Ook als de wond rood of warm is of nat blijft, is het goed om een dokter hiernaar laten kijken. Neem bij twijfel altijd contact op met uw arts. Wonden die niet of niet goed genezen kunnen chronische wonden zijn. Het is belangrijk om met uw arts te bespreken hoe u deze wonden behandeld.
Wat is wondvocht en hoe ontstaat het? Als je een wond oploopt, gaan de cellen in je huid meteen aan de slag om deze te herstellen. Ze willen de beschadiging zo snel mogelijk repareren. Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat.
Is de wond nat of lekt er nog bloed of wondvocht uit? Breng dan eerst vette gaas (zalfgaas) aan: één laagje maar, dus ook niet dubbelvouwen. Vette gaas zorgt ervoor dat het verband niet aan de wond blijft vastplakken.
Als een wond niet begint te genezen binnen de 3 weken, neem dan contact met de huisarts. Als je bekend bent met diabetes of hart- en vaatproblemen of als je veel medicijnen slikt, neem dan sneller contact op. En tot slot, volg de adviezen op, wees therapietrouw.
Kleine of complexe wond sneller genezen
Houd de wond schoon en bedek het eventueel met een pleister of gaasverband. Bij een complexe of open wond kan genezing langer duren. Dat kan erg vervelend zijn. Is dit het geval, neem dan contact op met uw behandelaar of specialist.
Wanneer sprake is van een klein open wondje kan je deze het beste schoonspoelen met water en ontsmetten met een ontsmettingsmiddel. Dek het wondje af met een HeltiQ Wondpleister, HeltiQ Pleisterstrips of een HeltiQ Gaaskompres met een HeltiQ Hechtpleister.
Wij hebben het antwoord: het genezingsproces duurt bij kleine wonden meestal tussen de 24 en 72 uur. Wondgenezing bestaat uit 5 verschillende fasen. In de eerste fase, wanneer de wond ontstaat, zorgt de bloedstolling voor een tijdelijke afsluiting van de wond. De tweede fase resulteert in en een rood wordende huid.
Meestal geneest uw wond vanzelf. De wondranden groeien dan aan elkaar. Dit kan een paar weken duren.
Staudt® wondzalf kan gebruikt worden voor het wondbed, wondrand en de huid rondom de wond en is geschikt voor zowel acute als voor chronische wonden ongeacht een droge, vochtige of natte wondomgeving. Voorbeelden zijn geïnfecteerde wonden, brandwonden, schaafwonden, doorligwonden, diabetische wonden en open wonden.
Open wond afdekken (met een pleister of verband) Als er nog vocht uit de wond komt, is het goed om een pleister te gebruiken. Dit, of een vette gaas (zalfgaas) met daaroverheen een absorberend verband tot de wond droog is.
Hydro- actieve verbanden
Deze verbanden kunnen veel wondvocht opnemen. Hierdoor worden de eiwitten en groefactoren in de wond vergroot. Er wordt een vochtig milieu gecreëerd, het reinigt de wond en er is volledig elastisch contact met de wondbodem. Vaak worden deze verbanden ingezet bij vochtige tot zeer natte wonden.
Betadine Zalf
Je brengt een dunne laag zalf aan op de wond en de huid eromheen. Je kunt de zalf zowel op een open wond als onder een verband of pleister aanbrengen. Als je een verband of pleister gebruikt, verschoon je deze 1 tot 2 keer per dag of zo vaak als nodig totdat de wond dicht is.
Sudocrem kan kleine wondjes helpen genezen
Zoals we al zeiden, ondersteunt Sudocrem het herstellend vermogen van de huid; het zorgt ervoor dat wondjes sneller genezen. De benzylbenzoaat en benzylcinnamaat in Sudocrem hebben sterke genezende eigenschappen.
Smeer witte vaseline in de wond om het vochtig te houden. Dat zorgt voor een optimale genezing. U mag eventueel een pleister over de wond plakken. U hoeft de wond niet steriel te behandelen.
Wij adviseren Staudt Wondzalf. Deze zalf bevordert de genezing van alle wonden. De zalf heeft een drievoudige werking. Namelijk: het ontsmet, heelt de wond en beschermt en verzorgt.
Volume, kleur, viscositeit en geur vormen aanwijzingen voor de oorzaken van de slechte wondgenezing, bijvoorbeeld bacteriële status en infectie. Een bekend voorbeeld is het excessieve, fluorescerende groene wondvocht bij een super-infectie met pseudomonas aeruginosa.
Heeft de huisarts de wond gehecht of geplakt? Dan moet u de wond 12 uur drooghouden. Is de wond in het ziekenhuis gehecht? Dan moet u de wond 24 uur drooghouden.
Verschillende vitamines (A, B, C en E) zijn belangrijk bij de wondgenezing. Een gebrek aan één enkele vitamine kan de genezing al vertragen. Eet daarom vooral gezond en gevarieerd en houd je aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheden, met afwisselend vlees, vis en kip en veel groente en fruit.
Gebruik Bepanthen Wondgel op kleine wonden zoals: snijwonden, schaafwonden, huidkloven en brandwonden. Ook te gebruiken bij verbranding door de zon. Reinig de te behandelen zone en breng daarna een dunne laag Bepanthen Wondgel aan op de wond zonder die aan te raken met de tube.
Zinkoxide wordt bij veel huidaandoeningen gebruikt. De belangrijkste aandoeningen waarbij het kan worden toegepast zijn eczeem, jeuk, koortslip, wondverzorging, zoals bij doorligwonden en herpes genitalis en bij kapotte mondhoeken.
Wel is het zo dat zink zorgt voor een wit laagje op je huid, wat zichtbaar kan zijn als een witte waas of witte vlekjes op de huid. Dus wil je bijvoorbeeld je koortslip of een wondje sneller laten indrogen, dan kan je zinkzalf gebruiken – maar nadeel is dat de crème een wit laagje achterlaat.
Ontsmet een open wond met chloorhexidine-oplossing of povidonjodium-oplossing. Laat de wond even drogen. Chloorhexidine is een heldere, ontsmettende vloeistof, crème of spray.
Een ontstoken wond ontsmetten
Een wond ontsmetten doe je als eerste met water. Vervolgens is het slim om een desinfectiemiddel te gebruiken zoals Betadine, dit is een jodiumoplossing die niet prikt. De producten van Betadine zijn verkrijgbaar in verschillende vormen, zoals een zalf of een vloeibare oplossing.
Smeer geen vaseline op een open wond. Als dit niet praktisch is (bijvoorbeeld in verband met kleding) en bij diepere schaafwonden kun je de schaafwond afdekken met metaline of ander niet aan de wond klevend verband. Gewone pleisters en kompressen plakken aan de wond vast.
Vette gaasjes zijn ideaal voor de volgende wond soorten: Brandwonden in een niet acute fase. Tweede graads brandwonden met een dichte blaar. Langzaam genezende open wonden.