U neemt plaats op de onderzoekbank en ontbloot uw buik. De assistente plaatst na het opbrengen van wat gel een apparaatje op uw buik dat met geluidsgolven de hoeveelheid vocht in de blaas meet en weergeeft op een scherm. Dit onderzoek is niet pijnlijk of hinderlijk.
De bladderscan wordt vaak gebruikt om het residu te bepalen bij patiënten die postoperatief een urinekatheter hebben gehad en die verwijderd is. Het is een betrouwbare, non-invasieve methode om de blaasinhoud te meten zonder kans op complicaties of discomfort voor de patiënt.
Uroflowmetrie of straalmeting is een onderzoek waarbij de kracht van de urinestraal wordt geregistreerd. De meting gebeurt automatisch, zodra u in de flowmeter (een trechtervormig apparaat) plast. Het is een eenvoudig en pijnloos onderzoek.
Doel van het onderzoek
Uroflowmetrie-onderzoek wordt vaak toegepast bij mensen die problemen hebben met plassen. Door dit onderzoek is het mogelijk om inzicht te krijgen in de manier waarop u plast. De kracht waarmee u plast wordt bij een uroflowmetrie-onderzoek gemeten.
Per keer mag het niet meer zijn dan 500 cc. Als dat wel zo is, dan moet u een keer extra katheteriseren.
Retentie betekent letterlijk: vasthouden. Als u opeens niet meer kunt plassen (acute urineretentie) kan er pijn ontstaan, omdat de blaaswand uitrekt.
De blaas bestaat vooral uit spierweefsel. De blaas moet de urine tijdelijk opsparen tot de blaas vol is. Als alles goed gaat, kun je voelen dat de blaas vol is. Tijdens het plassen trekken de spieren in de wand van de blaas samen en wordt de urine naar buiten geperst.
U neemt plaats op de onderzoekbank en ontbloot uw buik. De assistente plaatst na het opbrengen van wat gel een apparaatje op uw buik dat met geluidsgolven de hoeveelheid vocht in de blaas meet en weergeeft op een scherm. Dit onderzoek is niet pijnlijk of hinderlijk.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Het onderzoek kan een vervelend gevoel geven, maar is niet pijnlijk. Het gehele onderzoek duurt ongeveer twintig minuten. Het kijken in de blaas neemt over het algemeen niet meer dan een paar minuten in beslag. Bij mannen wordt de plasbuis verdoofd met een vloeistof die tevens ook een glijmiddel is.
De blaas bevindt zich onderaan in de buik, achter het schaambeen. Twee urineleiders transporteren de urine van de nieren naar de blaas. Aan de uitgang van de blaas zit de urinebuis. De urineleiders komen aan de zijkant de blaas binnen.
De arts of verpleegkundig specialist brengt de cystoscoop via (de opening van) de plasbuis in de blaas. Hoewel dit inbrengen relatief pijnloos verloopt, veroorzaakt het passeren van de plasbuis ter plaatse van de kringspier even een vervelend gevoel.
Lege maag en volle blaas
Zelf kunt u de beste inschatting maken hoeveel en hoelang van tevoren u moet drinken voor een volle blaas. Als richtlijn kunt u een uur van te voren 0,5 tot 1 liter helder vocht (water, thee, limonade) drinken. Drink geen koolzuurhoudende dranken, geen koffie, geen melk.
De helft is weg na een week
Dit komt vooral omdat 99 procent van het water in de voorurine geresorbeerd wordt. Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben. Van de helft die overblijft, zal na nog een week weer de helft verdwenen zijn.
Al het vocht dat er in gaat gaat er ook ooit uit. Een volwassene heeft gemiddeld 1,5 tot 2 liter per dag aan vocht nodig in de vorm van dranken. Dan gaat het langzaam er via een paar manieren er weer uit: ongeveer 1.400 milliliter plas je er uit.
Blaasretentie niet goed leeg kunnen plassen: blaasretentie
Steeds mindere straal. De urine komt niet meteen als je wilt plassen. Het gevoel dat je blaas niet leeg is. Vaak moeten plassen.
Probeert u na 2 uur even te gaan plassen, ook al voelt u geen aandrang. b. U heeft spontaan geplast? o Nadat u geplast heeft zal de verpleegkundige met de bladderscan controleren of er niet te veel urine is achtergebleven in de blaas. Mocht dit minder dan 250 ml zijn dan plast u goed uit.
De nierbekkens, de urineleiders, de blaas en de plasbuis worden samen de urinewegen genoemd. Als je je blaas niet goed leeg plast, kan dat in de laatste fase van je leven allerlei klachten geven, zoals pijn, blaasontsteking of nierbekkenontsteking.
Wanneer u urine moet inleveren, vangt u dit altijd op in een nieuw en ongebruikt urinepotje. Dit is om vervuiling en dus een foutieve uitslag te voorkomen (het gebruik van schoonmaakmiddelen is hiervoor niet voldoende). Gebruik een urinepotje met een schroefdeksel.
Pers niet mee! De blaas kan dit prima zelf. Mee persen helpt niet, dit kan zelfs de plasbuis een beetje dichtdrukken. Als u klaar bent met plassen en er geen urine meer komt, dan kantelt u rustig uw bekken een aantal keer voor- en achterover.
“Dat verschilt van persoon tot persoon. Bij de een begint de blaas al na honderdvijftig milliliter te piepen, bij de ander gaat er zevenhonderd milliliter in. Sommige mensen moeten daardoor acht keer per dag plassen, anderen maar twee keer.”
Je blaas kan knappen als je je plas te lang ophoudt
De blaas kan daardoor namelijk te veel uittrekken en zijn knijpkracht verliezen. Dit kan het uitplassen bemoeilijken. Verder kan de druk in je blaas oplopen en dit kan weer een nierbeschadiging tot gevolg hebben. Dit is niet waar, je blaas is een rekbaar orgaan.
Incontinentie en nierstenen
Verder kun je van je plas ophouden urine-infecties krijgen en kun je er incontinent van worden. Ook nierstenen en een uitgerekte blaas kunnen mogelijke gevolgen zijn van te lang of vaak je plas ophouden. Gewoon op tijd je blaas legen dus, dan is er niks aan de hand.
Een hypoactieve blaas, wordt ook wel een luie blaas genoemd. Het betekent dat je blaasspier niet meer sterk en krachtig is, maar slap is geworden. Vaak zien we dat dit ontstaat na een lange periode van ophouden van de plas.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.