Een gewoon vuur van brandhout heeft een temperatuur tussen de 750 en 800 graden Celsius. Een typisch haardvuur.
brandbare stoffen een zelfontbrandingstemperatuur hebben. Zo is deze temperatuur zowel bij bv. hout, katoen als frietvet rond 270°C. Bij deze temperatuur beginnen deze stoffen in geval van voldoende zuurstof vanzelf te branden.
Stook alleen droog hout, dat geeft de minste fijnstof en rook. Droog hout herken je aan barsten of een schors die loslaat. Hout dat je zelf gehakt hebt moet je minstens 2 jaar laten drogen. Met een vochtmeter kun je checken of het hout droog genoeg is: tussen de 15 en 20 procent is goed.
Er zijn wel manieren om meer rendement uit een open haard te halen. De simpelste is een gietijzeren haardplaat tegen de muur aan de achterkant zetten om de warmtestraling te verhogen. Hoe dikker de haardplaat, hoe warmer de straling en hoe langer je er van profiteert.
Als de kachel te hard brandt, of teveel warmte afgeeft, kunt u de zuurstoftoevoer verminderen door de secundaire luchtstroom lager te zetten. Of - indien aanwezig- kunt u de smoorklep gebruiken. Beter is echter steeds zoveel hout toe te voegen dat de kachel niet te heet wordt.
Anders dan bij houtpellets kan stukhout nooit geheel droog en vochtvrij zijn. Er is altijd sprake van fysisch en chemisch gebonden vocht. Zelfs het droogste en oudste meubelhout bevat enkele procenten vocht. We spreken dus al bij circa 15% vocht van droog stukhout dat geschikt is om te stoken.
Op eigen verantwoording is het technisch wel mogelijk de kachel de nacht door te laten branden. Voorwaarde is dat u een voldoende geïsoleerde schoorsteen heeft. U vult de kachel met voldoende hout en stookt hier goed vuur in door de zuurstofregelaar uit te trekken.
Hoelang mag je nog hout stoken? Zoals hierboven omschreven, mag er hout worden gestookt zolang de Europese regels niet veranderen. Wij hebben geen glazen bol, maar vooralsnog zijn er geen plannen voor een verbod op houtkachels.
Speksteenkachels, tegelkachels en finovens zijn accumulerende houtkachels. Warmteaccumulatie is een van de meest efficiënte verwarmingstechnieken. De kachels slaan warmte op en geven tot wel 24 uur aangename stralingswarmte af.
Hardhout heeft een langere brandduur en produceert meer warmte. Aan de andere kant bevat zachthout een hoger vochtgehalte. Ze zijn meestal plakkerig en zullen waarschijnlijk de ophoping van deze stoffen in de schoorsteen veroorzaken. Ze branden echter sneller dan droge en produceren een indrukwekkende vlam.
Hoeveel hout je dus per avond stookt is volledig afhankelijk van hoe lang je de houtkachel of openhaard wilt laten branden. Je mag ervan uitgaan dat een blok haardhout van de zachte variant ongeveer 1-1,5 uur brandt en een hardhouten blok ongeveer 1,5-2 uur.
Dit doe je door de luchttoevoer van je kachel en schoorsteen helemaal open te zetten en de kacheldeur op een kier te zetten. Zodra de kachel brandt, voeg je alleen hout toe als het hout in de kachel gloeit. Zo stook je zo zuinig mogelijk.
Dennenhout bevelen we ook niet aan, in de open haard tijd was het een hele vette “nee!” omdat het dennenhars in een open haard niet goed verbrande. In de moderne houtkachel is dat niet meer belangrijk. Toch bevelen wij het niet aan omdat het hout dan wel echt perfect gekloofd en droog (max12% vocht) moet zijn.
Om erachter te komen of hout droog genoeg is om te stoken moet je het vochtgehalte meten met een speciale houtvochtmeter. Een musthave voor iedere houtstoker. De Groene Stoker adviseert een vochtpercentage rond de 15%, liefst niet hoger.
Hout dat absoluut niet geschikt is voor je haard, is hout dat is geverfd, gelakt of verduurzaamd. Bij verbranding komen namelijk schadelijke stoffen vrij; slecht voor het milieu én de gezondheid. Huishoudelijk afval, sloophout en spaanplaat hebben dezelfde gevolgen als ze verbranden.
Tip 10: as laten liggen
Laat altijd een laagje as van 2 à 3 cm in de houtkachel liggen. Hierdoor wordt de bodem goed geïsoleerd en warmt de houtkachel sneller op als u hout stookt. Tevens beschermt deze aslaag het rooster.
De dagelijkse stoker:
Bij een oudere kachel zonder hoog rendement zal je ongeveer 10/11 m3 per jaar gebruiken. Heb je een hoog rendement kachel dan vermindert het verbruik met 25 tot 30% en zul je 7/8 m3 per jaar verbruiken.
Normaal gesproken loopt de temperatuur op tot ongeveer 300 graden Celsius in de schoorsteen. Maar wanneer er bijvoorbeeld roetophoping, een vogelnest of om andere redenen een schoorsteenbrand in uw rookkanaal ontstaat, kan de temperatuur tot maar liefst 1000 graden stijgen!
Relatief gezien branden onze haardhout soorten als volgt van kortst tot langst: Elzenhout - circa 1 tot 1,5 uur per blok. Berkenhout - circa 1 tot 1,5 uur per blok. Essenhout - circa 1,5 tot 2 uur per blok.
Hoe lang je met één kuub haardhout doet, hangt weer af van hoe vaak je de houtkachel gebruikt. Als het winter is, maak je vaker van de kachel gebruik dan in de lente. Als de winter heel streng is, stook je meer. Als je de houtkachel ook ter recreatie gebruikt, ben je natuurlijk wat duurder uit.
1 kubieke meter dennenhout (350 kg) komt overeen met: 150 liter of 120 kg stookolie. 160 m3 aardgas.
Haardblokken zijn ongeschikt. Ze zijn gemaakt van geperst papier of houtpulp. Papier en karton zijn vaak bedrukt, waardoor er bij verbranden schadelijke stoffen vrijkomen. Deze stoffen kunnen de haardkachel of de schoorsteen aantasten.
De regelbaarheid van de kachel is beperkter
Als de luchttoevoer lager wordt gezet, zodat er minder zuurstof de kachel in komt, dan is het een logisch gevolg als de kachel minder hard gaat branden. Bij een verouderde houtkachel blijft de kachel toch te hard doorbranden.
Stapel de stukken hout van dik naar dun, op een klein afstandje van elkaar, kruislings. Hier bovenop stapel je nog wat aanmaakhoutjes kruislings. En helemaal bovenop leg je het aanmaakblokje.