d.w.z. een (onverwacht) fortuintje krijgen; vooral juist komen als men ergens feest viert of smult; een voordeelig huwelijk sluiten.
Oftewel: dat jouw aanwezigheid je onverwacht voordeel oplevert. Het gezegde komt al voor de in de Klucht van de Molenaar, een kort toneelstuk dat in 1613 werd geschreven door de bekende Amsterdamse toneelschrijver Gerbrand Adriaenszoon Bredero. Alleen dan in oud-Nederlands: 'mit myn neus in 't vet raken'.
Als er ergens een haar in de boter is, dan hapert er iets of dan is er onenigheid. Men zoekt een haar in de boter als men wil vitten op vermeende fouten en als men onterecht kritiek wil geven. Het boterbriefje symboliseert hier de trouwakte. Het gezegde is een typisch voorbeeld van onze volkshumor.
Als je 'doet alsof je neus bloedt', dan doe je alsof je van niets weet. Je kiest er dus bewust voor om je ergens niet mee te bemoeien. Deze uitdrukking komt van de bloedneus. Als je een bloedneus hebt, ben je daar meestal erg druk mee.
Iets met een korreltje (of een greintje) zout opvatten, d.w.z. iets niet al te letterlijk, iets met een weinig gezond verstand en oordeel opvatten; eene navolging van het lat. addito salis grano, dat voorkomt bij Plinius, Nat.
[idioom] Koekje van eigen deeg. Je dacht iemand hard aangepakt te hebben, maar hij doet hetzelfde terug.
Spreekwoorden: (1914) Op alle slakken zout leggen, d.w.z. op alle kleinigheden aanmerking maken, bij alles blijven stilstaan. De uitdrukking heeft haar ontstaan te danken aan het volksgeloof, dat, wanneer men zout op een slak legt, deze wegsmelt. Vgl.
gauw op zijn teentjes getrapt zijn
gauw boos zijn, zich gauw beledigd voelen.
Spreekwoorden: (1914) Iemand de ogen uitsteken, d.w.z. door pralerij iemand in de ogen blinken en daardoor afgunst verwekken; een hartstocht bij hem opwekken.
Het is net water en vuur: Het zijn mensen die elkaar helemaal niet begrijpen; die alleen maar de grootste ruzie hebben. Vuur in de ene hand dragen en water in de andere: voor het oog schoon zijn; maar vals achter de rug, dubbelhartig zijn.
Zich in de eigen voet schieten. Zichzelf benadelen. Reageren met de voeten. Door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is.
Het gezegde betekent dat iemand bij een geleverde dienst of product meteen met contant geld moet betalen, om problemen te voorkomen. Varianten hiervan zijn 'geld bij de boter' of 'geld bij de vis'. Je kan met de uitdrukking ook aangeven dat een persoon moet doorpakken.
Gestolen wateren zijn zoet. Groten stelen en kleinen stelen, maar de groten stelen het meest. Het is kwaad stelen waar de waard een dief is. Het is moeilijk om te stelen in het huis, waar de baas zelf een dief is.
d.w.z. de eerste moeilijkheden uit den weg ruimen. 'Dit zegt men van ymand, die eerst den weg baant, door de beletselen weg te ruimen.
Als iets superlekker is of van zeer hoge kwaliteit, dan zegt men wel dat het onderwerp in kwestie “het neusje van de zalm is”. Daarmee benadrukt men dat het om het beste van het beste gaat. Vermogende personen nemen soms geen genoegen met mindere kwaliteit.
Boter op je hoofd hebben is waarschijnlijk ontstaan uit het spreekwoord 'Wie boter op zijn hoofd heeft, moet niet in de zon lopen. ' Daarmee is bedoeld: als je iets op je geweten hebt, kun je er maar beter voor zorgen dat je niet opvalt, want dan gaan anderen kritisch naar je kijken en komt je fout aan het licht.
iemand met schele ogen aankijken ('jaloers zijn') dat geeft schele ogen ('dat veroorzaakt jaloezie'; ook wel: dat geeft scheve ogen) scheel kijken van de honger ('veel honger hebben')
betekenis & definitie. (1941) (< Eng. never say never) (cliché) het leven zit vol verrassingen en dingen die in eerste instantie onmogelijk lijken, kunnen wel degelijk voorvallen; denk positief.
d.w.z. geheel en al; syn. met hom en kuit.
d.w.z. iets moeilijks gemakkelijk en zonder moeite verrichten; zie Tuinman I, 21: 'Dit zegt men van iets gereedelyk en met weinig moeite te voorschijn brengen: 't geen op predikatiën, of iets dergelijks wordt toegepast'.
Ergens de hand voor in het vuur steken.
Ergens heilig van overtuigd zijn, heel erg zeker weten dat het zo is.
Wie lange tenen heeft, is snel beledigd en wie op iemands tenen gaat staan, is daar de veroorzaker van. Wie zijn moedertaal beheerst, kent dat idioom. Lange tenen hebben en op iemands tenen gaan staan zijn dan ook als courante uitdrukkingen opgenomen in het woordenboek.
d.i. een twist, die weinig beteekent, van geen belang is; ontleend aan het lat.
Achter het net vissen; te laat komen, de waarheid niet kunnen achterhalen.
Zout: een afrader
Slakken kunnen absoluut niet tegen zout, maar het doden van slakken met zout is een bijzonder dieronvriendelijke oplossing omdat de slak langzaam wordt weggevreten. Uiteindelijk blijft er een hoop groen slijm over.