Zeer vaak (> 10%): vermoeidheid, (orthostatische) hypotensie. Vaak (1-10%): duizeligheid, hoofdpijn. Bradycardie, palpitaties, evenwichtsstoornissen, dyspneu bij inspanning, koude handen en voeten, fenomeen van Raynaud. Misselijkheid, buikpijn, diarree, obstipatie.
Hoe lang u dit medicijn moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van het oedeem. Als u een een hart dat minder goed pompt (hartfalen) heeft moet u het waarschijnlijk lange tijd gebruiken. Diabetes (suikerziekte) insipidus. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u het waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.
Als metoprolol niet werkt of kan worden gebruikt, kan de arts labetalol voorschrijven.
Als u in 1 keer stopt, is de verandering voor uw hart en bloeddruk dan te snel. Bouw het gebruik in 1 tot 2 weken langzaam af in overleg met uw arts en apotheker. Als u metoprolol moet stoppen voor een operatie, moet u meestal minstens 48 uur voor de operatie stoppen.
U mag dit medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis.
De twee meest voorkomende ontstekingsremmers waren Ibuprofen (Brufen) en diclofenac (Voltaren). Het blijkt dat de inname van een ontstekingsremmer in de maand voor het incident de kans op een hartstilstand deed stijgen met 31%. Diclofenac verhoogde het risico sterker (50%) dan ibuprofen (31%).
De startdosering is één keer per dag 100 tot 200 mg voor een gewone tablet en tabletten met gereguleerde afgifte tartraat. De maximale dosering is 400 mg per dag. Voor tabletten met gereguleerde afgifte succinaat geldt een begindosering van 50 mg.
Volwassenen. Oraal: gewone tablet, tabletten met gereguleerde afgifte tartraat: gebruikelijke dosering 100–200 mg/dag in 1–2 doses, max. 400 mg per dag. Tabletten met gereguleerde afgifte succinaat: begindosering 50 mg 1×/dag 's ochtends; bij onvoldoende effect verhogen tot 100 mg 1×/dag, eventueel 200 mg 1×/dag.
Kortademigheid bij inspanning. Maagdarmklachten: misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Koude handen en voeten.
Metoprolol is een bètablokker. Metoprolol verlaagt de bloeddruk en hartslag. Daarnaast vermindert het de zuurstofbehoefte van het hart. Artsen schrijven metoprolol onder andere voor bij hoge bloeddruk, hartfalen, hartritmestoornissen en na een hartinfarct.
Welke bètablokker geeft de minste bijwerkingen? Metoprolol wordt het vaakst voorgeschreven bij hart- en vaatziekten als hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk. Je hebt bij dit medicijn het minst last van vervelende verschijnselen, zoals vermoeidheid en koude handen.
Kan ik zomaar stoppen met Metoprolol Succinaat? Het is niet verstandig in één keer met metoprolol te stoppen. De verandering is voor uw hart dan te snel. Bouw het gebruik gedurende één tot twee weken geleidelijk af in overleg met uw arts.
ACE-remmers maken de bloedvaten wijder. Daardoor wordt de druk in de bloedvaten minder. Ze hebben weinig bijwerkingen.
De bloeddruk (gemiddeld over een dag) wordt daarmee wat lager dan wanneer je dezelfde tabletten 's ochtends neemt. Ook gebleken is dat als je je bloeddrukmedicijnen 's avonds inneemt, je duidelijk minder kans hebt op hart- en vaatziekten, en dat mensen daar dan ook minder vaak door komen te overlijden.
Bij hoge bloeddruk schrijven artsen bètablokkers meestal voor in combinatie met andere medicijnen, zoals plastabletten. In eerste instantie schrijft de arts als bètablokker metoprolol voor, omdat dit middel minder bijwerkingen heeft en in onderzoek het effectiefst is gebleken.
Bètablokkers vertragen de hartslag zodat het hart rustiger pompt. Ze verwijden ook de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk. Voorbeelden van dit type medicijn zijn onder andere: metoprolol, atenolol en bisoprolol.
Bètablokkers kunnen leiden tot insomnia (slapeloosheid) en nachtmerries [6-8]. Naast de bètablokkers kunnen ook andere geneesmiddelen het slaapwaakritme negatief beïnvloeden.
Hoe kunt u stoppen met medicijnen die de bloeddruk verlagen
U kunt het beste steeds wat minder van het medicijn nemen. Dat kan snel: elke week bijvoorbeeld de helft minder. Of langzamer: elke maand de helft minder. Uw huisarts bespreekt met u wat bij u het beste is.
Dit zijn medicijnen die het hart ontlasten. Artsen schrijven metoprololsuccinaat voor bij hoge bloeddruk, hartfalen en bij hartkrampen. Metoprololtartraat wordt ook voorgeschreven bij hoge bloeddruk, hartkrampen en na een hartaanval. Het verschil is dat metoprololsuccinaat een verlengde afgifte heeft (retard).
Sporten en bètablokkers
Het gebruik van bètablokkers heeft gevolgen voor sporters, met name bij intensief sporten. Dan kunnen deze medicijnen je prestatie verminderen.
Bij iemand met een trage stofwisseling krijgt het lichaam meer tijd om voedingsstoffen op te nemen en vast te houden dan bij iemand met een normale stofwisseling. Het gevolg is gewichtstoename.
Tevens kan gelijktijdige inname leiden tot verminderde opname van deze medicijnen. Daarom is het verstandig minimaal 2 uur te laten tussen inname van de bèta-blokker en de magnesium. Kalium: sommige bèta-blokkers kunnen de bloedspiegel van kalium verhogen.
Metoprolol is sinds 1975 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar onder de merknaam Selokeen en als het merkloze Metoprolol, Metoprololi Succinas, Metoprololsuccinaat, Metoprololtartraat en Metoprololi Tartras. Het is te verkrijgen in tabletten en injecties.
Metoprolol in retard vorm heeft na vermalen een te korte wer kingsduur. Daarnaast komt alle werkzame stof in één keer vrij, wat kan leiden tot toxici teit.