Iemand die een visus heeft van minder dan 30 % of een gezichtsveld van minder dan 30 graden, noemen we slechtziend. Is de visus minder dan 0.05 % of minder dan 10 graden, dan spreken we van blindheid.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is iemand slechtziend als hij of zij een gezichtsscherpte heeft tussen de 10 en 30 procent. Ziet iemand tussen de 5 en 10 procent, dan spreken we van ernstige slechtziendheid. Sommige mensen die slechtziend zijn, zien wel scherp, maar hebben een beperkt gezichtsveld.
Om te mogen rijden moet de gezichtsscherpte van uw beste oog minimaal 0,8 zijn. En van uw slechtste oog moet de gezichtsscherpte minimaal 0,1 zijn. Als u met 1 oog minder gaat zien dan 0,1 en u al een groot rijbewijs heeft, dan mag u tot 3 maanden niet rijden. U kunt dan het beste naar uw oogarts voor advies.
Een gemiddeld oog ziet 1.0 (100%). Sommige ogen zien meer dan normaal, bijvoorbeeld 1.2 (120%) of 1.6 (160%).
Een zicht van 10/10 betekent: even goed zien op 10m, als een normale Belg à 40j op 10m ziet. Een zicht van 9/10 (= 0.9), betekent dat iemand op 9 meter ziet, wat die normale Belg op 10 m ziet.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen.
We noemen iemand blind als zijn gezichtsscherpte kleiner dan of gelijk aan 1/20 (één twintigste) is, zelfs met een bril of lenzen. Dit betekent dat als iemand met twee goede ogen een stoel al op twintig meter afstand ziet, iemand met heel slechte ogen dezelfde stoel pas op één meter afstand of minder kan zien.
Uw patiënt moet een minimale visus van 0,5 met één of twee ogen hebben om te mogen rijden. Dit mag ook met bril of lenzen zijn. Verder mogen er geen ernstige afwijkingen zijn in het centrale deel van iemands gezichtsveld. Het gezichtsveld van uw patiënt moet horizontaal 120 graden zijn en verticaal 40 graden.
Slechtziendheid houdt in dat u een lage gezichtsscherpte heeft, een verkleind gezichtsveld ervaart of overgevoelig bent voor licht. U ziet bjvoorbeeld donkere vlekken of u kunt alleen zien wat recht voor u staat. Bij de meeste slechtziende mensen verergeren de klachten of symptomen.
Gezichtsscherpte. Sommige ogen zien meer dan normaal, bijvoorbeeld 1.2 (120%) of 1.6 (160%). Een oog dat minder ziet dan normaal ziet bijvoorbeeld 0.8 (80%), 0.6 (60%), 0.5 (50%), 0.4 (40%), 0.3 (30%), 0.2 (20%), 0.1 (10%) of 0,05 (5%).
'Heb je een leesbril nodig, dan is er inderdaad een maximale sterkte van +3 dioptrie. Dioptrie betekent: de lichtbrekende kracht van een lens. De afstand van het oog tot datgene wat je leest is ongeveer 30 cm. Voor die afstand is de dioptrie nooit hoger dan +3.
Wanneer één oog niet meer werkt dan is de visus in het andere oog minstens 0,5 (50%). De visus wordt altijd gemeten met twee ogen gelijk, de visus met twee ogen samen moet dus minimaal 0,5 (50%) zijn. Het gezichtsveld is horizontaal 120 graden en verticaal 40 graden.
De sterkte van het brillenglas wordt uitgedrukt in een getal met een plus- of een minteken ervoor. Staat er een plusteken, dan ben je verziend. Je hebt je bril nodig voor beter zicht van dichtbij. Staat er een minteken, dan ben je bijziend.
Slechtziendheid betekent dat iemand minder dan 30 procent ziet of een gezichtsveld heeft dat kleiner is dan 30 graden. Een normaal gezichtsveld is 140 graden. De visuele beperking kan niet worden gecorrigeerd door het dragen van een bril of contactlenzen.
Een persoon met 20/40-visie ziet bijvoorbeeld op 20 voet, wat een gemiddelde persoon op 40 voet afstand kan zien. Een persoon met 20/10-visie kan echter voorwerpen duidelijk zien op 20 voet, terwijl de gemiddelde persoon dichterbij moet staan, namelijk op 10 voet, om het te zien.
Iemand die een visus heeft van minder dan 30 % of een gezichtsveld van minder dan 30 graden, noemen we slechtziend. Is de visus minder dan 0.05 % of minder dan 10 graden, dan spreken we van blindheid.
Welke oogsterkte is slecht? Hoe hoger de oogsterkte, hoe minder scherp je kan zien. Er bestaat geen slechte oogsterkte. Wel kan het voorkomen dat een bril of lenzen niet voldoende de ogen corrigeren.
Rijgeschiktheid. Voor het rijbewijs B voor het besturen van een personenauto en een motorfiets gelden de volgende criteria: Wanneer je met beide ogen kijkt, dan is een gezichtsscherpte van 0,5 vereist. Als één oog niet meer of verminderd werkt, dan dient de visus in het andere oog minstens 0,5 (50%) te zijn.
Wat houdt slechtziend zijn in? Slechtziendheid is een visuele beperking die niet hersteld kan worden door een bril of lenzen. Slechtzienden zien alleen gedeeltelijk wat zich in hun omgeving afspeelt en ondervinden vaak grote moeilijkheden bij het uitvoeren van alledaagse handelingen.
Je mag maximaal 9 “foutpunten” maken, dus om te slagen moet je 41/50 halen. De examenvragen worden verdeeld in zware fouten en lichte fouten. Er zijn 5 zware “foutpunten” vragen en 45 lichte “foutpunten” vragen. Bij zware fouten worden er 5 punten afgetrokken en bij een lichte fout is dat 1 punt.
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
Rijbewijs geldig
Met een Nederlands rijbewijs kunt u buiten Nederland alleen laten zien welke voertuigen u mag besturen. Maar uw Nederlandse rijbewijs is niet in elk land geldig.
Oorzaken van blindheid
Aangeboren blindheid. Een erfelijke afwijking aan een of beide ogen. Acute blindheid na een ongeval of een val op het hoofd, waarbij bijvoorbeeld niet aangeboren hersenletsel (NAH) optreedt. Shock of een ziekte, waardoor je tijdelijk blind bent.
Verlies van perifeer zicht – u ziet niets aan een kant of boven/onder ooghoogte. Het centrale gezichtsvermogen blijft intact. Nevelig zicht – uw gezichtsveld lijkt bedekt te zijn met een laagje folie. Wazig zicht – objecten van dichtbij en veraf zijn onscherp.
problemen met zien in het donker. veelvuldig knipperen en samenknijpen van de ogen. moeite met het lezen van kranten of tijdschriften. onscherpe of dubbele beelden gedurende korte perioden.