Dan kunt u er ook voor kiezen om een bodembedekker onder uw haag aan te planten. Bodembedekkers zijn ook verkrijgbaar als plantenmat en op deze manier makkelijk te planten. Zo ontstaat er een mooi groen tapijt onder uw haag waar onkruid niet doorheen kan dringen.
Een van de bekendste bodembedekkers is wel Pachysandra terminalis, ook wel schaduwkruid genoemd. Zoals de naam het zegt, verkiest dit wintergroene plantje een plek in de halve of volle schaduw. Hoe meer zon, hoe geler de bladeren verkleuren. In het voorjaar bloeit het met niet al te opvallende witte bloempjes.
Je kan de beukenhaag het beste bemesten met de volgende soorten organische voeding: Gezonde snoeiafval zonder schimmels of plaagdieren. Grasmaaisel of compost. Koemest of kippenmest.
Beukenhaag bemesting
Ook kan men grasmaaisel of compost gebruiken, evenals speciale organische mest voor beuken of hagen. Bij gebruik van kunstmest is het verstandig om eerst een bodemmonster te nemen, om overbemesting te voorkomen. Wanneer de bodem te zuur is kan er kalk worden toegevoegd.
De beukenhaag flink terugsnoeien is geen probleem. Doe dat in het voorjaar, ook weer vóór de langste dag van het jaar. Op die manier zal de plant snel nieuwe scheuten ontwikkelen, zodat uw beukenhaag mooi en vol is in de zomer. Na de snoeibeurt kunt u de beukenhaag bemesten, bijvoorbeeld met organische mestkorrels.
Helianthemum (Zonneroosje) is een zomerbloeiende bodembedekker met een over de grond kruipende groeiwijze, die goed is opgewassen tegen droogte en zon. De bladeren zijn smal en hebben een grijsgroene of groene kleur. Het zonneroosje is er in de kleuren wit, roze, geel en oranje en behoudt zijn blad in de winter.
De meest toegepaste bodembedekkers voor een zonnige standplaats zijn de Cotoneaster dammeri, Waldsteinia ternata en Alchemilla mollis. Die laatste is wel bladverliezend in de winter maar staat er in het voorjaar weer snel fris bij.
Round up zou verboden moeten zijn. Het tast zelfs de kwaliteit van het grondwater, dus uiteindelijk ons drinkwater aan. Ook ik heb winde in m'n beukenhaag. Het kan dus niet uitgegraven worden, maar ik haal zoveel en zo vaak mogelijk de bovengrondse delen van de winde weg.
Enkele van de beste bodembedekkers tegen onkruid zijn Pachysandra, Maagdenpalm (Vinca minor), vrouwenmantel (Alchemilla mollis), Klimop (Hedera), goudaardbei (Waldsteinia Ternata) en Ooievaarsbek (Geranium cantabrigiense).
Je kan de bodembedekkers het best planten in de nazomer of herfst, vooral als het om planten onder bomen gaat.
Het belangrijkste verschil tussen boomschors en houtsnippers, zit hem in de levensduur. Houtsnippers kennen over het algemeen een kortere levensduur in vergelijking met boomschors, dit moet daardoor veel sneller vervangen of aangevuld worden.
Bloeiende vaste planten en siergrassen doen het niet goed in schors. Schors verteert, waardoor de bodem verzuurt. De meeste bloeiende vaste planten en siergrassen verdragen dit niet maar geven de voorkeur aan een neutrale tot kalkrijke bodem.
Vaste planten die tegen droogte kunnen
Naast rots- en vetplanten zijn er nog meer (bloeiende) vaste planten die goed tegen droogte kunnen. Denk aan Gaura lindheimeri (prachtkaars), die van juli tot oktober prachtige bloemetjes krijgt. Ook de bekende vlinderstruik (Buddleja davidii) kan wel wat droogte hebben.
Loofplanten die tegen veel water kunnen
Tuiniers kiezen vaak voor de haagbeuk als hun tuingrond te veel water vasthoudt voor een beukenhaag (Fagus sylvatica), die meer van wat drogere grond houdt. Deze plantensoorten hebben qua blad en groeiwijze namelijk veel van elkaar weg.
Als je haagbeuken en beukenhagen niet snoeit, worden ze rommelig en verliezen ze hun mooie vorm. Deze bladverliezende hagen hebben twee perioden in het jaar wanneer ze sterk groeien: de eerste keer in de lente en een tweede, kleinere groeispurt eind zomer. Je kunt ze het beste terugknippen na elke groeiperiode.
Er zijn ontelbaar veel redenen waarom een Beukenhaag dood kan gaan. Ouderdom, droogte, veel regen, langdurige harde wind, schimmel en gif zijn mogelijkheden. Daarnaast kan een jonge Beukenhaag ook afsterven in droge periodes met veel zon waarin zijn bladerdek nog niet dichtgegroeid is.