Maak geen geluid, want dan verlies je lucht en daarmee kracht om te persen. Probeer zo lang mogelijk en zo hard mogelijk te drukken in de richting van je onderbuik en anus. Als je de lucht niet meer kan vasthouden, blaas je zachtjes uit en neem je vervolgens weer een hap lucht en herhaal je het hele proces.
Persen (de uitdrijving)
Dit kan liggend (op je zij of rug) op bed, maar ook op een baarkruk, handen en kniën, staand of in een bevallingsbad. Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur en mag maximaal 2 uur duren. Bij een volgend kindje gaat dit meestal een stuk sneller en mag dit maximaal 1 uur duren.
Ademhalen tijdens het persen
Voel je een perswee aankomen? Neem een grote haplucht, houd je adem zo lang mogelijk vast, tuit je lippen alsof je wilt fluiten en adem in zeven tellen uit. Pers of duw richting de ingang van je vagina.
Pas wanneer je 10 centimeter ontsluiting hebt is de baarmoedermond volledig open en klaar voor de geboorte van je baby. Dit wordt ook wel de uitdrijvingsfase genoemd. Je mag dan gaan persen. Waarschijnlijk heb je dit al geoefend, thuis of tijdens een zwangerschapscursus.
Het is beter om helemaal niet mee te persen als het zonder persen ook lukt. Komt de ontlasting niet terwijl u toch een sterke aandrang voelt, probeer dan als dat kan ongeveer 10 minuten flink te bewegen. Ga hierna opnieuw naar het toilet en ga ontspannen zitten.
Om effectief te persen is persdrang écht nodig.
Persen zonder persdrang is vragen om een langdurige uitdrijving/niet vorderende uitdrijving. Als je arts/verloskundige zegt dat je mag gaan persen, maar jij voelt geen persdrang, geef dan aan dat je liever wacht tot je goede persdrang voelt.
Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur. Ben je al eens bevallen dan duurt het gemiddeld 15 minuten, maar soms is ook 1 perswee al genoeg. Aan het eind van de persfase is het (achter)hoofdje van de baby zeer goed zichtbaar..
Voordat de baby geboren kan worden, is er 10 centimeter ontsluiting nodig. De baarmoedermond zal door de weeën open gaan tot 10 centimeter. Dit wordt ook wel 'volledige ontsluiting' genoemd. Voordat de baarmoedermond kan ontsluiten, zal deze eerst zachter en korter worden.
Net als met poepen zal je tijdens je bevalling merken, dat wanneer je ontspannen bent, je nauwelijks / tot niet hoeft mee te persen. Je kunt dan dus bevallen zonder persen.
Enkele minuten tot een half uur na de bevalling zal je vanzelf nageboorteweeën voelen, waarmee je eens of een paar keer krachtig kunt persen om je placenta geboren te laten worden. Dat voelt iets minder heftig als bevallingsweeën, maar het kan nog steeds onprettig voelen.
Bij het zogeheten persen op instructie – ook wel de Valsalva techniek genoemd – wordt de adem ingehouden en daarna zo hard mogelijk geperst gedurende tien second. Daarna blaas je uit en herhaal je dit opnieuw, het liefst drie keer achter elkaar.
Als de weeën beginnen is het tijdsinterval tussen twee weeën ongeveer 10-30 minuten en duurt elke wee ongeveer 40-60 seconden. De samentrekkingen van de baarmoeder komen gedurende de bevalling met steeds kortere intervallen en worden sterker, langer en pijnlijker. Dit wordt de ontsluitingsfase genoemd.
Ademhalen of puffen bij pijnlijke weeën
Probeer goed door je neus in te ademen en blaas in drie pufjes uit je mond. Twee keer kort en een keer lang, totdat je longen leeg zijn. Als je een wee voelt aankomen kun je al beginnen met puffen, zo ben je de wee voor en kom je in een goed ritme.
De dochter van Melanie werd in een uur tijd geboren. "Ik ben met zes centimeter ontsluiting naar het ziekenhuis gestuurd, moest gelijk aan het infuus. Gyneacoloog zei dat er elk uur één centimeter bij zou komen, dus 'over vier uur is ze wel geboren'.
De ruggenprik neemt niet alle pijn weg. Bevallen wordt niet gevoelloos. Ook moet u kunnen persen tijdens de bevalling.
10% van de bevallingen begint met het breken van de vliezen, nog voordat er weeën zijn. De vliezen breken meestal 's nachts. Je merkt dit doordat je opeens vocht verliest.
Ongeveer de helft (53 procent) van de vrouwen die hun bevalling als (heel) zwaar hebben ervaren, hebben gebruik gemaakt van een vorm van pijnbestrijding. Bij vrouwen die de bevalling niet of niet zo zwaar vonden, is dat ongeveer een kwart (24 procent).
In ongeveer 90% van de gevallen begint een bevalling met weeën, in 10% met het breken van de vliezen.
"Een vaginale geboorte is niet voor alle vrouwen geschikt. We moeten af van het automatisme van de vaginale bevalling", zegt kersvers hoogleraar gynaecologie Bas Veersema in "Nieuwe Feiten" op Radio 1. "Het lichaam van een vrouw is eigenlijk steeds minder geschikt geworden om een kind te baren".
Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt, erger wordt en dan weer afzakt. Je kunt een wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst.
Zoals al gezegd, er is niets op tegen om te genieten van seks in de zwangerschap. Als de buik dikker wordt is het wel verstandig om geen gemeenschap in de traditionele houding meer te hebben. De buik zit dan in de weg en de druk op de buik is niet prettig voor de baby.
En je lichaam schakelt om en maakt zich klaar voor een nieuwe beweging: van openen (ontsluitingsweeën) naar uitdrijven (persweeën). Als de bevalling even stilvalt, dan betekent dat niet dat er iets mis is. Je lichaam is hard aan het werk, ook al is dat aan de buitenkant niet altijd zichtbaar.
Het wordt meestal uitgedrukt in centimeter. Als je baarmoederhals nog 4 cm lang is, ben je nog helemaal niet verstreken. Als het 0 cm lang is, is je baarmoederhals helemaal verstreken. Je dokter of verloskundige zal regelmatig controleren hoeveel centimeter je al verstreken bent door middel van een vaginaal onderzoek.
Komen de harde buiken meerdere keren (6-7) per uur, ben je nog niet zover dat je mag gaan bevallen, vermindert het niet als je een uurtje gaat liggen met een warme kruik, waarschuw dan je verloskundige. Ook als harde buiken pijn gaan doen, en je mag nog niet bevallen, is het verstandig je verloskundige te bellen.
Tijdens de latente fase is het belangrijk zoveel mogelijk te ontspannen en afleiding te zoeken. Lukt het je nog om tussen de weeën door een beetje te slapen, doe dat vooral. Hoe meer je ontspant, hoe meer oxytocine je aanmaakt.