En daar is de negatieve spiraal. Verder zorgt deflatie voor een stijging van de zogeheten reële rente, dat is de rente na aftrek van de inflatie. Hierdoor krijgen schulden als het ware meer waarde, meer 'gewicht'. Deflatie is daarmee zeer nadelig voor mensen die schulden hebben, zoals hypothecaire leningen.
Als de geaggregeerde vraag daalt en de productie gelijk blijft, zal de inflatie dalen. Bij een laagconjunctuur zal de ECB ervoor kiezen om de rente te verlagen. Bij een lagere rente is het minder aantrekkelijk om te sparen en aantrekkelijker om te lenen.
Als er sprake is van deflatie daalt het algemeen prijspeil. Doordat producten in de toekomst goedkoper worden, zullen bestedingen worden uitgesteld. De geaggregeerde vraag zal hierdoor dalen. Als er teveel deflatie is kan de economie stil komen te vallen, doordat consumenten hun bestedingen blijven uitstellen.
Het idee achter de hogere rente is om de economie af te remmen en de inflatie te drukken. Door de hogere rente wordt geld lenen duurder en dat zet een rem op de investeringen, is het idee. Ook geven consumenten minder geld uit.
Deflatie kan zeer negatieve economische gevolgen hebben. Een gevolg van deflatie is namelijk dat investeringen en consumptie uitgesteld worden. Aangezien geld steeds meer waard wordt, is het namelijk gunstig om te wachten met besteden. Een gevolg van deflatie kan daarom een recessie zijn.
Deflatie is precies het omgekeerde van inflatie. De prijzen gaan naar beneden in het geval van deflatie. Deflatie wordt vaak gezien als slecht voor de economie. Mensen gaan hun aankopen uitstellen, omdat ze meer kunnen kopen van hun geld als ze langer wachten.
Deflatie kan in tegenstelling tot inflatie nauwelijks met monetair beleid worden bestreden. Als de prijzen dalen kan de rente wel worden verlaagd, maar lager dan nul procent kan deze normaal gesproken niet zijn. Als de prijzen verder dalen loopt de reële rente dus verder op, wat de economische groei verder afremt.
Hoge inflatie en stijgende rente raken alle spelers in de economie. Huishoudens worden het zwaarst geraakt, de overheid profiteert vooralsnog.
Wij verwachten dat de staatsrente voor 10-jaarsleningen licht zal dalen van 2,5% op dit moment naar 2% eind 2023. De ECB heeft namelijk als doel om de inflatie rond de 2% te houden.
Hoewel deflatie op de korte termijn een stijging van de koopkracht betekent, kan het op de middellange termijn zeer schadelijke gevolgen hebben, omdat het de winstgevendheid van bedrijven aantast: zowel huishoudens als bedrijven zullen consumptie en investeringen uitstellen.
Sinds de jaren dertig is deflatie in Nederland één keer voorgekomen. Dit was in 1987. Dit blijkt uit een overzicht van het Centraal Bureau voor de Statistiek van de ontwikkeling van de inflatie in Nederland sinds 1900. In 1987 bedroeg de deflatie 0,5 procent.
Regelrechte prijsdalingen (deflatie) hebben zich in recente maanden voorgedaan in Cyprus, Griekenland en Letland. In Griekenland is de inflatie zelfs in alle maanden van 2013 negatief geweest. In Portugal, Spanje, Italië en Ierland lag de inflatie in januari tussen 0,1% en 0,6%.
Een renteverlaging helpt om de economie te stimuleren en kan op die manier zorgen dat de inflatie toeneemt. Hoe werkt dat? Als de rente laag is, dan is het goedkoper om geld te lenen: je hoeft minder rente te betalen.
– “Simpel gezegd: een recessie betekent dat mensen hun baan kunnen kwijtraken”, zegt de hoofdeconoom van het CBS. Lonen gaan minder hard omhoog, zzp'ers krijgen minder opdrachten, we hebben minder te besteden. Mensen die minder zeker zijn van werk worden vaak het hardst geraakt als er een recessie is.
Als de rente hoger wordt, wordt het aantrekkelijker om te sparen en minder aantrekkelijk om te lenen. Je zult er eerder voor kiezen om je geld op de bank te zetten als de rente spaarrente 10% is dan wanneer die 1% is. Andersom is het duurder om te lenen als de rente 10% is dan wanneer die 1% is.
Vuistregel: hoeveel heb je nodig? Als vuistregel kun je aanhouden dat je 30 keer je jaaruitgaven nodig hebt om te kunnen stoppen met werken. Dit zou bij €3.000 per maand op €1.080.000 uitkomen. Als je ervan uitgaat dat je een goed rendement haalt met je geld, kun je uitgaan van 25 keer je jaaruitgaven (€900.000).
Als de euro (bijna) al zijn waarde verliest, kun je er simpelweg niks meer mee kopen. Bedrijven kunnen geen krediet meer krijgen, importeren is al helemaal onmogelijk en banken vallen om.
Ook hebben mensen tussen de 25 en 44 jaar relatief veel meer last van de inflatie dan jongere en oudere mensen. In de middelbare groep zegt slechts 14 procent geen last te hebben van de hoge prijzen, 82 procent juist wel. Onder de 55-plussers ligt het met 75 procent dat last heeft van de inflatie lager dan gemiddeld.
Door de hoge inflatie werd geld afgelopen jaar 10 procent minder waard. Maar daardoor is je schuld óók 10 procent minder waard geworden. En dat is niet alleen goed nieuws bij het hebben van een hypotheekschuld.
De hoge inflatie vormt ook een risico voor de huizenmarkt doordat deze de inkomens van huishoudens uitholt. Door de stijgende prijzen nemen de kosten van huishoudens aan noodzakelijke uitgaven veel sneller toe dan dat inkomens stijgen.
Helaas gebeurt het dat het tegenovergestelde gebeurt en dat de prijzen van bepaalde producten dalen. Dit wordt deflatie genoemd. In deze gevallen is de indexering negatief en worden de lonen verondersteld te dalen.
Deflatie komt in het algemeen weinig voor, zeker in Nederland. Dit in tegenstelling tot inflatie wat juist algemeen voorkomt. Bij deflatie is er sprake van waardevermeerdering van het geld die ontstaat door prijsdalingen.
Een hoge inflatie leidt vaak tot meer efficiëntie. Dit is bijvoorbeeld goed zichtbaar in de energiemarkt. Door inflatie stijgen de energiekosten. Daardoor zetten bedrijven alles op alles om zo min mogelijk te verspillen.