Ik vind dat scholen niet vóór 11 uur 's morgens open mogen gaan. Argument: Het puberbrein is erbij gebaat om later te beginnen. Een standpunt is dus altijd wát je vindt of doet, terwijl een argument is waaróm je iets vindt of doet.
Argumenten voor je stelling
Een argument voor je standpunt geeft aan waarom jouw standpunt waar is. Als je een argument voor je stelling moet formuleren, geef dan antwoord op de volgende vragen: Waarom is jouw standpunt correct, oftewel wat is je argument?
Wat ga je doen? Eerst lees je de theorie en daarna maak je de opdracht. Het is heel belangrijk dat je je argumenten goed kunt uitleggen. Als je je argument goed uitlegt, dan heb je een sterk argument.
Reden, verklaring, argument
Signaalwoorden: omdat, want, namelijk, daarom, aangezien, op grond van, immers, om die reden.
Er zijn objectieve en subjectieve argumenten. Objectieve argumenten zijn gebaseerd op controleerbare feiten. Subjectieve argumenten zijn bijvoorbeeld gebaseerd op een mening, gevoel, ervaring of vermoedens. Je kunt argumenten ontkrachten door te laten zien dat ze zwak of onjuist zijn.
Inleiding (Kop)
Je vertelt waarom het relevant is om het hier nu over te hebben in plaats van over een ander onderwerp. Zo is het voor de lezer logisch wanneer je de stelling introduceert. Nadat je de stelling expliciet genoemd hebt, vertel je aan de lezer wat jouw standpunt is.
Deze redeneerfout ontstaat wanneer een auteur de redenering of bewering waartegen hij of zij argumenteert, vertekent of verdraait om zo de aanval op deze redenering of bewering makkelijker te maken.
De argumenten moeten vooral duidelijk zijn en kloppen. Het standpunt moet aan de hand van de argumenten stevig onderbouwd zijn. Zet de argumenten die je gaat gebruiken in een argumentatieschema, ook wel argumentatiestructuur genoemd. Een schema geeft een goed overzicht van het betoog.
Je kan een bruggetje maken naar de weerlegging door een zin als: "Een tegenargument dat we niet kunnen negeren is..." Vervolgens leg jij uit waarom dit argument niet klopt. Dit kan je doen met een nieuw argument of door een voorbeeld, feit of statistiek te noemen die aantoont waarom het argument niet klopt.
Een tegenargument en een weerlegging worden vaak voorafgegaan door signaalwoorden die een tegenstellend verband aangeven: tegenover, daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ofschoon, ondanks dat, (aan de ene kant …) aan de andere kant.
Hoe leer je signaalwoorden? Het eerste wat ik je kan vertellen is dat het stampen, stampen, stampen en herhalen, herhalen, herhalen is. Wat ik vaak doe is dat ik de woordenlijst erbij pak en de woorden een keer overschrijf op papier. Dit zorgt ervoor dat de woorden al in mijn hoofd komen.
Een mening of standpunt kun je herkennen aan signaalwoorden zoals ik vind, ik denk, volgens mij, naar mijn mening. Om je mening of standpunt te onderbouwen, gebruik je een argument om de ander te overtuigen. Een argument is de reden waarmee je aangeeft waarom je dat vindt.
Met argumenten ondersteun je een standpunt. We onderscheiden twee soorten argumenten: de feitelijke en de waarderende.
Bedenk welke argumenten je wilt gebruiken om je standpunt te verdedigen en in welke volgorde je ze gaat presenteren. Schrijf de inleiding. Schrijf een inleiding waarin je het onderwerp introduceert en je stelling presenteert. Geef ook aan waarom het onderwerp belangrijk is en wat het doel van je betoog is.
In het slot kom je terug op de in de inleiding gestelde vraag of gegeven probleemstelling. Je kan een korte samenvatting geven, je conclusie geven, een afweging maken, een oproep of aanbeveling doen of je verwachtingen uitspreken.
Een argumentatief essay is een genre van schrijven dat een argument over een specifiek onderwerp uitdrukt. Het vereist dat je grondig onderzoek doet naar het onderwerp. U moet een inleidende begrijpelijke stellingverklaring opnemen, geldige punten om deze te ondersteunen en voorbeelden om die punten te rechtvaardigen.
In veel spreek- of schrijfsituaties moet je in staat zijn een eigen standpunt te formuleren en dat te staven met argumenten. Jouw tekst, of jouw bijdrage aan een discussie, debat of besluitvormingsproces is pas succesvol als je anderen weet te overtuigen van jouw standpunt.
Voor een goede mening zijn twee dingen nodig: - Er moeten argumenten zijn. Dit bereik je door voldoende informatie te verzamelen. Je moet ergens dus genoeg vanaf weten om er over te kunnen oordelen, om je mening te kunnen geven. - Er moet van verschillende kanten gekeken worden.