[idioom] Koekje van eigen deeg. Je dacht iemand hard aangepakt te hebben, maar hij doet hetzelfde terug.
Als het ergens weer koek en ei is, dan is de sfeer heel goed: iedereen kan weer goed met elkaar overweg, er is totaal geen ruzie of kinnesinne meer. Soms heeft deze uitdrukking een wat ironische bijklank: 'het gaat nú (ineens) weer goed, maar of het in de toekomst zo blijft, is nog maar de vraag'.
Een uitdrukking heeft net zoals een gezegde vaak een figuurlijke betekenis en bevat (in tegenstelling tot een spreekwoord) meestal geen wijsheden. Voorbeelden van veelvoorkomende uitdrukkingen zijn: Met de Noorderzon vertrekken - Onaangekondigd vertrekken en niks meer van je laten horen.
ze bruin bakken (erg overdrijven) uit zijn dak/bol gaan (superenthousiast zijn)
Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
d.w.z. iemand vleien; hem lieve, zoete woordjes zeggen; gron.
Roze koek, glacékoek of fondantcake is een in Nederland veel gegeten koek bestaande uit een plat cakeje met een roze laagje fondant.
Wanneer het op een plek of tussen mensen 'koek en ei is', dan hangt er een prettige sfeer en zijn er geen problemen. Vaak draait de uitdrukking om personen die het met elkaar eens zijn of goed met elkaar kunnen omgaan.
De kogel is door de kerk wordt gezegd als er (meestal na lang overleg) ergens een beslissing is genomen; de knoop is (eindelijk) doorgehakt. Sommige spreekwoordenboeken vermelden dat deze uitdrukking voortkwam uit de ongeschreven regel om bij gevechten uit respect kerkgebouwen te ontzien.
Deeg is het ongebakken basisproduct voor diverse broden en gebak. De basisingrediënten van deeg zijn bloem en water (of andere vloeistoffen zoals melk, vruchtensap). Dit wordt aangevuld met rijsmiddelen (gist, bakpoeder, ei..) en smaakstoffen zoals suiker en zout.
Daarbij drinken zij graag een kop melk of thee. Als de kinderen nog trek hebben, krijgen ze een crackertje. Als tussendoortje krijgen de kinderen een rijstwafel of een stukje peperkoek. En als ze thuiskomen van school krijgen ze vaak een koekje.
Kuchen; Biskuit; Keks; Gebäck; Zwieback.
“Water bij de wijn doen” is wel de meest bekende manier om tot een oplossing te komen met een ander. Daarbij kan je denken aan het verschil delen in een onderhandeling. Het bereiken van een compromis komt veel voor in onderhandelingen. Niemand zit graag in een conflict.
Iemand een kool stoven (iemand een poets bakken, iemand beetnemen).
Stroop of siroop is de verzamelnaam voor allerlei zoete producten die worden verkregen door suikerwater of vruchtensap door lang koken in te dampen tot een kleverige massa. In het Nederlands wordt onder stroop, zonder toevoeging, meestal huishoudelijke stroop verstaan.
die Milch. (Hier vind je geen automatische vertalingen!)
koek {de} cake {znw.} Wij moeten hun laten zien hoe ook zij de koek zo groot mogelijk kunnen maken. expand_more We have to show them how they too can make the cake as large as it can be.
De roze koek is een in Nederland veel gegeten koek gemaakt van een plat cakeje met een roze laagje fondant. Ze worden ook wel verkocht onder de naam glacékoeken of fondantcakes. In de stad Amsterdam worden de koeken 'moesselientjes' genoemd.
ik zag laatst iets over cracker trekken/roze koeken spel, daarbij ga je met een groep vrienden om een cracker ofzo staan rukken en dan erop klaarkomen degene die als laatste komt moet dan de cracker opeten.
Waarom wordt zo duidelijk, Het spel houdt namelijk het volgende in: Men gaat in kringetje zitten rondom een roze koek, waarbij ze handelingen op zichzelf verrichten. Wie als laatste “komt” over de roze koek, eet deze roze koek op. Begrijp dat het schokkend is voor jou als ouder om dit te horen.
Spijt is een negatieve emotie met de wens dat men anders had gehandeld bij het besef of vermoeden dat een alternatieve handeling een beter resultaat tot gevolg had gehad.
d.w.z. buiten 'de schreef' gaan, de grenzen overschrijden, mnl. hem ontgaen; vooral in zich zelven te buiten gaan, onmatig zijn.