In de meeste gevallen komen kinderen gezond ter wereld. De kans op een aangeboren afwijking is 4%.
Elke zwangere vrouw loopt het risico dat de foetus een afwijking heeft. Naar schatting 3 op de 100 kinderen heeft een afwijking bij de geboorte. De kans daarop neemt toe als de ouders al een kind met een afwijking hebben of de vrouw ouder is dan 35 jaar.
Ongeveer 995 van de 1.000 vrouwen krijgen deze uitslag. Deze uitslag klopt bijna altijd. Minder dan 1 op de 1.000 vrouwen is toch zwanger van een kind met een van deze aandoeningen. Vervolgonderzoek is niet nodig.
De kans op het downsyndroom
Van elke 1.000 kinderen die geboren worden, hebben er gemiddeld twee het downsyndroom.
Naarmate de leeftijd van de moeder stijgt, stijgt ook de kans op chromosoomafwijkingen bij de baby. Globaal kan men stellen dat op 700 geboortes, 1 baby het syndroom van Down zal vertonen. Een vrouw die bevalt op 35-jarige leeftijd heeft een risico van 1 op 270; op 40-jarige leeftijd is dit 1 op 80.
Je kunt de baby in je buik laten onderzoeken met een bloedtest (de NIPT) en een echo. Deze onderzoeken laten zien of de kans groter is dat je baby downsyndroom, een open rug of een andere afwijking heeft.
'Prenatale screening', onderzoeken die aan alle zwangeren in Nederland aangeboden worden: NIPT, een bloedtest rond 12 weken zwangerschap om trisomie 13, 18 en 21 op te sporen. 13 wekenecho of ETSEO: Eerste Trimester Structureel Echo Onderzoek.
Tijdens uw zwangerschap kunt u bloedonderzoek, een echo-onderzoek en de NIPT laten doen. Na de geboorte wordt bij de baby onder andere het gehoor getest en bloed afgenomen (hielprik). Deze testen onderzoeken of de baby ziekten of aandoeningen heeft.
De NIPT is een niet-invasieve test waarvoor enkel een bloedstaal van de moeder nodig is. Er is dus geen risico op een miskraam. De vruchtwaterpunctie en de vlokkentest zijn invasieve testen waarbij er een klein risico (0,1 - 0,2 %) is op een miskraam.
Mensen met Down worden steeds ouder. 90 jaar geleden werden ze gemiddeld 9 jaar. Nu ligt die leeftijd al op 60 jaar. Zeger Woudenberg heeft Down en bereikt binnenkort de respectabele leeftijd van 80 jaar.
De deelname aan NIPT is toegenomen van 39,2% van de zwangerschappen in 2017 naar 55,1% in 2021.
Hoe vaak komt het voor? In Nederland heeft ongeveer 1 van de 10.000 levend geboren kinderen trisomie 13.
Hoe groot is de kans op een nevenbevinding? Meer informatie. Bij 0,4% (dus 4 op de 1.000) NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test )-uitslagen wordt een nevenbevinding gezien. De kans op een nevenbevinding is ongeveer gelijk aan de kans op een aanwijzing voor downsyndroom.
Downsyndroom ontstaat meestal al tijdens de bevruchting. Uw kind heeft meer kans op downsyndroom als: de moeder wat ouder is tijdens de zwangerschap. 1 van de ouders drager is van een fout in de chromosomen.
De ideale leeftijd om zwanger te worden, is tussen de 25 en 35 jaar. Gemiddeld heb je 20% kans per maand om zwanger te worden. Als je ouder bent dan 35 jaar, kan het langer duren om zwanger te worden.
Het is de vraag die altijd wel wordt gesteld als je zwanger bent. Wie denkt dat de kans 50-50 is, komt bedrogen uit. Er worden namelijk net iets meer jongens dan meisjes geboren: 51,2 procent tegenover 48,8 procent.
Zekerheid kunt u alleen krijgen door vervolgonderzoek te laten doen. Ongeveer 90 van de 100 vrouwen met deze uitslag zijn daadwerkelijk zwanger van een kind met downsyndroom. Voor edwards- en patausyndroom geldt dit voor respectievelijk 90 en 50 van de 100 vrouwen met een afwijkende uitslag.
De bepaling van het geslacht met de NIPT heeft een sensitiviteit van > 99%.
Ongeveer 2% van de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test) mislukt, met name door een te laag percentage placentair DNA (deoxyribonucleic acid) (lage foetale fractie) in het bloed van de zwangere.
Voor vrouwen beneden de 35 jaar is de kans dat een zwangerschap in een miskraam eindigt, ongeveer 15%. Tussen de 35 en 40 jaar eindigt 20% zwangerschappen in een miskraam, en tussen de 40 en 45 jaar is de kans opgelopen tot 50%.
Vanaf ongeveer 23 weken kan je baby gaan reageren als je je hand zachtjes op de buik legt, de kans is groot dat hij naar je hand toekomt en er tegen schopt. Als hij niet reageert kan het zijn dat hij slaapt, probeer het dan later nog eens. Ook leuk is om je baby in de buik te wiegen.
Hoe gaat het verder als op de 13 wekenecho of 20 wekenecho een afwijking te zien is? Van de 100 vrouwen die een 13 wekenecho of 20 wekenecho krijgen, wordt er meestal bij 5 vrouwen een afwijking of mogelijke afwijking gevonden.
De echo- scopist kan met de 13 wekenecho niet alle afwijkingen zien. Dat betekent dat uw kind toch een afwijking kan hebben, ook al is de uitslag van de echo goed. Het omgekeerde gebeurt ook: soms denkt de echoscopist een afwijking te zien, maar blijkt na extra onderzoek dat er toch geen afwijking is.
Een nekplooimeting of NT-meting is onderdeel van een prenatale screening. Hiermee kan het risico op het syndroom van Down bij u ongeboren kind worden berekend. Bij de nekplooimeting wordt middels een echo bij het ongeboren kind de dikte van de nekplooi gemeten.