Bij kwaliteitenreflectie gaat het om het ontdekken van de sterke kanten en dingen waar je goed in bent. Deze reflectie kan gebruikt worden om een opleiding te zoeken of om werk te vinden dat bij de leerling past.
In het LOB-proces staat het ontwikkelen van loopbaancompetenties centraal: Capaciteitenreflectie (wat kan ik en hoe weet ik dat?) Motievenreflectie (wat wil ik, waar ga en sta ik en waarom?) Werkexploratie (hoe kan mijn werk eruit zien en waar voel ik mij op mijn plaats?)
Er zijn vijf loopbaancompetenties (kwaliteitenreflectie, motieven reflectie, werkexploratie, loopbaanzelfsturing en netwerken) welke jongeren in kunnen zetten bij het vormgeven van hun loopbaan.
Motievenreflectie: Het nadenken over wensen en waarden die van belang zijn voor de eigen loopbaan. Het gaat om bewustwording van wat de leerling eigenlijk belangrijk vindt in zijn of haar eigen leven, wat de leerling voldoening geeft en wat hij of zij nodig heeft om prettig te kunnen werken.
Werkexploratie is het onderzoeken van werk, een werkplek of een werkveld. Je probeert zicht te krijgen op de eisen, taken en cultuur in een bepaald beroep of werksituatie. Je kan bijvoorbeeld op zoek gaan naar gestelde doelen, de wijze waarop mensen met elkaar omgaan en hoe problemen in het werk worden aangepakt.
Het geheel van kennis, vaardigheden en attituden om in een bepaalde beroepssituatie adequaat te functioneren. Loopbaancompetenties: het geheel van kennis, vaardigheden en attituden die werkenden nodig hebben om hun loopbaan te ontwikkelen.
Reflecteren is een belangrijke competentie. Het draait hierbij om het terugkijken op eigen ervaringen om daarvan te kunnen leren.
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) is bedoeld om leerlingen en studenten meer zicht te geven op hun kwaliteiten en mogelijkheden zodat ze een passende vervolgopleiding kunnen kiezen of een baan kunnen vinden.
Deze thuisopdracht…
hoort bij het hoofdstuk 'Wie ben ik en wat kan ik? ' en dus bij de loopbaancompetentie 'Kwaliteitenreflectie'. In deze thuisopdracht denken leerlingen in spelvorm met hun ouders/opvoeders na over hun kenmerken en kwaliteiten.
Voor beroepsspecifieke competenties kun je denken aan een cursus, zoals het omgaan met nieuwe media of het verwerken van data. Andere competenties kun je mogelijk zelf aanleren, zoals beter delegeren of het coachen van collega's. Als je van zelfstudie houdt, dan leer je al veel uit een goed boek.
Sommige competenties heb je al van nature, maar je vaardigheden verder ontwikkelen kan natuurlijk altijd! Competenties zijn je kwaliteiten die op je werk goed van pas komen. Je hebt er meer dan je denkt én je kan ze dus aanleren en ontwikkelen!
Het Expertisepunt LOB opereert sectoroverstijgend en ondersteunt vo-, mbo - en hogescholen bij het verbeteren van de loopbaanoriëntatie en -(studie)begeleiding van leerlingen en studenten. Het Expertisepunt informeert, organiseert en faciliteert.
Wat zijn kwaliteiten? Kwaliteiten zijn persoonlijke eigenschappen die iets zeggen over wie je bent, bijvoorbeeld 'gestructureerd', 'expressief' of 'empathisch'. Het zijn kenmerken die niet zijn aangeleerd, maar die je van nature in je hebt. Je hoeft er dan ook niet je best voor te doen om ze in te zetten.
Het verschil tussen vaardigheden en competenties samengevat:
Vaardigheden zijn dus specifieke, meetbare en aan te leren kwaliteiten die een persoon in staat stellen om bepaalde taken uit te voeren. Competenties zijn echter breder en omvatten naast vaardigheden ook kennis, gedrag en houding.
Benutten volledig potentieel
Door te groeien bereikt een medewerker zijn of haar volledige potentieel. Door nieuwe kansen te benutten, niet lang op dezelfde werkplek te blijven, bereiken medewerkers meer in hun loopbaan. Daarnaast heeft iedere organisatie profijt van goed geschoolde medewerkers.