Ons brein streeft naar 'cognitief gemak': het is gericht op voldoende bereiken met weinig moeite. Volgens Ben Tiggelaar en de wetenschappelijke wereld is het veranderen van gedrag moeilijk omdat we sterk de neiging hebben om pijn, ongemak en verlies te vermijden.
Gedrag is de zwakke schakel bij veranderingen. Een eerste belangrijke belemmering: in ons brein werken twee soorten processen tegen elkaar in. Enerzijds maken we bewuste plannen. Maar anderzijds is ons brein primair ingericht op de volautomatische herhaling van gedrag dat “werkt” en weinig moeite kost: gewoontegedrag.
Verandering brengt onzekerheid met zich mee. De kans bestaat dat verandering leidt tot gemis, verlies of een uitkomst die je niet had verwacht. Dat geldt op alle niveaus, dus niet alleen privé-situaties, maar ook in het werkveld en het is geen typisch Nederlands fenomeen.
Iemand kan niet zomaar van de ene op de andere dag veranderen. Veranderen is een proces dat tijd kost en waar gedrag zich op een andere manier moet gaan vormen. Het kan zo zijn dat iemand andere dingen belangrijker gaat vinden dan voorheen. Dat proces gaat meestal gaandeweg en niet opeens.
Hóe lang verschilt per persoon, maar het aanleren van een nieuwe gewoonte varieert in het onderzoek tussen de 18 en 254 dagen. Zeker wanneer je grote veranderingen in je leven wil aanbrengen kom je er meestal niet met 21 dagen. Reken liever op maanden in plaats van weken.
Het beïnvloeden van gedrag kan als volgt worden samengevat: Het effect van je gedrag is de reactie die je krijgt. Wil je een andere reactie, verander dan bewust je eigen gedrag. Bekwaam jezelf in het toepassen van ander gedrag en je zult invloed uitoefen dat leidt tot het gewenste resultaat.
'God, schenk mij de kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, de moed om te veranderen wat ik kan veranderen en de wijsheid om het verschil hiertussen te zien. ' Dit fragment uit het Gebed om kalmte is van de Amerikaanse theoloog Reinhold Niebuhr. Deze tekst zegt dat overgave erg belangrijk is bij acceptatie.
Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen. Groepen van samenhangende handelingen. Gedrag is georganiseerd in gedragssystemen. De handelingen in een gedragssysteem hebben meestal een gemeenschappelijk doel en volgen elkaar vaak op in een vaste volgorde .
Gedrag ontstaat omdat we dat zelf willen, of omdat de buitenomgeving iets van ons verlangd. Dit moment noemen we de aanzet tot gedrag. De aanzet tot gedrag is heel divers en heeft te maken met drijfveren die je hebt of bijvoorbeeld jouw omgeving. Een aantal voorbeelden over de aanzet tot gedrag.
Gedragsverandering is een proces waarbij gedragsroutines aangepast worden om te streven naar een nieuw, verbeterd doelgedrag. Gedragsverandering gaat over tastbare acties, interventies en andere ingrepen met als doel om een structurele verandering teweeg te brengen.
Het leven is aan verandering onderhevig en zeker in deze tijd gaan veranderingen soms heel snel. Eigenlijk is het gek dat we bang zijn om te veranderen, terwijl we wel wíllen veranderen en continu de drang voelen om onszelf te verbeteren. Dat levert spanning op.
Door frequente wijzigingen kun je je diensten en producten gemakkelijker aanpassen aan gewijzigde marktomstandigheden. Maar ook aan nieuwe situaties, nieuwe omgevingen en nieuwe mensen. Het gevolg is dat je niet in paniek raakt als iets onverwachts gebeurd.
Doe eens iets wat je normaal niet zou doen. Lees een interessant boek, probeer een nieuwe sport, ga uit in een andere stad, ga backpacken in je eentje, solliciteer naar een nieuwe baan of begin een nieuwe opleiding. Nieuwe invloeden maken je leven weer interessant.
Acceptatie is een leerproces: iets wat je moeilijk vindt, accepteer je natuurlijk niet meteen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een bepaalde situatie, iets in je relatie of bijvoorbeeld bepaalde eigenschappen van jezelf. In dit artikel geven we je een tips om te leren hoe je jezelf en lastige situaties kan accepteren.
Gedrag wordt mede bepaald door het endocriene systeem en het zenuwstelsel. De complexiteit van het gedrag van een soort organisme hangt samen met de evolutionair bepaalde complexiteit van zijn zenuwstelsel. Organismen met complexe zenuwstelsels hebben een groter vermogen tot leren en daardoor tot gedragsaanpassing.
Populair-psychologische sites kwamen steevast met één antwoord; 21 dagen. Dit magische antwoord ging op voor alle mogelijke gewoonten: van beginnen met hardlopen tot een dagboek bijhouden. Dit werd echter niet gestaafd door onderzoek.
Hij legde deze observatie vast in zijn boek 'Psycho-Cybernetics: A New Way to Get More Living out of Life'. “Deze, en vele andere algemeen geobserveerde fenomenen lijken te laten zien dat het minimaal ongeveer 21 dagen duurt voordat een oud mentaal plaatje oplost om plaats te maken voor een nieuw.”