We spreken van formeel leren als het leerproces plaatsvindt in een georganiseerde en gestructureerde omgeving en expliciet als leren worden aangeduid (in termen van doelstellingen, tijd of middelen). Het gaat hier over geplande leeractiviteiten. Voorbeelden: (beroeps)opleidingen.
Daar waar formeel leren bewust gepland wordt om kennis en vaardigheden te ontwikkelen, kenmerkt informeel leren zich door spontaniteit en autonomie. In tegenstelling tot formele leeractiviteiten zijn informele leeractiviteiten niet gepland of gestructureerd met betrekking tot tijd, ruimte, doelen, of ondersteuning.
Onderwijs wat in een wettelijk kader wordt aangeboden. Het wettelijk kader is bijvoorbeeld de WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs / mbo) of de WHW (Wet Hoger en Wetenschappelijk onderwijs / hbo en wo); het wordt onderscheiden van het Non-Formeel onderwijs en het Informeel Onderwijs.
Formele woorden komen vooral in geschreven taal voor. Ze worden ook wel ambtelijke woorden of stadhuiswoorden genoemd. Informele varianten zijn woorden en woordcombinaties die als vormen van los, ongedwongen taalgebruik worden beschouwd.
Non-formeel leren is niet gericht op het behalen van een erkend diploma of certificaat. De omgeving is niet per se ontworpen als leeromgeving. Denk bijvoorbeeld aan cursussen in een bibliotheek of wijkcentrum, of aan werkplekleren. Professionals en vrijwilligers kunnen dit onderwijs uitvoeren.
Formeel betekent 'officieel' of 'zoals het hoort'. Het tegenovergestelde van formeel is 'informeel'. Het woord formeel komt veel voor in het hedendaagse taalgebruik: op een uitnodiging kan bijvoorbeeld staan dat de dresscode formeel is.
Bij formele teksten gebruik je geen afkortingen. Je zegt 'geachte meneer of mevrouw', 'u' of je sluit een brief af met een 'vriendelijke groet'. Ook denk je goed na over de lay-out van je geschreven tekst, want je gebruikt alinea's, witregels en bijvoorbeeld titels.
Formele woorden hebben een stijf, plechtig karakter. Zulke woorden komen vooral in geschreven taal voor. Ze worden ook wel ambtelijke woorden of stadhuiswoorden genoemd. Veel mensen gebruiken formele woorden omdat ze denken dat het op papier of in een officiële context allemaal een beetje meer of anders moet zijn.
Formele normen zijn regels die vastgelegd zijn in wetten, voorschriften of reglementen. Ze staan dus ergens op papier, iedereen kan hier kennis van nemen en wordt vaak ook geacht hier kennis van te nemen. Formele normen zijn dus heel duidelijk, iedereen weet wat dat betreft waar hij aan toe is.
Formele zorg wordt geboden door professionals die daarvoor opgeleid zijn en betaald worden. Informele zorg wordt geboden door mantelzorgers en vrijwilligers, ofwel onbetaalde zorg. Als je met een zorgvraag bij de gemeente komt, kijk je samen eerst hoe jouw eigen sociale netwerk kan bijspringen.
Het betekent dat er de expliciete intentie is om iemand iets te leren. Denk aan houding en gedrag, kennis en vaardigheden. Bij formeel leren krijg je meestal ook een erkend certificaat of diploma als bewijs van hetgeen je geleerd hebt.
Een formele groep is een groep die bij elkaar is gezet. Zij hebben niet vrijwillig voor de groep gekozen en kunnen weinig tot geen invloed op de groepssamenstelling uitoefenen. Een informele groep ontstaat vrijwillig. Deelname aan een informele groep is niet bindend of verplicht.
Iets is formeel als het aan regels moet voldoen. Een situatie kan formeel zijn. Taalgebruik kan ook formeel zijn. Je kunt ook op een formele manier met elkaar omgaan.
Je leert bijvoorbeeld tijdens een werkbespreking, door deelname aan een werkgroep of door een nieuw toestel te gebruiken. Bij informeel leren (incidenteel leren) wordt er geleerd als 'toevallig neveneffect'. Mensen leren wanneer ze dingen uitvoeren, zonder zich hier bewust van te zijn.
Informeel leren is een vorm van leren die beter past bij de dynamische omgeving die een organisatie biedt. Deze leervorm sluit, op een heel logische en natuurlijke manier, beter aan bij de nodige kennis en vaardigheden die je als professional wilt ontwikkelen, zo blijkt uit onderzoek.
Met formeel taalgebruik wordt Algemeen Nederlands bedoeld dat veel mensen vormelijk (ouderwets of stijf) vinden. Formeel betekent: zoals het hoort, netjes. Informeel taalgebruik is correct taalgebruik dat we als 'los' ervaren. Informeel betekent gewoon, zoals je praat.
Een wet in formele zin is een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal tezamen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure. Onder een wet in materiele zin verstaat men iedere algemene, burgers bindende rechtsregel, op overtreding waarvan straf is gesteld.
Formele regels en informele regels. De formele regels krijg je vaak in handen als je in dienst gaat. Dikke pakken papier met reglementen, gedragscodes, geheimhoudingsplichten, werkafspraken en interne regels.
In het materieel recht wordt bepaald hoe (rechts)personen zich naar elkaar toe moeten gedragen in hun onderlinge verkeer. Tegenover het materieel recht staat het formeel recht, ofwel procesrecht. Formeel recht betreft de wijze waarop materieel recht wordt gehandhaafd.
Net als in een brief mogen een gepaste aanhef en slotgroet niet ontbreken in een e-mail. Gebruik een gewone, zakelijke aanhef zoals Geachte heer Claessens of Geachte mevrouw De Geest. In vervolgmails of in informele en interne e-mails hebt u meer vrijheid, bijvoorbeeld: Beste Marc, Dag Karen.
In formele brieven en e-mails is de aanhef bij voorkeur Geachte heer Jansen of Geachte mevrouw Pauwels of Geachte in combinatie met een ander zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld Geachte lezer, Geacht bestuur.
Beste is een informele aanspreekvorm, die zowel in brieven en e-mails als in gesproken taal gebruikt wordt. Na een aanspreking met Beste spreken we de gesprekspartner, toehoorder of lezer verder aan met de vertrouwelijke vorm je. Beste wordt gecombineerd met een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord.
Geachte, Geachte heer/mevrouw is het meest formeel. Eigenlijk zie je dit nauwelijks nog in e-mails, tenzij deze wordt gestuurd aan een hooggeplaatst persoon. Het alternatief voor een mailbericht aan iemand die je niet kent is 'beste' of 'hallo'.
- Formeel: mannen in driedelig plak, zwart, grijs, donkerblauw of een lichte pinstripe met licht overhemd en nette gepoetste schoenen. Voor vrouwen geldt bijvoorbeeld ook een driedelig pak of een mantelpak in dezelfde kleuren.