Na een voeding is meestal het beste moment om naar buiten te gaan met je baby. Zo weet je dat hij niet gelijk weer honger krijgt, en is de kans groot dat hij lekker in slaap zal vallen. Zorg ook voor een schone luier vlak voordat jullie weggaan. Neem een completeluiertas mee waarin niks mist.
Doorgaans is vlak na een voeding het beste moment voor een uitje. Je baby kan dan slapen in de kinderwagen of draagzak. Zo voorkom je dat je kleine begint te huilen omdat hij honger heeft.
Hoe vaak je naar buiten kan met je baby is geheel aan jou en wat jij aan kan. Maar gezien de rompslomp die er in het begin bij komt kijken om even naar buiten te gaan, is 1 keer per dag misschien wel genoeg. Het is voor je baby ook niet prettig om telkens overal mee naartoe gesleept te worden.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
De buitenlucht is goed voor je baby.
Wist je dat frisse lucht voor je baby even belangrijk en nodig is als voor ons volwassenen? Net zoals ze aangepaste voeding nodig hebben, verlangen baby's ook naar frisse lucht. Zelfs in deze coronatijden is het dus aangewezen om dagelijks met je oogappel op wandel te gaan.
Sommige baby's kunnen al met 10 maanden echt loslopen, anderen doen het later. Het duurt ongeveer 4 maanden vanaf het moment dat je kind gaat staan en langs de rand gaat lopen, tot het moment dat je kind losloopt. Maar het kan ook langer duren. De meeste kinderen kunnen rond 18 maanden loslopen.
Het omrollen van je baby is het begin van zijn voortbewegen. Vanaf hier zal je baby leren tijgeren, kruipen en uiteindelijk lopen.
Over het algemeen is het zo dat een baby zich overstrekt als reactie op negatieve prikkels, zoals pijn en stress. Bekend is dat baby's onrustig worden als ze: Te veel prikkels tegelijk krijgen, zoals lawaai, hard gepraat, fel licht, een te koude of te warme omgeving.
Op de buik- of zij slapen zorgt bij baby's voor een vergroot risico op wiegendood. Dat komt omdat jonge baby's niet zelfstandig om kunnen draaien. Het is dus heel gevaarlijk als je baby met het gezichtje naar beneden in het matras komt te liggen, omdat deze dan geen adem meer kan halen.
Voor geboortes vanaf 1 januari 2021 wordt het aantal afwezigheidsdagen opgetrokken tot 15 en voor geboortes vanaf 1 januari 2023 stijgt dat aantal zelfs tot 20 dagen. Ook die extra dagen geboorteverlof kunnen naar keuze van de werknemer worden opgenomen binnen de vier maanden vanaf de dag van de bevalling.
Tijdens lange autoritten is het advies om minstens elke twee uur een pauze in te lassen. Met een kindje op de achterbank is dit ook zeker aan te raden. Hij kan zijn beentjes strekken en zijn energie kwijtraken. Je kan dit combineren met een eetmoment of toiletbezoek (als je kindje zindelijk is).
Schema voor beginners: in 8 weken naar 1 uur wandelen
Je wandelt drie keer per week en iedere week loop je iets langer. Zorg ervoor dat je de trainingen goed spreidt over de week. Loop bijvoorbeeld op zaterdag, dinsdag en donderdag. In iedere training wissel je duurtempo 1 af met heel rustig wandelen.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Toch komen regeldagen bij de meeste baby's ongeveer rond dezelfde voor. Zowel rond de 9 á 10 dagen, rond de 3 á 4 weken, rond de 3 maanden en rond de 6 maanden. Ook na die 6 maanden kan een regeldag nog voorkomen. Over het algemeen duren regeldagen bij een kindje zo'n 1 of 2 dagen.
Bij baby's is twee tot drie keer per week in bad meer dan genoeg. Zorg dat het water de goede temperatuur heeft (niet hoger dan 37 graden Celsius) en dat er genoeg water in het badje zit zodat je baby niet afkoelt. Je hoeft niets in het water te doen, al helemaal geen zeep.
Lichaamssignalen dat de baby honger heeft;
Handjes in het mondje doen. Lippen tuiten of tong uitsteken. Zoeken met het hoofdje. Over de lipjes likken.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
De gevolgen van overstrekken kunnen vervelend zijn voor zowel de baby als voor de ouders. Een kindje die zich af en toe overstrekt tijdens het huilen, hoeft geen reden tot zorgen te zijn. Als het je kindje echter erg vaak overkomt, kan hij gaan achterlopen in zijn motorische ontwikkeling.
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen.
Naar voren tijgeren op de buik:baby's leren gemiddeld tussen de 8 en 9,5 maanden om naar voren te tijgeren op hun buik door zich met de armen voort te trekken en met de benen af te zetten. Kruipen met de buik van de vloer: baby's leren gemiddeld tussen de 6 en 10 maanden kruipen.
Gemiddeld lopen de meeste baby's tussen de 9 maanden en 12 maanden voor het eerst. Eerst houden ze zich hierbij vast aan jou of de tafel, maar rond de 14 maanden lopen de meeste baby's helemaal los. Net als bij kruipen, praten en andere mijlpalen doet elk kind dit op z'n eigen tempo.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Record. Het zou best kunnen dat Lula de jongste baby is die dit kan, maar helaas voor haar wordt door Guinness World Record alleen het record bijgehouden voor kinderen die lopen. Dat staat nu nog op naam van Reuben Robinson die zijn eerste stapjes zette met zes maanden.
De meeste baby's gebruiken 'mama' of 'dada' als naam voor hun ouder rond de leeftijd van 7 tot 12 maanden. De eerste woordjes (anders dan 'mama' of 'dada') zeggen veel baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kind 2 jaar is, zegt hij zinnen van 2 tot 4 woorden.