Vaak noemt men afschrijvingen daarom ook wel 'niet-kaskosten'. Daarmee bedoelt men: het zijn wel kosten, maar dan zonder dat er geld wordt uitgegeven. Afschrijven heeft dus wel gevolgen voor de winst die naar beneden gaat, maar niet voor de kaspositie van het bedrijf.
De operationele kasstroom kijkt niet naar investeringen en laat daardoor vaak een te gunstig beeld zien. De vrije kasstroom neemt daarentegen alle investeringen mee. Dit zorgt ervoor dat bij snel groeiende bedrijven de vrije kasstroom vaak negatief is. Het neerzetten van nieuwe fabrieken kost immers veel kapitaal.
Met een kasstroom wordt bedoeld het geld dat een bedrijf in- en uit stroomt. De kasstroom is gelijk aan de inkomsten minus de uitgaven van een bedrijf. Met dat gegeven zijn er twee mogelijkheden: Positieve kasstroom; een positieve cashflow houdt in dat er meer geld binnen komt dan eruit gaat.
Wat is cashflow
De eerste en logische definitie van cashflow is geldstroom of kasstroom. In deze betekenis is de cashflow het verschil tussen inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode (een maand, een jaar).
Een positieve cashflow betekent dat je bedrijf meer geld ontvangt dan uitgeeft. Je kunt alle rekeningen betalen en hebt nog geld over. Financiering heb je dus niet nodig. Je hebt geen geldstress en je leveranciers zijn blij met je.
Cashflow is niet hetzelfde als winst of verlies. Het is belangrijk om dat goed te beseffen. Je hebt net kunnen lezen dat winst het bedrag is dat overblijft nadat de kosten zijn verrekend. Daarbij wordt niet gekeken of het geld ook al daadwerkelijk op je eigen rekening staat.
Nog even in het kort: de winst is het bedrag dat je aan het eind van het jaar onder aan de streep overhoudt nadat je alle kosten ervan afgetrokken hebt. Je omzet is het totaal van de verkopen in een bepaalde periode (exclusief btw) en je cashflow is het geld dat je bedrijf binnenkomt en uit gaat.
De cashflow is de belangrijkste graadmeter om te zien hoe je bedrijf er financieel voor staat. Sterker nog, je kunt als bedrijf winstgevend zijn en toch failliet gaan omdat je een negatieve kasstroom hebt en er dus geen geld beschikbaar is.
Hoe bereken je de cashflow? Je berekent de cashflow met een simpele formule. De nodige bedragen vind je in de resultatenrekening van je onderneming. Voorbeeld: 25.000 euro winst na belastingen in 2019 + 10.000 euro afschrijvingen in 2019 = 35.000 euro cashflow.
Om jouw cashflow te berekenen, zet je twee bedragen naast elkaar: het geld dat gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld de afgelopen drie maanden) bij jouw bedrijf binnenkomt en het geld dat je uitgeeft. De formule om je netto cashflow te berekenen is: inkomende geldstroom – uitgaande geldstroom = netto cashflow.
De ijzeren voorraad en eventuele strategische voorraden zijn niet liquide. Ook andere moeilijk in geld omzetbare zaken zoals duurzame beleggingen, machines en onroerend goed zijn niet liquide. Wel kan men niet-liquide zaken of zelfs een hele onderneming liquideren, dus omzetten in liquide middelen.
De cash flow van een onderneming is het totale geldbedrag dat de onderneming genereert in een boekjaar, dus de nettowinst plus afschrijvingen. Afschrijvingen zijn geen echte geldstromen. Op de cash flow moet de aflossing van langlopende schulden en investeringen in mindering te worden gebracht.
Een kasstroomoverzicht is zowel onder NL GAAP als onder IFRS een verplicht onderdeel van de jaarrekening. Alleen kleine rechtspersonen die NL GAAP toepassen zijn vrijgesteld van het opstellen van een kasstroomoverzicht. In de praktijk blijkt dat het opstellen van een kasstroomoverzicht problemen kan opleveren.
EBITDA staat voor Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation. Oftewel: winst vóór aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijving en afboekingen.
De netto contante waarde (NCW) bereken je door de contante kosten ofwel de uitgaande kasstromen (huidige waarde van toekomstige kosten) af te trekken van de contante opbrengsten ofwel de inkomende kasstromen (huidige waarde van toekomstige opbrengsten).
Je kunt heel veel omzet behalen en toch verlies lijden. Omzet, dat zijn de opbrengsten inclusief de btw. De winst van je bedrijf bereken je door de kosten van de opbrengsten af te trekken. De kosten zijn dus belangrijk als je de winst van je bedrijf berekent.
Omzet is niet hetzelfde als winst. Je kunt namelijk heel veel omzet behalen en toch verlies lijden. De winst van je onderneming bereken je door de kosten van de opbrengsten af te trekken. Als je hoge omzet behaalt, maar je moet daar hoge kosten voor maken, dan is de onderneming dus niet in balans.
De winst- en verliesrekening (of resultatenrekening) is een overzicht van alle opbrengsten en kosten van een onderneming in een bepaalde periode. Alle bedragen op de winst- en verliesrekening zijn exclusief btw.
Bij een positieve cashflow komt er meer geld binnen dan eruit gaat. Je hebt dan voldoende ruimte om alle rekeningen te betalen, wat erg belangrijk is voor iedere onderneming. Een positieve cashflow laat zien dat je bedrijf gezond is en groeit.
Door middel van een cashflow planning maak je bedrijfsmatig inzichtelijk wanneer je overtollig geld (excess cash) verwacht. Hierdoor kun je bijvoorbeeld financiële reserveringen plannen voor investeringen of het uitkeren van dividend.
Winst kan ook negatief zijn, dan is het een verlies. Omzet is het resultaat van de verkopen van producten en/of diensten in een jaar. Van de omzet trek je de inkoopwaarde af.
Je stelt een winst- en verliesrekening op door alle opbrengsten van een boekjaar bij elkaar op te tellen. Vervolgens verminder je deze opbrengsten met alle kosten die je voor je bedrijf hebt gemaakt.
In de boekhouding zit er verschil tussen uitgaven en kosten. We spreken van kosten op het moment dat er een winst vermindering is in een bepaalde periode. Er hoeft daarbij geen sprake te zijn van een daadwerkelijke betaling (uitgaven).
Als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% gemiddeld is, een marge van 20% of hoger goed is en een marge van 5% laag is. Soms verandert de marge als bijvoorbeeld de vaste kosten stijgen.