Het is belangrijk om een zieke of gewonde vogel geen eten of drinken te geven! Dit omdat je niet weet wat de vogel mankeert en er mogelijk problemen zijn met slikken of inwendige schade aan de slokdarm. Omdat een vogel een wild dier is, is het bij wet verboden om deze langer dan 24 uur in huis te houden.
Bel de gemeente of Dierenambulance
Bel de gemeente of de Dierenambulance op 0900 0245 als u een zieke of gewonde vogel vindt. Zij vertellen u wat u het beste kunt doen.
In het wild, baby vogels eten wat hun ouders eten: wormen, insecten, zaden en zo verder. Echter, baby vogels kunnen eten verschillende soorten voedsel als wordt verzorgd door iemand anders dan hun ouders. Puppy voeding geweekt in water tot sponsachtige goed werkt.
Bel dan de dierenambulance, die het jong kan komen ophalen en ervoor zal zorgen. Houd de vogel in de tussentijd warm in een doosje met wat tissues en een handdoek op de bovenkant. Laat de vogel zoveel mogelijk met rust, en geef 'm geen voedsel of water. Probeer het jong nooit zelf groot te brengen.
Gewonde of zieke vogels gevonden
Gooi voorzichtig een lichte doek (bijv. een theedoek) over de vogel, zodat hij niet weg kan vliegen. Pak de vogel met de doek eromheen voorzichtig op. Lukt het vangen niet, bel dan de dierenambulance.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.
Vogels houden van een gevarieerde tuin met inheemse planten en struiken, bessen, insecten, een lapje gras en liefst niet al te netjes. Daar vinden ze volop voedsel. U kunt daarnaast het gehele jaar bijvoeren. Vogels vinden steeds minder geschikte voedselplekken omdat onze bebouwde kom steeds dichter wordt bebouwd.
Geef je vogel speelgoed
Vogels houden van spelen en het geven van leuk en uitdagend speelgoed aan je vogel zal hem blij maken. Geef je vogel klimspeelgoed en speelgoed dat kleurrijk is en/of geluid maakt. Geef je vogel een schommel en zorg voor genoeg zitstokken in de kooi.
Vogels moeten kunnen bewegen, dus zorg dat de kooi groot genoeg is. Je kunt ze zowel buiten als binnen houden. Een volière in de tuin moet wel een tocht en vorstvrij binnenverblijf hebben. Zorg dat er in het verblijf minimaal twee zitstokken zijn en gebruik bijvoorbeeld beukensnippers als bodembedekking.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Leg daar klokhuizen op of ander fruit dat je over hebt. Een overrijpe banaan bijvoorbeeld. Daar komen allerlei vogels op af zoals merels. Wel regelmatig de tafel schoonmaken.
Gezelschapsdieren zoals honden en katten
Als er een gevaar is voor de veiligheid van de weggebruikers, verwittig dan de politie op het noodnummer 101. Is er geen gevaar en weet u niet wie de eigenaar is? Neem dan contact op met de lokale politie. Zij kunnen de eigenaar opsporen.
Helpen met aansterken
Geef de vogel een paar dagen wat water en extra voer. Geadviseerd wordt in eerste instantie een universele vogelmix. Als je die niet in huis hebt kun je ook granen- (vogelmix) of peulvruchten, vetbollen zonder netje, rozijnen en ongekruide pinda's of pindakaas geven.
Doe de kooi van je vogel open en steek je hand rustig in de kooi. Je kan hem eventueel lokken met iets lekkers. Om de vogel op je vinger te laten springen, breng je je vinger rustig voor zijn pootjes. Je kan hem aanmoedigen om op je vinger te springen door zachtjes met je vinger tegen zijn borst te tikken.
Ga er met je vogel op uit
Makkelijke truckjes om mee te beginnen zijn bijvoorbeeld opstappen, afstappen en omdraaien. Maar ook een pootje geven kun je ze leren. Door je vogeltje te belonen met wat lekkers (bijv gierst) en door zelf heel enthousiast te zijn kun je ze van alles leren.
Rouwende vogels
Behalve bij zoogdieren, wordt het rouwen om een overledene ook geregeld toegeschreven aan vogels. En dan niet alleen aan de 'usual suspects' zoals de intelligente kraaiachtigen, maar ook bij enkele watervogels.
Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Koop nooit 'mensen-pinda's' en 'mensenpindakaas' voor vogels. Vaak zit er zout bij en dat is echt slecht voor vogels. Er is niet voor niets speciale vogelpindakaas te koop. Zelfs ongezouten pinda's uit de supermarkt zijn niet hetzelfde als voerpinda's.
Vogels voeren
Om de vogels in je tuin een handje te helpen kun je ze bijvoeden. Vogels houden van een veelzijdig menu. Voer ze bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en fruit. Geef geen vloeibare olie, margarine of zoute producten; dit is niet goed voor vogels en kan gevaarlijk zijn.
Door het vet op hun veren rollen de druppels er zo van af, voordat het water bevriest. Als er sneeuw ligt, maken vogels daar meestal gebruik van om hun vochtgehalte op peil en hun veren in de plooi te houden, maar bij droog en koud winterweer kunnen ze zeker een steuntje in de rug gebruiken.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.