De kleine letter thèta wordt in de natuurkunde gebruikt als aanduiding voor de celsiustemperatuur. In de meteorologie staat de kleine letter thèta voor de potentiële temperatuur. Thèta wordt ook gezien als het symbool van het eind of de dood.
In de wiskunde zijn thèta-functies een speciale klasse van functies van meerdere complexe variabelen. Thèta-functies spelen een rol in de theorie van de elliptische functies en kwadratische vormen. De eerste wiskundige die thèta-functies systematisch onderzocht was Carl Gustav Jacob Jacobi.
De epsilon (hoofdletter Ε, kleine letter ε, Grieks ἔψιλον) is de vijfde letter van het Griekse alfabet. ε' is het Griekse cijfer voor 5, ,ε voor 5000. De epsilon wordt uitgesproken als de <e> zoals in erwt, έ wordt als /e:/ uitgesproken, zoals ee in mee.
In de wiskunde is de Δ het symbool van een driehoek. In de fysica wordt deze letter gebruikt om een hoek aan te duiden. Een verandering van een grootheid wordt aangeduid met Δ grootheid (bijvoorbeeld een temperatuurverschil: ΔT). Soms wordt hierbij "delta" ook wel uitgeschreven, zoals in delta v in de astrodynamica.
De zèta of dzèta (kapitaal Ζ, onderkast ζ, Oudgrieks ζῆτα, Nieuwgrieks ζήτα) is de zesde letter van het Griekse alfabet. De zèta werd in het Oudgrieks uitgesproken als /zd/, zoals in misdienaar, of /dz/, zoals in broodzak. De uitspraak is in het Nieuwgrieks steeds als /z/. ζ' is het Griekse cijfer voor 7, ζ voor 7000.
De alfa (hoofdletter Α, kleine letter α, Grieks ἄλφα, ook wel gespeld als alpha) is de eerste letter van het Griekse alfabet. De hoofdletter Α is gelijk aan de Latijnse letter A. α' is het Griekse cijfer voor 1, ,α voor 1000.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
De sigma-notatie, aangeduid als ∑, wordt in de wiskunde gebruikt als opsommingsteken. Het geeft de som van een aantal opeenvolgende termen van een getallenrij aan, waardoor je een lange som korter kan maken.
De D staat voor discriminant. Je kunt de discriminant ook schrijven als D = b2 - 4ac.
De λ (lambda)-waarde geeft de warmtegeleiding van het materiaal aan, bijvoorbeeld van baksteen, beton, hout, metaal, isolatie materiaal, etc. Hoe lager de λ-waarde hoe beter het materiaal isoleert, dus hoe hoger de isolatiewaarde.
Micro (symbool: µ, de kleine letter Mu (Grieks) in het Griekse alfabet) is het SI-voorvoegsel dat gebruikt wordt om een factor 10−6, oftewel 1/1000000, aan te duiden. Het wordt gebruikt sinds 1960; de naam is afgeleid van het Griekse μικρός (mikros) voor klein.
Bij het mondeling spellen van een woord wordt de letter 'Griekse ij', 'i-grec' of 'ypsilon' genoemd. De losse letter Y wordt door Nederlanders meestal uitgesproken als de tweeklank ij, bijvoorbeeld in de samengestelde woorden Y-chromosoom en y-as en ook bij het opnoemen van de letterreeks xyz.
nu ken je de hoek tussen deze 2 zijden, en kan je door de sinus te nemen van deze hoek, die gedefinieerd is binnen een rechthoekige driehoek als ''overstaande rechthoekszijde / schuine zijde'', de gevraagde zijde berekenen, de rechtopstaande zijde. schuine zijde * sin (theta) = overstaande rechthoekszijde.
De fi, of phi, (hoofdletter Φ, kleine letter φ of ϕ, Oudgrieks: φῖ) is de 21e letter van het Griekse alfabet.
De omega (hoofdletter Ω, kleine letter ω, Grieks: ω μεγα, lett. grote o) is de 24e en laatste letter van het Griekse alfabet.
De sigma (hoofdletter Σ, kleine letter σ en ς, Grieks: σίγμα) is de 18e letter van het Griekse alfabet.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten.
De leerling mag niet in beide vakken examen afleggen. Volgens het Inrichtingsbesluit (artikel 26b) mag het examenpakket van de leerling niet meer dan één vak uit het rijtje wiskunde A, B en C hebben (wiskunde D heeft een andere positie).
Het vak wiskunde C is een verplicht profielvak in het profiel C&M (Cultuur en Maatschappij). In dit profiel mogen de leerlingen in plaats van wiskunde C ook wiskunde A of wiskunde B als profielvak kiezen, mits het bevoegd gezag dat toestaat.
Kun je goed overweg met talen, dan ben je een typische alfa. Houd je je liever bezig met het oplossen van wiskundige problemen, dan ben je een echte bèta. Ben je daarentegen geïnteresseerd in psychologie of economie, dan krijg je al snel het etiket gamma opgeplakt.
Het woord zit ook in samenstellingen als alfadier, alfateef, alfareu. Ook de samenstelling alfavrouw komt voor: het gaat dan om vrouwen die een succesvolle carrière hebben en intelligent, mooi, sexy en rijk zijn. Een onderzoek onthult dat alfavrouwen minder succesvol zijn op de huwelijksmarkt.
Soms hoor je mensen zeggen: “Zij is een echte bèta.” Dat is dan bijvoorbeeld iemand die een studie scheikunde, natuurkunde of wiskunde heeft gedaan. Of iemand die overwegend torenhoge cijfers haalt voor die vakken op school.