Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.
Vanaf de 4e wodt er van je verwacht dat je school serieuzer gaat nemen en er wordt niet meer achter je aangezeten of je je huiswerk nou wel of niet doet. Dat heb je in eigen handen en daar moet je de motivatie voor hebben. In dat jaar (of 5VWO, dat is het lastigste jaar) blijven de meeste mensen zitten.
Ik denk de 4e, zit er nu in en heb veel extra vakken en daarom is het best veel. Als je niet zoveel extra vakken hebt kan de 3e voor sommige misschien wat lastiger zijn dan de 4e omdat je daar de meeste vakken hebt. Maar in de bovenbouw wordt wel veel van je verwacht.
Over het algemeen is het wel moeilijk ja. Alleen als je voor vwo geplaatst ben kan je het ook aan. Je moet er wel wat voor doen. Maar als je gewoon je huiswerk maakt en goed leert voor toetsen lukt het makkelijk.
In de volksmond is het 5de leerjaar het moeilijkste leerjaar, maar wij proberen er hier het fijnste leerjaar van te maken!
Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Cijfers doorstroom havo – vwo en slagingspercentages
Gemiddeld slaagt negentig procent van de kandidaten voor het vwo-examen en 88 procent voor het havo-examen. Deze percentages zijn al jaren redelijk constant. Uitzondering hierbij zijn de jaren 2020 en 2021, toen de examenregels werden versoepeld door Corona.
Moeilijkste & makkelijkste examens
Als moeilijkste examens werden de vakken wiskunde en natuurkunde het meest genoemd, op de voet gevolgd door economie, Nederlands en geschiedenis. Het examen Engels werd massaal als makkelijkste examen verkozen, maar ook wiskunde en Duits werden hier genoemd.
Uit onderzoek onder 10.114 scholieren blijkt dat bijna 50 procent van de scholieren het hardste leert voor zijn proefwerk wiskunde. 38 procent van de leerlingen ervaart daarnaast de meeste stress voor het vak wiskunde.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Groep 7 wordt wel gezien als het belangrijkste jaar van de basisschool. De moeilijkste stof van rekenen en taal wordt behandeld. Met deze bagage gaan de leerlingen naar groep 8 waar een groot deel wordt herhaald en iets verder uitgediept. Vanaf groep 7 is ook Engels een verplicht vak.
Natuurkunde wordt onbetwist als de moeilijkste opleiding gezien. Elf verenigingen zetten deze bètastudie op 1. Biomedische Wetenschappen, Farmacie en Geneeskunde werden elk één keer als moeilijkste genoemd. Samen met Kunstmatige Intelligentie vormen deze opleidingen de top vijf.
Op de havo wordt sinds 2015, zonder uitzondering, het laagste slagingspercentage behaald (gemiddeld 88,7%). Op de havo is het hoogste gemiddelde centraal examencijfer havo behaald voor Engels (6,9).
Eindcijfers alle examenvakkenJe bent geslaagd als:
En het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 is; je 2 keer een 5 hebt, of een 5 en een 4, en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. En het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 is; geen eindcijfer lager is dan een 4.
Het grote verschil dat wij hebben gemerkt is dat ik veel meer moet leren en meer huiswerk heb. Op mavo doe je ook meer praktijk vakken dan op de havo. De havo is ook een jaar langer dan de mavo. Maar met mavo kan je wel uit meer beroepen kiezen.
„Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.”
Het hoger algemeen voortgezet onderwijs dat veelal afgekort wordt als havo, is het op één na hoogste niveau binnen het voortgezet onderwijs. De Havo is in principe geen eindonderwijs - het is algemeen vormend (theoretisch) en geen beroepsopleiding.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Havo is algemeen, mbo is een beroepsopleiding. Omdat zowel mbo4 als havo (met 'juiste' profiel) toegang geven tot hbo-opleidingen, zou je kunnen stellen dat het niveau ongeveer gelijk is, maar dat de diploma's moeilijk vergelijkbaar zijn.
De havo-kansklas is voor leerlingen met het gemengde vmbo-t/havo advies. In deze klas krijgen die leerlingen echt de kans om te laten zien of ze havo aankunnen of dat vmbo-t de juiste weg is. De leerlingen hebben twee jaar de tijd om naar havo-niveau te groeien.
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Ben je 16 of 17 en dreig je uit te vallen uit het middelbaar onderwijs? Dan kan de middelbare school je uitbesteden naar het vavo om je vmbo-tl-, havo- of vwo-diploma te halen. Bijvoorbeeld als je gezakt bent voor je eindexamen en maar een paar vakken over moet doen.
In het schoolreglement van de meeste scholen staat dat leerlingen: maximaal 1 keer mogen blijven zitten in dezelfde klas; 1 keer mogen zakken voor het examen; of 2 keer mogen blijven zitten in verschillende klassen.
Burgerlijk ingenieurs zijn gemiddeld de slimste van alle studenten. Helemaal onderaan de IQ-rangschikking staan de toekomstige kleuteronderwijzers. Burgerlijk ingenieurs hebben gemiddeld het hoogste IQ. Bio-ingenieurs, wiskundigen, natuurkundigen en informatici staan op de tweede plaats.