Markeringen zijn erg belangrijk in het verkeer. Wegmarkeringen en belijning geven de juiste rijrichting aan en zorgen voor een goede doorstroom. Wegmarkering zijn alle visuele tekens die op het wegdek staan om het verkeer in goede banen te leiden.
Wegmarkeringen zijn alle aanduidingen op het wegdek die zijn aangebracht door middel van wegenverf of andere materialen. De wegmarkering zorgt voor het verhogen van de zichtbaarheid op de baan. In vaktermen gebruikt men voor wegmarkeringen ook wel eens 'horizontale signalisatie'.
Wegmarkeringen aanbrengen kan op verschillende manieren. Er kan gekozen worden voor een wegenverf, een coating, een thermoplast, een koudplast of tape. Welke vorm van markering het meest geschikt is, hangt af van verschillende factoren. Denk aan de ondergrond, de intensiteit van het verkeer en de specifieke toepassing.
Op Nederlandse autosnelwegen is, bij de onderbroken streep tussen de rijstroken, de afstand tussen twee strepen 9 meter, en de streep zelf 3 meter lang. In Nederland worden de verkeerstekens op het wegdek geregeld in art. 76 - 81 Reglement verkeersregels en verkeerstekens: Artikel 76 betreft de doorgetrokken streep.
Op plaatsen waar fietsers de rijbaan mogen oversteken staan vaak witte vierkante blokken op het wegdek geschilderd. De fietsers rijden dan tussen twee rijen blokken door naar de overkant. De blokken geven slechts de oversteekplaats aan; ze geven geen recht op voorrang aan.
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Een blokmarkering wordt gebruikt bij in- en uitvoegstroken, bushalte en om oversteekplaatsen aan te duiden. Als de blokmarkering in de lengterichting van de weg geplaatst wordt dan scheidt deze de in- of uitvoegstrook van de doorgaande rijbaan.
Je mag een doorgetrokken streep overschrijden om een naast gevolgde rijstrook gelegen vluchthaven, vluchtstrook of spitsstrook te bereiken of te verlaten.
Gele streep op de stoeprand
Is de lijn onderbroken, dan mag je hier niet parkeren. Is de lijn doorgetrokken, dan is zelfs stilstaan verboden. Net als laden en lossen of even snel uitstappen.
Een groene middenstreep en doorgetrokken zijstrepen
De groene middenstreep geeft aan dat u op een autoweg rijdt, tenzij verkeersborden een lagere maximumsnelheid aangeven. Dat betekent dat u maximaal 100 km/uur mag rijden. De brede groene middenstreep maakt u extra alert op het gevaar van inhalen.
Want eigenlijk heten deze strepen wegmarkeringen.
Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster. Dit tijdvenster geeft aan welke snelheid binnen welke uren geldt.
⇨ Een gele onderbroken streep betekent dat je even mag stilstaan, maar niet mag parkeren. ⇨ De blauwe streep betekent dat je mag parkeren, maar alleen als je een parkeerkaart gebruikt.
Om u te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Nader het zebrapad met gepaste snelheid.
Een minimumsnelheid is er niet. Voertuigen mogen alleen op autowegen als zij 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur.
Invoeg- en uitvoegstrook snelweg
Ook bij een weefvak is het van belang dat je het verkeer op de doorgaande weg voor laat. Als jij dus wilt invoegen en iemand anders wil vanaf de doorgaande weg uitvoegen, gaat degene op de doorgaande weg voor. Zo voorkom je dat er onnodig geremd moet worden.
„Ziet u witte blokmarkeringen op de weg? Dan geldt dus dat bestuurders van rechts voorrang hebben.
De blokmarkering heeft geen juridische betekenis, het wordt gebruikt om bijvoorbeeld een kruisingsvlak te accentueren of een oversteekplaats voor fietsers of voetgangers. Voorrang wordt geregeld volgens de aanwezige verkeerstekens of verkeersregels.
Inhalen geschiedt links. Bestuurders die links voorgesorteerd hebben en te kennen hebben gegeven dat zij naar links willen afslaan, worden rechts ingehaald. Fietsers dienen elkaar links in te halen; zij mogen andere bestuurders rechts inhalen.
Inhalen in het wegverkeer is de activiteit waarin een weggebruiker een andere weggebruiker bewust passeert. Inhalen kan plaatsvinden in verkeer dat in dezelfde richting beweegt (zoals op een autosnelweg), of waar men tegemoetkomend verkeer kan tegenkomen.
Op grond van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (artikel 11) moet links worden ingehaald. In de wet zijn hier een beperkt aantal uitzonderingen op genoemd. Bestuurders die links hebben voorgesorteerd en aangegeven hebben links af te willen slaan, mogen rechts ingehaald worden.
A02 – Einde maximum snelheid verkeersbord
Deze borden zijn wit met 3 zwarte strepen erdoor. Dit bord betekent dat de maximale snelheid die van kracht was niet meer geldt. Er geldt nu een nieuwe maximale snelheid die gevolgd dient te worden.
Als aan de kant van de rijbaan een gele doorgetrokken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet stilstaan (of parkeren). Parkeer in de daarvoor aangegeven vakken. Even stilstaan voor in- en uitstappen mag dus ook niet.
Het is als bestuurder verboden om op een autosnelweg of autoweg je voertuig te keren of achteruit te rijden. Is het verboden om stil te staan op de weg waar je rijdt? Dan is achteruitrijden en keren ook verboden. Je mag tot slot ook niet achteruitrijden of keren op plaatsen waar je onnodig gevaar kunt veroorzaken.