In principe is het bijna het hele jaar door goed mogelijk om op voorn te vissen. Het moet alleen gezegd dat de beste vangtijd de maanden maart en april zijn. Dan begint het water op te warmen waardoor blankvoorns het diepe water verlaten om naar het ondiepe te zwemmen.
Dat kunstaas vissen in de vroege ochtend als beste tijd wordt gezien is niet vreemd. Het is dan nog vaak rustig aan de waterkant en er is geen lawaai door mensen, dieren, en voertuigen. Na de nacht gaan roofvissen zoals snoek, snoekbaars en baars dan vaak op jacht.
Voorn vissen met drijvende maden.
Daarna simpelweg enkele maden in het water werpen en je ziet onmiddellijk het resultaat, ze blijven drijven op het wateroppervlak. Prik een of twee van die maden aan de haak, het haakgewicht en het drijfvermogen van de maden zijn zowat in evenwicht.
Dit haakje moet niet te groot zijn, anders kan je de voorn niet goed haken. De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen.
Voorn vissen met maden
De made (larve van de paardenvlieg) en de kleinere pinkie (larve van de huisvlieg) zijn verkrijgbaar in vrijwel elke hengelsportzaak en zijn het populairste aas onder voornvissers. Belangrijk bij het vissen met deze maden is de manier waarop we deze aan de haak rijgen.
Maïs is de meest klassieke partikel voor het vissen op karper en grotere witvis. Maïs is gigantisch zoet en zit hierdoor bomvol koolhydraten. Dit lichtverteerbare zoete aas kun je het gehele jaar prima mee uit de voeten.
De belangrijkste witvissoorten zijn blankvoorn, rietvoorn, brasem, bittervoorn, winde, roofblei, kolblei, kopvoorn, sneep, alver en serpeling. Deze soorten eten met name wormen, maden, plantaardig voedsel (zoals algen) en soms kleine visjes. Tip: maden zijn een prima aas om mee te beginnen.
Het lokken van vissen
Als je de vissen wil lokken, kun je dat het beste doen door wat balletjes voer bij je dobber te gooien. Zo lok je de vis naar je haakje en maak je meer kans dat de vis ook daadwerkelijk jouw haakje kiest. Het is hierbij belangrijk dat je dit visvoer aanmaakt.
Peil eerst met een peilloodje hoe diep het water is. Dit doe je door het peilloodje aan de haak te haken. Gooi vervolgens langzaam je lijn in het water op de plek waar je wil gaan vissen. Als het peilloodje op de grond 'staat' en je dobber boven het water zichtbaar is, dan staat de dobber te diep afgesteld (1).
Voor degene die zelf voornvoer wil maken zullen we uitleggen hoe je dat kunt doen. Veel lokvoer heb je voor het vissen op voorn niet nodig. Neem een wat groot uitgevallen koffiekopje en vul die 4x met bruin broodmeel, 2x met notenmeel en 1x met maïsmeel.
Bij stroming of als je grote vis wilt vangen is het vaak gunstig om tussen de 20 en 50 centimeter dieper te vissen dan je peildiepte. Maar peil altijd heel nauwkeurig, ook links en rechts en een meter voor en achter je stek. Je komt dan niet voor verrassingen dat het water sterk afloopt.
Hoe vang je vis? De beste visstekken vind je bij beschutte plekken als een brug, steiger of vlonder. Werp wat lokvoer in het water om de vissen aan te trekken. Bevestig een dobber en vishaak aan het einde van je lijn, hang aas aan de haak en gooi je hengel uit.
Opties bij het kiezen van een dobber voor witvissen
Er zijn peervormige dobbers, voor wanneer je op grote diepte vist of in omstandigheden met sterke wind en stroming. Stokdobbers zijn lang en dun, ideaal voor stilstaand water en lichte wind.
Lichte regen in combinatie met een hoge temperatuur is de beste combinatie. Door de lichte regen vertroebelt het water waardoor vissen je minder goed kunnen zien. Ook zorgt lichte regen ervoor dat insecten in het water terecht komen. Harde regen heeft een negatief effect op de vissen.
Van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei mag je niet met kunstaas, een stukje vis of met een dode vis vissen en moet je iedere snoek, snoekbaars of baars die je eventueel vangt, direct terugzetten (zowel gesloten tijd voor aassoorten als voor de vissoorten snoek, snoekbaars en baars).
We beginnen ffies flauw, maar ga je ook vissen in het donker, dan heb je meer vistijd dan wanneer je alleen overdag vist. Dit geldt al helemaal voor 's winters als de dagen korter zijn. 's Ochtend en 's avonds in het donker naar je werk, daglicht zie je niet, maar vissen kan gewoon.
Het beste is om het aquarium op een donkere plek neer te zetten zonder lichtinval. Hiermee behoud je namelijk controle over de mate van verlichting die je geeft. Plaats je een aquarium op een plek met direct zonlicht op het glas dan heb je minder controle over hoeveel licht er in jouw aquarium komt.
In stilstaand water gebeurt het vaak dat de wind het water naar een bepaalde kant opstuwt. Jouw dobber drijft dan met de wind mee, maar tegen de bodem aan kan door onderstroming (dat is het terugkerend water) je lokaas de andere kant opgaan.
Bij vissen zonder dobber kan je het lood op verschillende manieren op je lijn zetten, aan jou om te beslissen welke manier het meest geschikt voor de stek die je hebt uitgekozen. Dat is overigens de reden dat een goede au toc hengelaar zijn loodjes pas aan de waterkant op de lijn zet.
Lokvoer voor vissen is heel divers heeft allemaal te maken met vis je op diep water ondiep of stromend water etc... Voor haak aas kan je brood, maden, casters (verpopte maden), muggenlarven, wormen, deegwaren en alternatief haak aas gebruiken.
Flash Lichtjes, eetgeluiden en bananengeur lokken vis de fuik in. Licht, geluid en zelfs geuren leiden tot grotere vangsten in de 'passieve visserij'.
Vissen hebben graag schoon water en daarvoor is een vijverfilter nodig. Beweging in het water is belangrijk én waterplanten zijn onmisbaar voor zuurstof in het water. De koikarper is een verhaal apart.
Gelukkig geeft een opvallende Zon-Maan-hoek je toestemming om vandaag brutaal te zijn en misschien ook een beetje over-the-top. Het is immers beter om je doel ruimschoots te halen dan naar de achtergrond te verdwijnen. Zolang je je publiek laat participeren, zullen mensen graag kaartjes kopen voor de Grote Vissen Show.
Mei: roodbaars. Juni: rog, roodbaars, schar, schelvis. Juli: griet, heek, makreel, rog, roodbaars, schar, schelvis, zeeduivel. Augustus: griet, heek, makreel, rog, roodbaars, schar, schelvis, zeeduivel.
Dat kunnen grotere vissen zijn, maar ook otters of reigers. Sommige vissen gebruiken camouflage om te voorkomen dat ze worden opgegeten. Ook mensen vangen veel vis. Dat is altijd al zo geweest.