Sommige baby's doen dat tussen de 30 en 38 weken, maar andere baby's beginnen pas met indalen tijdens de bevalling. Indalen betekent dus niet zo zeer dat de bevalling snel op gang zal komen, dat kan gerust nog een paar weken duren.
Het indalen van de baby gebeurt meestal in het laatste trimester. Vaak ligt het hoofdje gedeeltelijk of helemaal in het bekken rond de 36 tot 38 weken. Je kan dan meer harde buiken/indalingsweeën/voorweeën ervaren; je kunt dit al rond 30 weken ervaren.
De meeste baby's dalen vanaf de 30e week van de zwangerschap in. Veel aanstaande moeders zijn bang dat dit te vroeg is, omdat zij denken dat de baby dan ook eerder geboren wordt. Dit is echter niet het geval! Het moment van indalen zegt niets over het tijdstip van de geboorte.
De meeste vrouwen omschrijven het als een menstruatieachtige pijn. Dit gaat soms gepaard met een stekende pijn in de vagina of liezen. In tegenstelling tot weeën tijdens de bevalling, duren indalingsweeën vaak maximaal 30 seconden en stopt het na een paar uur.
Indalen is een langzaam proces. Veel vrouwen voelen er niets van. Het is ook mogelijk dat je wel last hebt van harde buiken of scherpe, trekkende pijn in je liezen of vagina of lichte krampen in je onderbuik. Dat worden ook wel indalingsweeën genoemd.
Ook als het hoofdje van de baby al diep is ingedaald kan gemeenschap geen kwaad.
Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt, erger wordt en dan weer afzakt. Je kunt een wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst.
Hierdoor krijg je geen ontsluiting, maar de baarmoedermond wordt wel langzaam maar zeker klaargemaakt voor de bevalling. Voorweeën kunnen overgaan in ontsluitingsweëen. Echter zij kunnen ook weer wegtrekken (dagen tot weken) voordat de bevalling daadwerkelijk begint. Ook kun je de slijmprop verliezen.
Al dagen tot weken voor je bevalling kun je beginnen met “rommelen”.
Je buikbaby zakt met zijn hoofdje, als het goed is, naar beneden en dit zal op de blaas drukken. Hierdoor ga je waarschijnlijk, net als in het begin van de zwangerschap, wat vaker naar het toilet. Als je buik- baby nog dieper zakt met zijn hoofdje komt hij 'vast' te zitten achter het schaam- been. Dat noem je indalen.
Maak eerst een neutrale rechte rug. Dan wanneer je inademt maak je je rug rustig bol en kijk je naar je buik, wanneer je uitademt ga je rustig naar licht hol en kijk je omhoog. Doe dat 5 á 6 keer om en om. Wanneer je kindje in stuit ligt doe dan deze 'Puppy pose' dagelijks 2 á 3 keer een 3-4 minuten.
Voorweeën komen onregelmatig, kunnen echt wel een paar uur aanhouden, maar zetten niet echt door. Je merkt dat ze best pijnlijk kunnen zijn, maar ze komen niet steeds vaker en gaan niet steeds meer pijn doen. Kenmerkend voor goede ontsluitingsweeën is dat ze steeds vaker komen en steeds meer pijn gaan doen.
De slijmprop kan in één keer loskomen, maar ook in stukjes. In dat laatste geval merken vrouwen niet eens op dat ze deze slijmprop zijn verloren. Als je de slijmprop verliest kun je ook wat helderrood bloedverlies hebben. Dit is afkomstig uit de baarmoedermond.
Tot ongeveer 36 weken in de zwangerschap kan uw kind nog zelf draaien. Wanneer dit niet gebeurt, kan er besloten worden om, met hulp van de gynaecoloog, het kind te draaien. Dit gebeurt meestal rond de 36 weken, soms kan dit eerder of later zijn, afhankelijk van uw situatie.
Meestal wordt de pijn erger als de ontsluiting toeneemt. De pijn is vooral onder in de buik aanwezig en voelt soms ook als rugpijn. Ook tijdens het persen kan de pijn verschillen. Sommige vrouwen vinden het prettig als ze mee mogen persen, bij andere doet persen juist het meeste pijn.
De eerste weeën zijn meestal onregelmatig, kort van duur, en nog niet zo sterk. Wanneer je deze weeën hebt, wil het nog niet zeggen dat de bevalling is begonnen; het kan nog afzakken. Pas als de weeën langer gaan duren, regelmatig en krachtig zijn, lijkt het dat de bevalling echt begint.
De laatste centimeters ontsluiting zijn dan ook vaak het zwaarst en het pijnlijkst, want de weeën komen snel achter elkaar en zijn erg sterk. In de juiste bevalhoudingen en met ademhalingstechnieken zou je het echter kunnen redden zonder medische pijnstilling.
Gaandeweg zul je merken dat je weeën toenemen: ze komen vaker, duren langer en worden intenser. Wanneer ze ongeveer om de 4 à 5 minuten komen en een minuut duren, spreken we van ontsluitingsweeën. Je bevalling is nu echt begonnen! Met deze weeën bereik je vaak zo'n 3 tot 4 centimeter ontsluiting.
De pijn van de indalingsweeën voelt als een scherpe, trekkende pijn in je liezen, als steken in je vagina of als menstruatie-achtige krampen in je onderbuik. Vaak kun je het zelf wel merken als je baby ingedaald is. Je hebt weer iets meer ruimte boven in je buik. En je voelt meer druk onderin.
Vaak kun je tijdens de latente fase ook nog gewoon doorgaan met wat je aan het doen was en hoef je je nog niet op de pijn te concentreren. Naarmate je 2 cm ontsluiting hebt, zullen de weeën steeds regelmatiger worden en zo'n 45 seconden duren. Bij 3 cm worden de weeën steeds krachtiger, pijnlijker en gaan langer duren.
De meeste moeders merken dat een kindje indaalt door lichte pijn in de onderbuik, of steken die je in je vagina kan voelen. (genieten! ;)) Je verloskundige zal op het spreekuur met haar handen op je buik naar de indaling voelen, en je vertellen of een kindje al vast of nog beweeglijk in het bekken ligt.
Over het algemeen beginnen de weeën binnen 24 uur nadat je vliezen gebroken zijn.
Grootste kans in week 40-41
In week 40-41, de week van de uitgerekende datum, heb je de meeste kans om te bevallen.