met je geld, kun je uitgaan van 25 keer je jaaruitgaven (€900.000).
Door de lage rente en nieuwe rendementseisen voor pensioenfondsen gaan werknemers volgend jaar tientallen tot honderden euro's meer betalen aan pensioen. De precieze premiebedragen zijn er nog niet, wel is duidelijk dat veel fondsen niet ontkomen aan drastische premiestijgingen. Dat blijkt uit een rondgang van RTL Z.
Verder bepaalt je streefkapitaal hoeveel je per maand moet beleggen. Zo moet je bij een rendement van 5 procent per jaar 242 euro inleggen elke maand om 100.000 euro te bereiken, 485 euro per maand inleggen om 200.000 euro te halen en maandelijks 727 euro beleggen voor een pensioenkapitaal van 300.000 euro.
Met een gemiddelde levensverwachting van 82.1 jaar en maandelijkse kosten van gemiddeld zo'n 1200 euro, zou je 244.000 euro moeten sparen. Het onderzoek gaat uit van een gemiddeld brutojaarsalaris van 34.500 euro per jaar in Nederland. Dit bedrag moet je natuurlijk hebben op je pensioenleeftijd.
Het uiteindelijke bedrag dat je nodig hebt om je levensstandaard te bewaren, hangt natuurlijk af van de situatie. Maar geschat wordt dat een werknemer een financiële reserve van zo'n 150.000 à 447.000 euro gespaard zou moeten hebben.
Wie zijn hele carrière voor de overheid heeft gewerkt, krijgt gemiddeld 2.072 euro pensioen per maand. Dat bedrag ligt een stuk hoger dan bij werknemers uit de privésector, omdat bij vastbenoemde ambtenaren alleen rekening wordt gehouden met het loon dat ze in de laatste 10 jaar van hun loopbaan hebben ontvangen.