En koud is het op deze hoogte zeker, namelijk rond de -56 graden Celsius. Om je een idee te geven: Mount Everest is 8,8 kilometer hoog. Op 12 kilometer hoogte vliegen we 'boven het weer'. En dus ook boven de regenwolken.
Wanneer je je op 10 km hoogte bevindt, is die afstand 10.000 keer groter. Daar, bovenin de troposfeer, is de temperatuur circa -50°C. Het afstandsverschil van 10 km dat totaal onbelangrijk is voor de afstand tot de Zon, is dus zeer significant voor de afstand tot het aardoppervlak.
Meestal wordt in een vliegtuig de temperatuur rond de 20 graden gehouden. Je kunt dus het beste een dunne lange broek en een shirt met korte mouwen aandoen. Als je een lange vlucht hebt waarop geslapen kan worden, worden er altijd dekentjes rondgedeeld zodat je het niet koud krijgt.
Je bent met veel mensen in één kleine ruimte en de lichaamswarmte van passagiers is behoorlijk groot. Goed ventileren is dus nodig om het een beetje fris te houden in het vliegtuig. Inkomende lucht moet daardoor op of onder de vereiste cabinetemperatuur zijn.
Eigenlijk zouden luchtvaartmaatschappijen liever veel hoger vliegen. Hoe hoger je vliegt, des te ijler de lucht. En dat betekent dat je minder luchtweerstand ondervindt en minder brandstof verbruikt.
Windval waarschuwt wel voor enkele kleine nadelen: “Vliegen met een 'monowing configuration' is uiteraard iets minder comfortabel. Zo zal het vliegtuig schuin vliegen, omdat de kant waar nog wel een vleugel zit zwaarder is. En het vliegtuig zal niet harder dan 123 kilometer per uur kunnen vliegen.
De Airbus A380 kan een snelheid halen van meer dan 1.000 kilometer per uur! Maar de Boeing 787 Dreamliner (907 km/u) en Boeing 777 (905 km/u) zijn ook niet langzaam te noemen.
Tot aan de grens met de stratosfeer (boven 10 á 15 km hoogte) neemt de temperatuur gemiddeld met ongeveer 6,5°C per kilometer af. Ook de luchtdruk wordt minder. Op 1,5 km is deze nog ongeveer 850 hPa, op 5 km 500 hPa, op 10 km 300 hPa en op 15 km nog maar 100 hPa.
Zo kan het in Nederland op moment van transport 15 graden Celsius zijn, ligt de temperatuur in de laadruimte over het algemeen rond de 5 graden, en kan de temperatuur op een bestemming als Dubai bij het verlaten van het vliegtuig opeens flink oplopen.
Alleen gaat er geen benzine, maar kerosine in de tank. De Boeing 747 heeft een kruishoogte van 10.700 meter, terwijl de Embraer 190 naar 12.000 meter klimt. De Airbus A380 kan zelfs op 13.136 meter overvliegen. Dat is ruim honderd keer zo hoog als een gemiddelde kerktoren!
De basis van de outfit in het vliegtuig is toch wel het T-shirt (of een topje voor vrouwen). Je kunt kiezen voor een T-shirt met korte of lange mouwen. Je kunt het beste een shirt dragen van een ademende stof, zoals katoen, zijde of linnen. Anders ga je sneller zweten en voel je je eerder vies.
De Amerikaanse site Business Insider deed onlangs uit de doeken dat het cabinepersoneel geen drankjes drinkt waar warm water voor gebruikt wordt. Dit warme water komt uit een speciale tank en die blijkt helaas niet zo hygiënisch.
De sjeiks en andere vermogende lieden die geld neertellen voor een eersteklas ticket kunnen niet onbeperkt douchen. Elke douchebeurt wordt beperkt tot vijf minuten. Een stoplicht in de cabine waarschuwt wanneer het water bijna op is. Na elke passagier wordt de douche automatisch gereinigd.
Over het algemeen daalt de temperatuur naarmate de hoogte toeneemt. Bij droge lucht is de afname ongeveer 1 graad per 100 meter, bij vochtige lucht is dat ongeveer 0,6 graden. Na of aan het eind van een heldere nacht met weinig wind kan de temperatuur tot een bepaalde hoogte ook toenemen met de hoogte.
Temperatuuropbouw van de atmosfeer
De luchtdruk daalt echter met de hoogte, waardoor de opstijgende lucht verder uitzet. Uitzettende lucht koelt af, de temperatuur daalt hierdoor met gemiddeld 6,5ºC per kilometer stijging. Dit geldt tot ongeveer 13 kilometer hoogte, in het gebied waar het weer zich afspeelt.
Op 2000 meter hoogte ligt de temperatuur rond -10 °C en op 3000 meter rond -20 °C. Aan de zuid- en westkant van de Alpen is meer ruimte voor de zon. Daar waar het nog wel bewolkt is, komt de zon regelmatig door het wolkendek heen.
Denk daarbij aan extreme neerslag in de vorm van regen en/of hagel. Ook start- en landingsbanen kunnen tijdelijk onbruikbaar worden door deze hoeveelheid neerslag. Vliegtuigen zijn vaak uitgerust met een eigen weerradar, zodat zij onweersbuien zoveel als mogelijk kunnen vermijden.
Doordat vliegtuigen op grote hoogte vliegen (meestal op ongeveer 10 kilometer) is de luchtdruk erg laag. Om te zorgen dat er toch voldoende zuurstof is voor de crew en passagiers moet er dus lucht ingepompt worden. Deze lucht wordt via de motoren opgezogen, gecompresseerd, gekoeld en gefilterd.
Als in een vliegtuig door een calamiteit de luchtdruk te veel afneemt, dan is elk vliegtuig voorzien van mond- en neuskapjes waarmee je dan wordt voorzien van zuurstof. Kortom, te weinig zuurstof binnen krijgen in een vliegtuig is eigenlijk niet mogelijk.
Het temperatuursverloop in de atmosfeer
De dampkring bestaat uit verschillende sferen. De laag die aan het aardoppervlak grenst, noemen we de troposfeer. In deze globaal genomen 13 km dikke sfeer speelt zich het weer af. Gemiddeld daalt de temperatuur in de troposfeer met 0,65°C per 100 m.
Aardwarmte van dieptes tussen 1500-4000 meter wordt op dit moment het meest toegepast. Tot nu toe vooral voor het verwarmen van kassen. Ook de verwarming van woningen is mogelijk. De temperatuur is, afhankelijk van de lokale situatie, 70 tot 90°C.
Boven de troposfeer bevindt zich de stratosfeer. Daarin is de invloed van het weer nog merkbaar als de toppen van grote buiencomplexen door de tropopauze heen schieten. Boven de isotherme laag van circa 5 km dikte neemt de temperatuur geleidelijk toe tot 0 graden C.
Prepare for Landing / Prepare for Takeoff
Wanneer vóór het opstijgen "Prepare for Takeoff" of vóór het landen "Prepare for Landing" over de boordluidsprekers klinkt, is dit in luchtvaarttermen een teken dat het cabinepersoneel alle veiligheidsgerelateerde taken snel en nauwgezet moet uitvoeren.
Een vliegtuig heeft bij het opstijgen een grondsnelheid van ong. 360 km/u., bij het landen ong. 280 km/u. en in de lucht varieert de snelheid tussen de 800 en 1000 km/u.
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'. De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden.