Vaak is dit het gevolg van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson. Ook overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress, kan voor problemen zorgen.
Taal-, spraak- en slikproblemen
Dit noemen we afasie. Iemand met afasie begrijpt soms niet wat er tegen hem gezegd wordt. Soms zegt een afasiepatiënt een ander woord dan hij bedoelt. Ook kan hij moeite hebben met het vinden van woorden en het maken van zinnen.
Bijvoorbeeld, een bank als meubel of een bank als geldinstelling zijn twee verschillende betekenisconcepten in ons hoofd. Woordvindingsproblemen kunnen daardoor twee oorzaken hebben: of je hebt een probleem om op de juiste woordvorm te komen, of je hebt een probleem om het juiste betekenisconcept te vinden.
Als je afasie hebt, dan heb je vaak moeite met lezen, schrijven, spreken, en begrijpen wat iemand zegt. Dit maakt het lastig om bijvoorbeeld te begrijpen wat ze op tv zeggen, of wat er in de krant staat. Ook kun je regelmatig moeite hebben met het vinden van het juiste woord. Of met het maken van zinnen die kloppen.
Hoe kunnen we helpen? Woordvindingsproblemen kunnen niet verholpen worden. Wel kunnen we kinderen strategieën aanreiken om beter op de woorden te kunnen komen. Het is heel belangrijk het kind de tijd te geven om te vertellen wat hij/zij wil zeggen.
Als u onduidelijk spreekt of bepaalde klanken niet goed uit kunt spreken, noemen we dit een spraakprobleem. Afhankelijk van de oorzaak is behandeling mogelijk door een neuroloog of KNO-arts. Hierbij wordt vaak een beroep gedaan op een logopedist voor aanvullende tests en behandeling.
Bij een spraakstoornis is er een probleem in de productie van de gesproken taal. Voorbeelden daarvan zijn stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ...
Afasie ontstaat door hersenletsel. De oorzaak van hersenletsel is meestal een bloedvataandoening. Zo'n aandoening wordt ook wel beroerte, hersenbloeding, herseninfarct of hersenattaque genoemd. In medische termen heet het een CVA.
Bijna altijd is er in de eerste 3 maanden na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak verbetering te verkrijgen. Degene die kan helpen met het oefenen van de taal is de logopedist.
Afasie wordt veroorzaakt door een hersenletsel, meestal een beroerte (CVA). Soms kan ook een infectie, gezwel of ongeval de oorzaak zijn.
Brain fog is het gevoel dat het denken, begrijpen en onthouden niet goed lukt. Je voelt je niet helder, suffig, vergeetachtig, verstrooid of wat verward en kan moeite hebben met je te concentreren of met het oplossen van problemen. Het lukt misschien niet (of moeizaam) om op woorden te komen en wat je wil zeggen.
Door de taalproblemen lijkt het geheugen minder goed te werken. Iemand kan moeilijker de gedachten bij een bepaald onderwerp houden of een gesprek blijven volgen. Het concentratievermogen kan minder zijn. Gedachten ordenen, even de zaken “op een rijtje zetten” heeft veel met taal te maken.
Het geheugen gaat slechter werken. Dat is bij veel mensen zo. Bij spanningen en heftige gebeurtenissen kan het erger worden. Ook bij een depressie, sommige medicijnen of ziekten werkt het geheugen soms minder goed.
Direct merkbare symptomen na hersenletsel
Verwardheid. Geheugenverlies (posttraumatische amnesie: PTA) Hoofdpijn. Misselijkheid of braken.
Hersenbloeding symptomen
Dit zijn de meest voorkomende klachten: Scheve mond: de mondhoek hangt plotseling naar beneden. Verwarde spraak: iemand praat ineens verward of kan de woorden moeilijk uitspreken. Lamme arm: plotseling ontstaat er krachtsverlies of verlamming van een arm.
Te lang te veel stress, of spanning, zorgt ervoor dat je hersenen minder goed functioneren. Hierdoor kun je bijvoorbeeld vaker dingen gaan vergeten, snel afgeleid zijn en gevoeliger zijn voor negatieve emoties. Dit is te voorkomen door je hersenen voldoende rustmomenten te geven.
De grootste oorzaak van een afasie is een beroerte. Andere oorzaken van het ontstaan van afasie zijn bijvoorbeeld een trauma (verwonding aan de hersenen door bijvoorbeeld een ongeluk), een infectie of een hersentumor.
Afasie is een taalstoornis, en geen spraakstoornis, die het gevolg is van een hersenbeschadiging. Hierbij kunnen verschillende taalproblemen optreden, zoals het verwisselen van klanken, problemen met begrjpen van taal of het vinden van woorden.
Afasie kan blijvend zijn, maar ook tijdelijk. De hersenen zijn gedeeltelijk in staat zich aan te passen aan veranderingen na een beroerte, maar de mate waarin een taalfunctie herstelt is verschillend. Als er geen verder herstel meer mogelijk is richt de therapie zich op het leren omgaan met de veranderingen.
Het is niet altijd duidelijk te zien dat iemand een beroerte heeft. In zo'n geval wordt er ook wel gesproken van een stille beroerte. Een (klein) bloedvat sterft dan langzaam af, zonder zichtbare of voelbare symptomen.
Het bloedpropje sluit het bloedvat even helemaal af. Een deel van de hersenen krijgt even te weinig bloed en daardoor te weinig zuurstof. Je krijgt hierdoor klachten, zoals een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder gevoel in je gezicht, arm of been.
Wat is ataxie? "Ataxie is een neurologische aandoening die leidt tot een verstoring in de coördinatie van onze bewegingen en balans. De belangrijkste functie van de kleine hersenen is het zorgen voor een perfecte afstelling in de samenwerking tussen spieren, zodat een vloeiende beweging ontstaat.”
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de hersenen taal minder goed verwerken. Een kind met TOS heeft daardoor bijvoorbeeld veel moeite met praten of het begrijpen van taal. De gevolgen van een taalontwikkelingsstoornis zijn voor ieder kind anders.
Bij het Thoracic Outlet Syndroom (TOS) is er te weinig ruimte in de schouder- en halsregio (thoracic outlet) voor de vaatzenuwbundel. Met name bij het heffen van de arm. Deze vaatzenuwbundel bestaat uit een ader, slagader en zenuwbundel. Hierdoor ontstaat er een beknelling en daardoor schade aan de vaatzenuwbundel.