Een verdrijvingsvlak bestaat uit diagonale strepen of een witte driehoek. Het is niet toegestaan te rijden op een verdrijvingsvlak.
Haaientanden zijn witte of gele gelijkbenige driehoeken op het wegdek. De driehoeken zijn verkeerstekens en staan bij een kruispunt op het wegdek als er voorrang moet worden gegeven, meestal in combinatie met het voorrangsbord (omgekeerde driehoek).
Verkeerstekens op het wegdek kunnen net als verkeersborden een gebod of verbod betreffen. Tevens kunnen verkeerstekens op het wegdek worden aangebracht ter geleiding van het verkeer, ter herinnering aan de geldende maximum snelheid of ter aanduiding van andere omstandigheden.
Een stopstreep bestaande uit omgekeerde driehoeken (de zgn. "haaientanden") vergezeld van een verkeersbord B 1 (omgekeerde driehoek) betekent dat je voorrang dient te verlenen aan bestuurders die uit de dwarsrichting komen. Hier zijn geen uitzondering voor fietsers voorzien in de wegcode.
Wegmarkering omvat onder meer pijlen, strepen, doorgetrokken en onderbroken lijnen, haaientanden.
De blokmarkering heeft geen juridische betekenis, het wordt gebruikt om bijvoorbeeld een kruisingsvlak te accentueren of een oversteekplaats voor fietsers of voetgangers. Voorrang wordt geregeld volgens de aanwezige verkeerstekens of verkeersregels.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Veel mensen weten het niet maar haaientanden hebben ook een wettelijke betekenis: de bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Haaientanden worden ook wel eens voorrangsdriehoeken op de weg genoemd.
Volgens het RVV 1990 (Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) moeten bestuurders bij haaientanden voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg. Men is dus niet verplicht om te stoppen, maar men moet wel controleren of er bestuurders op de kruisende weg zijn.
De voorrangs- regel van haaientanden is iets tussen bestuurders, zoals aangegeven is de voetganger geen bestuurders. Dus heeft de haaientand, en de daarbij behorende voorrangsregel heeft geen invloed op de voetganger.
Een driehoekig wit bord met een rode rand waarschuwt je voor mogelijke gevaren op de weg. Op het bord wordt aangegeven waar voor wordt gewaarschuwd.
Een teken is een woord, gebaar, voorwerp of andersoortige betekenisdrager die verwijst naar een betekenis. De semiotiek, de wetenschap die tekens bestudeert, onderscheidt drie soorten tekens: de index, de icoon en het symbool.
Op plaatsen waar fietsers de rijbaan mogen oversteken staan vaak witte vierkante blokken op het wegdek geschilderd. De fietsers rijden dan tussen twee rijen blokken door naar de overkant. De blokken geven slechts de oversteekplaats aan; ze geven geen recht op voorrang aan.
De omgekeerde driehoek (bord B1) betekent dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders die op de openbare weg rijden die jij wilt oprijden, en dat je, indien het nodig is moet stoppen. Zijn er geen andere bestuurders, dan hoef je niet te stoppen en mag je het kruispunt oprijden.
Categorie: Symbolen De Driehoek is een van de krachtigste en meest veelzijdige geometrische symbolen. De gelijkzijdige Driehoek met de horizontale onderaan is een mannelijk symbool en zonneteken dat staat voor goddelijkheid, vuur, leven, het hart, opstijging, voorspoerd, harmonie en koningschap.
Bij een gelijkzijdige driehoek zijn alle drie de zijden even lang. De kenmerkende eigenschappen zijn: De drie hoeken zijn even groot, elk 60∘ .
Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
De verkeersboete voor het niet verlenen van voorrang kost je € 280,-, exclusief administratiekosten. Zorg er daarom voor dat je goed op de hoogte bent van de verkeersregels. Dan weet je precies waar en wanneer je wel of geen voorrang moet geven. Meestal ontvang je de boete binnen vier tot zes weken.
De basisvoorrangsregel voor alle kruispunten is: verkeer van rechts heeft voorrang.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Tegenliggers. In een doodlopende weg kunnen andere weggebruikers je tegemoetkomen. Deze weg mag namelijk door bestuurders in beide richtingen worden gebruikt, daarom moet je goed opletten. Zo kunnen auto's van hun oprit wegrijden en uitgezonderd verkeer zoals fietsers kunnen je ook tegemoet rijden.
Oversteken
Volgens de wegcode ben je óf fietser óf voetganger. De twee tegelijk, dat kan niet. Aan een zebrapad moet je van je fiets stappen om voorrang te krijgen. Voorrang op zebrapaden is enkel voorbehouden aan voetgangers.
Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster. Dit tijdvenster geeft aan welke snelheid binnen welke uren geldt.
50 km/h is de standaard binnen de bebouwde kom. Zoals aangegeven merk je dat aan het plaatsnaambord dat je voorbij rijdt. De rijbaan wordt vaak aangegeven door middel van een onderbroken of doorgetrokken streep tussen jou en de tegenligger.
De dubbele onderbroken middenstreep geeft aan dat inhalen hier wel is toegestaan, maar dat u daarbij extra moet oppassen. De onderbroken strepen aan de zijkant van de weg geven aan dat andere weggebruikers de weg kunnen oprijden of oversteken.