De veiligste slaaphouding van je baby is op de rug. Op deze manier is het gezichtje helemaal vrij, waardoor je kleintje goed kan ademen. Op het moment dat je kindje met de armen omhoog ligt, creëert je kindje meer ruimte in de longen en wordt het ademenen nog meer vergemakkelijkt.
De rugligging met de armen omhoog is een goede houding voor de rug en werkt rimpelvorming tegen. Rugligging werkt snurken wel in de hand. De armen kunnen het beste naast het lichaam gelegd worden in tegenstelling tot naar boven omdat dit zenuwen af kan knellen.
De slaaphouding van je baby waarbij hij met zijn armen en vuistjes omhoog ligt, wordt ook wel de hoerahouding genoemd. Het komt vaak voor dat baby's zo slapen, maar niet elke baby zal dit doen. De kindjes die zo slapen geven zich eigenlijk aan de ouders over. Ze zijn totaal ontspannen en voelen zich veilig.
De baby beweegt veel met armen en benen
Jouw baby kan bewegen op zeer flexibele wijze en dit zie je ook aan de manier waarop de armen en benen soms letterlijk alle kanten op kunnen zwiepen. Beweging is goed voor de ontwikkeling van je baby, dus speels zwiepen met armen en benen is niets om je zorgen over te maken.
De veiligste slaaphouding voor een baby is slapen op de rug. De baby kan dan niet met de mond of neus tegen het matras aan liggen, wat de ademhaling zou kunnen belemmeren. Wij raden slapen op de zij of op de buik sterk af, zolang de baby zichzelf nog niet snel en makkelijk om kan draaien.
dossier Een kind slaapt van bij de geboorte het best in een slaapzak. Een dekentje met laken kan ook. Een dekbed of donsdeken wordt afgeraden omdat het veel te warm is. Het gebruik van een slaapzak is zeker voor de piekleeftijd van risico op wiegendood (3 tot 5 maanden) het meest aangewezen.
Gebruik de eerste twee jaar een babyslaapzak of een deken met lakentje. Kinderen die jonger zijn dan twee jaar slapen het veiligst in een babyslaapzak of onder een deken met een lakentje. Een babyslaapzak is veilig wanneer deze goed past en de hals- en armsgaten goed aansluiten.
Vaak begint het als 'hoofdkusjes' of 'wangkusjes': je baby legt zijn hoofd of wang tegen jouw gezicht aan. Na enige tijd krijgt hij door dat de personen waar hij aan gehecht is blij worden van zijn nageaapte kusjes en knuffels. Hij gaat het daarom steeds vaker en ook spontaan doen.
Dit is normaal en het gevolg van de MORO reflex, een primair schrikreflex dat bij jonge baby's voorkomt. Rond de 2-4 maanden verdwijnt deze primaire reflex en gaat over in de normale schrikreflex. Een inbakerslaapzakje, waarbij je kindje met de armpjes in het slaapzakje ligt, kan hiervoor de uitkomst bieden.
Het KISS-syndroom wordt dan het KIDD-syndroom (Kopgewrichten Invloed bij Dyspraxie en Dysgnosie) genoemd. Dit houdt in dat het kind houterig en stijf beweegt, onhandig is, lomp overkomt, vaak hoofdpijn heeft en moeite heeft met leren en concentratie.
Dit betekent niet dat ze geen slaap nodig hebben. Sommige baby's moeten dus echt actief gestimuleerd worden om te gaan slapen. Hoe doe je dit? Door bijvoorbeeld even met ze te gaan wandelen, door even naar een rustige ruimte te gaan en/of door de kamer donker te maken.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.
Je baby kun je het beste vanaf de geboorte op zijn rug in bedje leggen. Dit maakt de kans op wiegendood veel kleiner omdat je baby zich vanaf zijn rug niet kan omrollen op zijn buik. Je hoeft je geen zorgen te maken wanneer je baby spuugt: je baby zal dan automatisch zijn hoofdje omdraaien om stikken te voorkomen.
Baby's die op hun rug liggen, zullen spartelen met hun armen en benen. Zo krijgen ze controle over de bewegingen van armen en benen en oefenen ze de balans van hoofd en romp. Pas wanneer deze balans goed is ontwikkelt zal je kindje naar de volgende stap in zijn bewegingsontwikkeling gaan, het rollen van rug naar buik.
Over het algemeen is het zo dat een baby zich overstrekt als reactie op negatieve prikkels, zoals pijn en stress. Bekend is dat baby's onrustig worden als ze: Te veel prikkels tegelijk krijgen, zoals lawaai, hard gepraat, fel licht, een te koude of te warme omgeving.
Want wil je dat je kindje een mooi en kwalitatief slaapje doet, dan is het goed dat je kindje zelf in slaap kan vallen. Kindjes die namelijk altijd slapend in bed worden gelegd, slapen lichter en alerter. We spreken dan over een afhankelijke slaapassociatie; je kindje heeft jou altijd nodig om in- of door te slapen.
Stille slaap: Ongeveer halverwege de slaapcyclus gaat de actieve slaap over in de stille slaap. De ademhaling is rustiger en ritmischer, hij beweegt minder en er is minder kans dat hij wakker wordt. Tijdens deze fase maakt je baby ook groeihormonen aan. Heel belangrijk dus!
Kreunen. Als de baby harde, kreunende geluiden maakt kan het zijn dat hij pijn heeft. Neem altijd contact met de verloskundige op, als de baby kreunt.
Als je baby zo'n klein half jaar is, begint hij met knuffelen. Hij wil heel liefdevol je huid voelen en aaien. Hij snapt dat het lekker is voor anderen, en leert er veel van.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
In de baarmoeder heeft je kleintje al behoefte aan verbinding, veiligheid, warmte en liefde. Ook al voel je de baby nog niet bewegen, toch ontstaat er vanaf het begin al een band tussen mama en baby. Jullie staan in verbinding met elkaar. Alles wat jij voelt en ervaart, krijgt je baby ook allemaal mee.
Waarom zijn er slaapzakken met en zonder mouwen
Of er wel of geen mouwen aan een slaapzak zitten heeft met de temperatuur te maken. Een slaapzak met mouwen is warmer dan eentje zonder. Het is handig als je de mouwen kunt afritsen zodat je deze in meerdere seizoenen van het jaar kunt gebruiken.
De temperatuur in de slaapkamer samen met het beddengoed bepaalt hoe warm het is om te slapen. Als je wilt controleren of je slapende baby het niet te warm of te koud heeft, voel dan met de bovenkant van je vingers aan de achterkant van het nekje. Voelt dit lauw aan, dan heeft je baby het aangenaam.
Een ideale kamertemperatuur voor een slapende baby is 16 tot 20 graden Celsius. Je baby mag dan slapen in slaapkleding met een dekentje of slaapzakje.