“Begin in de rijbaan of eventueel in een longeercirkel. Het is eigenlijk gewoon een kwestie van doen, begin met de stap en breidt dit uit tot een rustig drafje en eventueel galop. Bijna alle paarden reageren positief op bitloos rijden, maar het is altijd even wennen voor ze”, legt Marieke uit.
Bitloos rijden kan op verschillende manieren. Over het algemeen betekent dit dat het paard een hoofdstel draagt, maar dat er geen mondstuk aan vastgegespt is. In plaats daarvan zijn de teugels bevestigd aan zijringen of tandwielen. Het is echter ook mogelijk om zonder hoofdstel te rijden.
Tijdens het onderzoek komt naar voren dat de gemiddelde pijn gerelateerde gedragingen tijdens rijden met bit 23 was. Na gemiddeld 35 dagen bitloos rijden was dit 2 pijn gerelateerde gedragingen (nogmaals het waren dezelfde paarden). Je kunt dus concluderen dat bitloos rijden de pijn met 87% vermindert.
Sommige paarden vinden de druk op het hoofd bij een bitloos hoofdstel minder prettig en gaan daardoor erg tegen te druk in (sturen niet licht) dan wordt er gekozen voor een hoofdstel met weinig drukpunten (enkel een simpel bakstuk, zonder aansnoerriemen) waardoor er enkel gestuurd wordt vanuit de mondhoeken van het ...
Paardrijden is goed voor de balans en het versterken van de core- en beenspieren. Los van dat het helpt om lichamelijk sterk te worden, helpt het ook bij mentale focus en de ademhaling. Blijven ademen tijdens de 101 andere dingen die je moet kunnen tijdens het paardrijden, is natuurlijk erg belangrijk.
Ontspan je bekken en bovenbenen en sluit je onderbenen losjes om de romp van je paard. Voel hoe je linker- en rechterbeen afwisselend naar voor en buiten worden opgetild. Zo liggen je benen stil voor je paard en bewegen je benen en bekken mee zonder spanning.
Zowel een bit als een bitloze optoming geven een paard geen vervelend gevoel of doen een paard geen pijn als een paard dit object draagt.
Wandel door de wei/bak en ga misschien eens op je hurken zitten (wat voor paarden op zichzelf al interessant is: de meeste mensen komen namelijk alleen de wei/bak in en uit om een paard te halen en blijven niet hangen). Neem lekker de tijd, dus doe dit niet met haast. Komt je paard even bij je kijken? Top!
Een hackamore hoofdstel is een bitloos hoofdstel dat de paardenmond niet stoort. Een hackamore hoofdstel geeft druk achter de oren, onder de kin en op het neusbeen. De sidepull is het ideale bitloze hoofdstel om mee te beginnen als je bitloos wilt rijden met je paard.
' Een fabel rondom mok is dat je niet mag rijden op een paard. Dat mag gerust, het is zelfs belangrijk om goed met het paard te bewegen. Zolang het paard niet kreupel is vanzelfsprekend, want de korsten kunnen pijnlijk zijn. Feit is dat paarden met veel behang gevoeliger zijn voor mok.
Heb je een verkeerde houding en/of zit, dan is het slecht voor de paardenrug. Daarom wordt aangeraden om een barebackpad te gebruiken. Hiermee ervaar je nog steeds het contact met je paard, maar wordt de rug van het paard wel beschermd. Een barebackpad verdeelt het gewicht van de ruiter namelijk gelijk over de rug.
Eigenlijk bestaan er maar heel weinig echte moeilijke paarden. Meestal is er in een vroeg stadium iets mis gegaan, door de de mens meestal. Het paard is verkeerd beleerd, op een verkeerde manier en te snel zadelmak gemaakt, en vaak ook niet echt ingereden. Echt inrijden van een paard kost tussen de 500-800 uur!
Eigenlijk zijn er dus niet veel nadelen aan rijden zonder zadel. Het kan alleen slecht voor de rug zijn als de ruiter niet goed zit of als de rug niet goed beschermd is met bijvoorbeeld een barebackpad. Met veel rij ervaring kan het niet veel kwaad.
Ook volwassenen kunnen op pony's rijden. De Haflinger en Ijslander zijn bijvoorbeeld geschikt voor de wat grotere ruiters. Belangrijk is daarbij een evenwichtige lengte- en gewichtsverhouding tussen pony en ruiter.
Dan is er maar één oplossing: je paard een dag vrij geven. Welk ongewenste gedrag je paard ook vertoont: je mag er vanuit gaan dat hij dit niet expres doet. Misschien botsen jullie karakters op sommige vlakken of begrijpt je paard jou niet, omdat je niet altijd duidelijk en consequent bent.
Begroet het paard, waar je op mag rijden, vriendelijk: het paard wordt rustiger en vertrouwensvoller, wanneer je het aait en met vriendelijke stem spreekt. Benader het paard nooit van achteren: houd oogcontact en voldoende afstand. Geef het paard geen voer uit de hand, anders zoekt het je hele lichaam naar eten af.
Een hele goeie plek, is de plek vlak achter de schoft, daar waar het zadel zou liggen. Het is de plek waar paarden elkaar 'groomen' (=elkaar zachtjes kroelen en masseren met de voortanden en lippen), uiteraard alleen als ze elkaar leuk vinden.
Bijten van het paard proberen te voorkomen
Hem keuzevrijheid bieden. Luisteren naar die subtiele signalen (het zit hem zo vaak in de ogen en in de mond, júist die signalen worden zo vaak gemist). Zo veel je paard vertellen wat hij WEL moet doen, in plaats van hem vertellen wat hij niet moet doen.
Als een paard onrustig is met het bit – door er bijvoorbeeld steeds op te bijten of te schudden met het hoofd – kan dat een teken zijn van gebitsproblemen. Proppen maken betekent dat een paard hooi kauwt, er een balletje van maakt en het daarna weer uitspuugt.
Paarden bijten om zoveel verschillende redenen: om te spelen, om te domineren of te beschermen, bij spanning, pijn of angst, bij het allogroomen of het liefdesspel, omdat ze koekjes willen, omdat ze je niet leuk vinden, ze iets moeilijk vinden of je te dicht staat, enz.
Aangalopperen gaat het makkelijkst in een wending, dus in de hoek van de rijbaan of op een volte. Doordat hij daar al in de goede richting kijkt, zal een paard eerder in de goede galop aanspringen. Om aan te galopperen ga je vlak voor de wending doorzitten. Leg je buitenbeen iets naar achteren.
Een (elastische) broek zonder naden, zoals bijvoorbeeld een legging of joggingbroek, is voor de eerste lessen ook geschikt. De broek mag niet te los zitten; de stof kan dan gaan plooien waardoor je schuurplekken kunt krijgen. De bovenkleding is iets minder belangrijk: een prettig zittend shirt of trui is prima.
Omdat de juiste houding van je handen zo belangrijk is, is het goed voor jezelf te herhalen hoe je je handen hoort te houden. De handen zijn gesloten. De iets gebogen duimen drukken de teugels licht op de wijsvinger en voorkomen dat de teugels door de hand glijden. De handen staan rechtop en de pols is lichtgebogen.