De meeste patiënten verdragen blaasspoelingen probleemloos. Als er toch bijwerkingen optreden, beperken deze zich gewoonlijk tot klachten van de blaas zoals frequente aandrang om te plassen, pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en plasbuis, moeite met ophouden van de urine, bloed of weefseldeeltjes bij de urine.
Als de spoelvloeistof niet spontaan inloopt, knijp dan licht in het zakje of oefen met de stamper van de spuit lichte druk uit. Doe dit absoluut niet te hard. Continu blaasspoelen houdt in dat er continue spoeling plaatsvindt via een speciaal druppelsysteem, een drielumenspoelkatheter en een urineopvangzak.
Blaasspoelen is een risicovolle handeling die je als verpleegkundige correct moet kunnen uitvoeren. Wanneer blaasspoelen onbekwaam en onzorgvuldig gebeurt, komt de veiligheid van de patiënt in het geding. Het is belangrijk om te weten in welke situaties je wel of juist niet mag blaasspoelen.
Contra-indicaties voor de blaasspoeling
Als u lijdt aan actieve tuberculose. Als u eerder bent behandeld met radiotherapie (bestraling). Als u andere medicatie gebruikt, ook als die door een andere arts is voorgeschreven, moet u dit altijd melden bij uw behandelend uroloog.
Door het zakje hoger te houden dan blaasniveau of voorzichtig te knijpen, loopt de vloeistof via de katheter in de blaas. Nadat het zakje leeg is, houdt u het zakje weer lager en dan stroomt de urine vanuit de blaas weer in het zakje (sol G en sol R moeten ongeveer 2 minuten inwerken).
Na 15 tot 30 minuten opent u de slang (naar het spoelzakje toe) waardoor de vloeistof weer uit de blaas in het spoelzakje kan lopen. Is het zakje weer gevuld met de vloeistof dan schuift u de klem er weer op en koppelt u de katheter weer aan de katheterzak.
De meest voorkomende complicaties zijn: − herhaaldelijk aandrang om te plassen; − pijnlijk of branderig gevoel in de blaas of de plasbuis; − moeite met het ophouden van urine; − aanwezigheid van bloed- of weefseldeeltjes in de urine; − een grieperig gevoel met een temperatuurverhoging boven 38,5 °C kan binnen vier uur ...
De patiënt mobiliseren heeft de voorkeur boven bedrust of wisselligging.
Na de blaasspoeling kun je last hebben van bloed in je urine. Ook kan het plassen pijnlijk zijn en moet je misschien vaker plassen dan je gewend bent. Maar er zijn meer bijwerkingen mogelijk, zoals jeuk. Als je spoelingen krijgt met BCG heb je vaak meer last van de bijwerkingen dan na een spoeling met mitomycine.
Actief of passief
Bij passieve blaasspoeling wordt meestal een gesloten systeem gebruikt om een volle blaas te voorkomen en omdat de hulpverlener die de spoeling toedient anders heel lang bij de patiënt moet gaan staan.
Risicovolle handelingen zijn handelingen die bij de uitvoering van de handeling risico's meebrengen voor de cliënt. Een voorbeeld is het toedienen van de sondevoeding. Deze handeling is niet voorbehouden, maar er zijn wel risico's.
Een risicovolle handeling houdt in dat gezondheidsschade kan ontstaan bij onzorgvuldig of onbekwaam medisch ingrijpen. Er zijn 14 risicovolle handelingen die alleen deskundig en bekwaam zorgpersoneel mag uitvoeren. Dit zijn de voorbehouden handelingen.
En het allerlaatste wat je wilt, is een infectie en/of nog meer beschadiging. Omdat ik zoveel met deze groep patiënten werk, was ik direct enthousiast over het innovatieve product uit Hongarije, om een blaasspoeling te kunnen doen zonder katheter. Sinds twee jaar is dit alternatief beschikbaar en heet ialuadapter.
Probeer de katheter niet af te klemmen met een kocher. Maak liever gewoon een knik in de katheter. De kocher kan namelijk de katheter beschadigen en zorgen voor lekkage. Houd altijd goed bij hoeveel vloeistof je hebt ingebracht en hoeveel je terug hebt gekregen.
Soms heeft blaasspoelen wel nut. Bijvoorbeeld als er makkelijk verstoppingen in het katheter zijn, zoals door gruis of steenvorming aan de binnenkant van de slang. Soms is spoelen dan een betere oplossing dan een nieuw katheter. Dit kun je doen met water met fysiologisch zout.
Als je de NACL 0,9% niet in de katheter kan krijgen of de vloeistof loopt niet terug, dan moet de katheter verwijderd worden en een nieuwe ingebracht worden. Knip de katheter eventueel los, om te kijken wat de reden is van de verstopping.
Mitomycine-spoelingen krijgt u gedurende 7 maanden: eerst viermaal wekelijks en dan zesmaal maandelijks. Wanneer een blaasspoeling onvoldoende werkt of te veel bijwerkingen geeft, zal de uroloog vaak een ander geneesmiddel gebruiken.
De spoeling blijft ongeveer 1 uur in uw blaas, zodat de medicijnen goed kunnen inwerken. U mag in die tijd niet plassen. U blijft 30-90 minuten in het ziekenhuis. Hoelang de behandeling precies duurt, hangt af van het soort blaasspoeling.
Risico's en complicaties na de behandeling
De meest voorkomende zijn: - Bloed in de urine - Pijn tijdens plassen - Vaak moeten plassen - Allergische reactie, in de vorm van jeukende uitslag aan de handen en voeten Na het stoppen van de behandeling verdwijnen de klachten meestal vanzelf.
Het continue blaasspoelen heeft als doel: - reinigen en voorkomen van verstopping van de blaas door stolsels (bij hematurie) en weefselresten (bijvoorbeeld bij ernstige urineweginfecties; pyurie) weg te spoelen; - doorgankelijk houden van de verblijfskatheter.
Er zijn 2 soorten blaasspoelingen: Blaasspoeling met chemotherapie. In de spoelvloeistof zit het medicijn mitomycine.
Uro-Tainer® met natriumchloride wordt aanbevolen als blaasspoeling, om vuil en slijm weg te spoelen uit de blaas en katheter. Deze isotone vloeistof heeft een puur mechanische werking. Het voorkomt en verhelpt debrisvorming in de blaas.
b Giet de steriele spoelvloeistof in het steriele bakje en plaats de dop terug. c Neem een spuit uit de verpakking en laat de verpakking open liggen. d Trek met de spuit 10 - 50 ml spoelvloeistof op. e Leg de spuit terug in de geopende verpakking, zorg dat de conus steriel blijft.
BIG-geregistreerde physician assistants, tandartsen, verloskundigen, klinisch technologen, geregistreerd-mondhygiënisten en verpleegkundig specialisten Algemene Gezondheidszorg (AGZ) zijn ook 'zelfstandig bevoegd' voor het toedienen van een injectie.