3 aspecten attitudes te onderscheiden: cognitieve, affectieve en conatieve(gedrags)component.
Een attitude bestaat uit drie componenten: cognitief; affectief; conatief. Attitudes zijn te beïnvloeden, bijvoorbeeld door reclame.
Een attitude kan positief, negatief of neutraal zijn. Voorbeelden van attitudes zijn: doorzettingsvermogen, bereidheid om te leren, flexibiliteit, gemotiveerd tot initiatief nemen, negativiteit, angst om te onderzoeken, vermijding.
De gedragscomponent van een attitude is de neiging om op een bepaalde manier te reageren op een object of activiteit.
We gebruiken hierbij het COM-B-model dat ervan uitgaat dat er drie factoren (Capaciteit, Omgeving en Motivatie) van invloed zijn op het gedrag (Behaviour).
Attitudedoelen gaan over een bepaalde houding, een manier waarop men in het leven staat en tegen een situatie aankijkt. Deze kunnen heel persoonlijk zijn, maar je kunt ook een bepaalde attitude of denkcultuur ambiëren binnen je organisatie.
Een brede definitie van attitude is : een geheel van opvattingen, gevoelens en genegenheden tot handelen ten opzichte van iets of iemand. In de medische praktijk is het moeilijk een duidelijk onderscheid te maken tussen kennis, vaardigheden, attitudes, daar ze vaak op hetzelfde moment moeten toegepast worden.
Affectieve component: voelen
en haar attributen met bepaalde gevoelens, sentimenten, stemmingen en emoties. Zo wordt het object geëvalueerd en beoordeeld. Binnen tienden van een seconden wordt er een label aangeplakt: like of dislike.
Een competentie is een verzameling van kennis, ervaring, vaardigheden en talent . Ze worden vaak opgedeeld in hard skills en soft skills.
de attitude
(v.) Verbuigingen: attituden, attitudes (meerv.) een houding; een denkwijze; een opstelling.
Inleiding Een attitude is een houding, maar zelf geen gedrag. Met de attitude wordt het gevoel, de kennis en de gedragsintenties bedoeld ten aanzien van een attitudeobject. Een attitude is aangeleerd en wordt veroorzaakt door telkens op een bepaalde wijze te reageren op een bepaald object.
Een usage & attitude onderzoek, ook wel kennis, houding en gedrag onderzoek, is een onderzoek naar de algemene beoordeling en gebruik van een specifiek product of specifieke productcategorie. Er wordt met name gekeken naar het product, het gebruik en de shopper segmentatie.
Het ASE model is een model dat laat zien hoe gedragsverandering plaatsvindt. Het model is gebaseerd op de Theory of Planned Behaviour en de Sociale Leertheorie van Albert Bandura. Het model stelt dat menselijk gedrag te voorspellen is door de intentie van gedrag te bestuderen.
Het beschrijft iemands mentale en emotionele toestand, de manier waarop iemand denkt, zich voelt en gedraagt. Een positieve attitude kan bijvoorbeeld worden beschreven als optimistisch, vastberaden en zelfverzekerd, terwijl een negati...
Eens een attitude verworven is, past men ze spontaan toe in verschillende situaties. Attitudes zijn niet rechtstreeks observeerbaar, maar wel af te leiden uit indicatieve gedragingen (attitudegedragingen).
Het Triade-model is een model dat menselijk gedrag (in organisaties) verklaart en voorspelt. Daarnaast geeft het een indicatie voor waar je (met communicatie) in moet investeren om specifiek gedrag tot stand te brengen.
Het ANGELO-raamwerk (Swinburn e.a., 1999) is een ecologisch model ontwikkeld voor het in kaart brengen van de omgevingsfactoren in relatie tot overgewicht en obesitas. ANGELO staat voor 'Analysis grid for environments linked to obesity'.
Gedrag wordt verdeeld in uiterlijke gedragingen (werken, sporten, praten etc) en innerlijke gedragingen (denken, dromen, onzichtbare emoties). Andere onderverdelingen van gedrag zijn bewust en onbewust of erfelijk en aangeleerd. Het totaal van gedragingen wordt persoonlijkheid genoemd.
Is het gedrag onderdeel van een (persoonlijk) doel? Zijn er toezeggingen gedaan met betrekking tot het gedrag? Zijn mensen op een bepaalde manier al geïnvesteerd of betrokken bij het gedrag? Is de doelgroep in staat om het verschil tussen doelgedrag en eigen gedrag waar te nemen?
De in de literatuur genoemde beïnvloedende factoren kunnen worden onderverdeeld in: persoongebonden factoren, omgevingsfactoren (werk- en thuissituatie, samenleving, regelgeving) en factoren die betrekking hebben op de interventie (begeleiding en behandeling).
De vaardigheden die iemand bezit. Hiermee bedoelen we vooral de fysieke en geestelijke handelingen die iemand goed beheerst. De attitudes en karaktertrekken die typerend zijn voor een persoon. We hebben het dan vooral over de (veelal aangeleerde) houding die iemand inneemt ten opzichte van de wereld en zijn medemensen.
Een wijziging die optreedt in de houding van een persoon ten opzichte van andere personen, groepen, zaken, opvattingen, omstandigheden en dergelijke.