Mensen laten zich in hun gedrag vaak/ook leiden door hun omgeving. Wat anderen vinden en doen, heeft grote invloed op wat ze zelf doen. Er zitten verschillen tussen wat de sociale omgeving werkelijk doet en zegt (objectieve norm) en wat iemand dénkt dat de sociale omgeving vindt en doet (subjectieve norm).
Emotioneren en laten associëren
Deze strategie is erop gericht om via communicatie in te spelen op en rekening te houden met associaties en emoties die een rol spelen bij het gewenste gedrag. Deze strategie is gelinkt aan de gedragsbepalers emoties, associaties en gewoonten en automatismen.
Zo zijn er nog vele andere factoren die invloed hebben op ons gedrag. Denk bijvoorbeeld aan de omgeving waarin je bent opgegroeid, alle onbewuste ervaringen uit het verleden, of denk aan het leerniveau, de beschikking over leermiddelen, kennis en vaardigheden en niet de allerminste: je eigen zelfbeeld.
Gedragsbeïnvloeding is de toepassing van psychologische principes achter het menselijk gedrag tot interventies op het niveau van de maatschappij, organisatie of individu. Het is daarmee een geheel andere route dan het afdwingen van gedrag middels wetgeving of economische maatregelen.
Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen. Groepen van samenhangende handelingen. Gedrag is georganiseerd in gedragssystemen. De handelingen in een gedragssysteem hebben meestal een gemeenschappelijk doel en volgen elkaar vaak op in een vaste volgorde .
Gedrag ontstaat omdat we dat zelf willen, of omdat de buitenomgeving iets van ons verlangd. Dit moment noemen we de aanzet tot gedrag. De aanzet tot gedrag is heel divers en heeft te maken met drijfveren die je hebt of bijvoorbeeld jouw omgeving. Een aantal voorbeelden over de aanzet tot gedrag.
Hoe je overkomt bij anderen wordt beïnvloed door het beeld dat je van jezelf hebt. Dit zelfbeeld bepaalt voor een groot deel hoe je oordeelt over jezelf. Het bepaalt ook hoe je je opstelt naar anderen en hoe je met emoties omgaat.
Gedrag is het geheel van acties en reacties van een organisme, gewoonlijk met betrekking tot de natuurlijke omgeving en de sociale omgeving. De psychologie maakt verder onderscheid tussen uitwendig, voor derden waarneembaar gedrag, en inwendig, innerlijk gedrag zoals denken en voelen.
Gedrag wordt aangestuurd door tal van persoonlijke, sociale, culturele, materiële en omgevingsfactoren. waarvan de meeste niet eenvoudig gepinpoint kunnen worden.
Nudges of subtiele duwtjes richting gezonde keuze. Nudges zijn subtiele duwtjes die, via kleine aanpassingen in de omgeving of in communicatie, ons gedrag richting gezonde keuzes kunnen sturen. In gezondheidsbevordering is nudging een communicatiestrategie die tot gezonde gedragsverandering kan leiden.
Op individueel niveau spelen sociale ervaringen een faciliterende rol bij de ontwikkeling van ons identiteitsbesef. Door ons bewust te worden van onze verschillen en overeenkomsten met de mensen om ons heen, definiëren en herdefiniëren wij geleidelijk aan de essentiële parameters van onze identiteit.
Het gaat altijd om je eigen binnenwereld en is subjectief. Maar je stemming wordt beïnvloed door zowel interne als externe factoren: wat er in je leven gebeurt, wat je eet en hoe goed je slaapt. Het liefst hebben we altijd een opgewekte, vrolijke stemming. Daar kun je gelukkig zelf ook invloed op uitoefenen.
Dit zijn: de emotionele, intellectuele, werkgerelateerde, fysieke, sociale en geestelijke aspecten. Elk van deze factoren kan ons leven verbeteren of verslechteren, afhankelijk van hoe het er met elk van hen voorstaat, en dat is waarom ze zo belangrijk zijn voor ons welzijn.
Haalbare doelen stellen, duurzame motivatie ontdekken, een plan hebben om te werken aan nieuwe gewoonten en leren volhouden spelen hierin een belangrijke rol. Om te veranderen heb je duurzame motivatie nodig. Het hoeft niet leuk te zijn, maar moet vooral belangrijk voor jou zijn. Dit is nodig voor gedragsverandering.
Gedrag bestaat uit waarneembare handelingen. Een handeling kan vanalles zijn; stofzuigen, pannenkoeken bakken, fietsen, slapen, je neus ophalen, vechten, noem maar op. Deze handelingen vallen onder uiterlijk waarneembaar gedrag. We kunnen zien waar de ander mee bezig is.
- Wat zijn de functies van gedrag? Gedrag is alles wat een dier doet of laat. Gedrag is gericht op de vergroting van de overlevingskans (functie) en ontstaat als gevolg van inwendige en uitwendige prikkels (oorzaak). Motivatie is de bereidheid een bepaald gedrag te vertonen.
Hoe 'groot' het gedrag er uit ziet, heeft alles te maken met de mate van kwetsbaarheid van het moment. Hoe banger het kind is, hoe stoerder het kind gaat doen. Of: hoe banger het kind is, hoe meer het zich terug trekt. Hoe moeilijker de sommen worden ervaren, hoe harder het kind roept dat het saai is.
Je kunt gedrag veranderen als de persoon daar zelf de meerwaarde van inziet. Op dat moment is er sprake van intrinsieke motivatie om tot een gedragsverandering te komen. Gedrag blijft in stand zolang de persoon de meerwaarde erin ziet.
Gedrag is dus alles wat we doen en laten. Alles wat we doen uit onszelf, maar ook alles wat we doen als reactie op hetgeen om ons heen gebeurt. Gedrag is evolutionair gezien van levensbelang voor de mens: het bouwt een gemeenschappelijke visie en leidt daarmee tot groepsvorming.
Natuurlijk gedrag is gedrag dat van nature bij een diersoort hoort en is aangepast aan de natuurlijke leefomstandigheden van het dier. Het is belangrijk voor zijn overleving en zijn kans op voortplanting.
Laat je beïnvloeden door de juiste mensen, door de juiste ervaringen. Wat dat is, kun je alleen voor jezelf bepalen. Door te kijken naar de mensen in je omgeving kun je bepalen waar je naar toe gaat. De eerste les in goede relaties is dat je er de juiste mensen voor nodig hebt.
Een dominant persoon is vaak streberig; ze willen altijd de beste zijn en zien alles dan ook als een wedstrijd. Ze zijn verbaal sterk en kunnen andere mensen snel overrompelen. Weerstand kent een dominant persoon bijna niet. Ze hebben dan ook niet in de gaten dat ze erg onaardig overkomen en egocentrisch zijn.
Kiezen voor jezelf houdt in dat je trouw bent aan jezelf. Dit kunnen keuzes zijn als op tijd rustmomenten inplannen, je grenzen uitspreken, kiezen voor een gezonde leefstijl. Maar ook kiezen om te stoppen met een vriendschap of bij je relatie weggaan, omdat je voelt dat je bij die persoon niet jezelf kunt zijn.