Met specifieke antigenen lukte het haar diverse soorten streptokokken van elkaar te onderscheiden. De streptokok van ernstige infecties bij de mens deelde ze in als 'groep A', die van ernstige infecties bij de koe als 'groep B' (bovine).
Besmetting en preventie van groep B-streptokokkeninfecties
Besmetting vindt plaats door middel van direct contact, zoals bij een moeder en een kind tijdens de bevalling. Baby's worden ziek wanneer de bacterie het lichaam binnendringt. Bij langdurig gebroken vliezen kan besmetting van de foetus optreden.
Door hoesten, niezen en hard praten kunnen druppeltjes met de bacterie van de een naar de ander gaan. De bacterie kunt u ook doorgeven door aanraken.
De streptokokken kunnen dan worden aangetoond met behulp van een kweek. De verpleegkundige strijkt dan met een wattenstokje eerst langs de ingang van de vagina, en dan langs de anus. De uitslag duurt meestal twee tot drie dagen. Testen die een snellere uitslag geven worden 'sneltests' genoemd.
De 'groep-B-streptokok' is een bacterie die bij veel vrouwen, ook tijdens de zwangerschap, in de baarmoedermond of in de vagina (schede) aanwezig is. 1 op de 5 zwangeren draagt deze bacterie bij zich: zij worden dragers genoemd. Soms veroorzaakt de bacterie een blaasontsteking.
De groep-A-streptokok kan als onschuldige bacterie in de keel en op de huid voorkomen en soms een keelontsteking of roodvonk veroorzaken. In zeldzame gevallen ontwikkelt zich een ernstige infectie zoals een bloedvergiftiging, longontsteking, ernstige onderhuidse infectie of botinfectie.
De streptokokkenbacterie zit vooral in de neus- en keelholte en op de huid. Anderen kunnen deze bacterie krijgen door niezen of hoesten van iemand die de bacterie bij zich draagt. Ook via direct contact met handen of via voorwerpen (zoals speelgoed) waar de bacterie op zit kan de bacterie worden overgedragen.
De belangrijkste virussen die prenatale infecties kunnen veroorzaken zijn CMV, parvovirus B19 en varicella-zostervirus. Na de invoering van universele rubellavaccinatie is congenitale rubella zeer zeldzaam geworden.
De meeste zwangere vrouwen met GBS krijgen penicilline, dit is een bepaald soort antibioticum.
Groep A-streptokokken kunnen overgedragen worden door middel van druppeltjes vocht die vrijkomen tijdens hoesten, niezen en praten. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. Iemand met de bacterie kan anderen ook besmetten via de handen.
Op nummer 1 van de lijst staat volgens de organisatie de Acinetobacter baumannii, een ziekenhuisbacterie. Vooral de luchtwegen en de longen worden aangetast door de bacterie. Maar ook salmonella, staphylociccus aureus of Neisseria gonorrhoeae komen op de lijst voor.
Meestal schrijft de arts dan feneticilline, fenoxymethylpenicilline of azitromycine voor. Fenoxymethylpenicilline doodt de streptokok-bacterie. Na inname verspreidt het medicijn zich via het bloed over uw lichaam, onder meer in het slijmvlies van uw keel.
Besmettelijke periode
Na aanvang van antibiotische behandeling is de patiënt nog 2 tot 3 dagen besmettelijk, in de praktijk wordt 24 uur na aanvang van de antibiotische behandeling aangehouden (bij 15% van de gevallen blijft de streptokok na behandeling wel aantoonbaar in de neus).
De Groep A Streptokok is een bacterie. Andere namen zijn GAS en roodvonkbacterie. De bacterie kan bijvoorbeeld keelpijn geven, amandelontsteking, krentenbaard of roodvonk. Veel ontstekingen gaan vanzelf over.
In het geval van Groep-B-streptokokken draagt de moeder ze meestal tijdens de bevalling over aan haar kind. Overigens worden lang niet alle dragers van streptokokkenbacteriën meteen ziek. Bij pasgeboren baby's leidt bijvoorbeeld 1 op de 1.000 infecties met Groep-B-streptokokken tot een ziekte.
Bij de foetus kan als gevolg van de infectie een ernstige bloedarmoede ontstaan, die leidt tot vochtophoping in het lichaampje (hydrops foetalis). Dit is op een echo te zien. In deze gevallen is het soms mogelijk om via een intra-uteriene bloedtransfusie het ongeboren kindje te redden.
Een bacteriële infectie van de placenta, vliezen of navelstreng kan leiden tot een vroeggeboorte. Vooral bij kinderen die vóór de 30 weken geboren dreigen te worden, spelen bacteriën vaak een rol. Hoe groot die rol is, was onduidelijk.
Aanbeveling. Het risico op aangeboren afwijkingen na gebruik van deze antibiotica in de eerste drie maanden van de zwangerschap is laag. Het is belangrijk om met de arts de voordelen van het gebruik van antibiotica tijdens de zwangerschap af te wegen tegen de eventuele nadelen.
Hoeveel kans heeft een pasgeboren baby op de GBS-ziekte? Ongeveer de helft van de vrouwen die groep B streptokokken bij zich dragen, geeft ze tijdens de bevalling door aan hun kind. Als één op de vijf zwangere vrouwen draagster is (20%), zal dus 10% van alle pasgeboren baby's met GBS worden besmet.
Bijna alle streptokokken vormen langgerekte ketens, waardoor een kolonie eruit zien als een ketting. De naam Streptococcus is dan ook niet toevallig zo gekozen: 'streptos' betekent gedraaid of gemakkelijk buigbaar in het Grieks.
Continue behandeling met antibiotica om de terugkeer van keelontsteking door streptokokken te voorkomen is gedurende vele jaren nodig. 2.12 Hoe is het verloop op lange termijn (prognose) van de ziekte? Er kan niet voorspeld worden wanneer en hoe ernstig eventueel terugkerende symptomen zullen zijn.
Symptomen van een bacteriële infectie
Bloed, pus of slijm in de ontlasting. Koorts. Hoofdpijn. Uitputting en soms uitdroging.
Capsules, tabletten en drank beginnen na 1 tot 2 uur te werken; de injectie en het infuus werken meteen. Eén dosis werkt 6 tot 12 uur. Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie minder worden. Soms is het mogelijk om een kuur van 1 dag te gebruiken.
Wel paracetamol, geen ibuprofen
En geef een kind met waterpokken zo nodig paracetamol als pijnstiller, geen ibuprofen of diclofenac: die kunnen de risico's op een ernstige infectie vergroten.” Bij veel mensen komen streptokokken voor in de slijmvliezen van de neus, keel of vagina zonder dat ze er ziek van worden.