70% van de mensen met autisme kampt op enig moment in zijn leven met klachten als een stemmingsstoornis/depressie, een angst- en/of dwangstoornis, posttraumatische stress-stoornis (ptss), burn-out of een persoonlijkheidsstoornis.
Moeite met praten, schrijven en lezen
Je hebt een beperkte woordenschat en komt soms moeilijk uit je woorden. Je herhaalt vaak bepaalde woorden of praat op dezelfde toon. Je vindt het moeilijk gesprekken te starten en op gang te houden. Je vindt het lastig om te verwoorden wat je bijvoorbeeld denkt of voelt.
Mensen met autisme willen het liefst alleen zijn
Het klopt dat mensen met autisme vaak goed alleen kunnen zijn. Dit betekent echter niet dat zij geen sociaal contact willen. Het overgrote deel van de mensen met autisme heeft net zoveel behoefte aan sociaal contact als ieder ander, alleen kost het hen vaak meer moeite.
Problemen in de sociale interactie (contactstoornis)
De manier van contact maken met anderen is opvallend anders. Moeite om te begrijpen wat een ander van jou verwacht. Het niet goed kunnen aanvoelen van andere mensen. Weinig aandacht voor de ander.
Stimming komt veel voor bij mensen met autisme en heeft belangrijke functies, bijvoorbeeld het kalmeren bij stress en het voorkomen van over- of onderprikkeling. Ook het bestuderen en vervolgens imiteren van het sociale gedrag van anderen is een veel voorkomende vorm van camouflage.
Laat je kind boos zijn, maar begrens zijn of haar gedrag. Geef hem een kussen. Laat zien dat het goed is dat hij zijn boosheid ontlaadt zonder zichzelf of een ander te slaan. Misschien zijn er ook andere manieren die beter passen bij je kind om zich te ontladen.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Daarnaast kunnen autistische volwassenen inderdaad een bijkomende narcistische persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, hoewel narcisme onder autisten een van de minst voorkomende persoonlijkheidsstoornissen lijkt te zijn.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Autisme kan ook 'spontaan' ontstaan in het DNA van een kind, zonder dat de genen van de ouders hierbij zijn betrokken. Dat heet een de novo-mutatie.
Anders ervaren en uiten
Dit sociaal complexe spel is zeker ingewikkeld voor mensen met autisme en wordt door hen vaak als 'toneel' omschreven. Kortom, mensen met autisme laten wel degelijk bepaalde vormen van empathie zien, maar er lijkt vooral sprake van anders ervaren (van teveel tot te weinig) en anders uiten.
Iemand met autisme voelt onvoldoende aan wat een ander wil, tenzij hem of haar dat duidelijk wordt gemaakt. Daarnaast ervaren autisten aanrakingen vaak meer of minder intens. Zo kan het zijn dat iemand met autisme een veel sterkere of juist minder sterke aanraking of stimulans nodig heeft om opgewonden te raken.
Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 jaar inplaats van 70. Hartproblemen, gevold door zelfdoding blijkt in deze groep de belangrijkste doodsoorzaak.
Mensen met kenmerken van autisme kunnen (op verschillende manieren) problemen hebben in sociale interactie, problemen op het gebied van communicatie en problemen rondom beperkte, repetitieve en stereotype patronen in gedrag, interesses en activiteiten.
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen. Een overzicht van de scholen die type 9 aanbieden: type 9 in het buitengewoon basisonderwijs.
Toch staat op de site van werving en selectie: 'autistische stoornis is een reden tot ongeschiktheid voor een militaire functie' (Defensie, z.d.).
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Een deel van de mensen met autisme heeft eigenlijk weinig behoefte aan vrienden. Maar dan is er vaak wel veel sociale druk om toch vriendschappelijk met mensen om te gaan.
Mensen met autisme kunnen onderling veel verschillen, maar één ding hebben zij met elkaar gemeen: moeite hebben met het communiceren met anderen. Mensen met autisme vinden het vaak lastig om non-verbale signalen (intonatie, gezichtsuitdrukkingen en gebaren) goed te interpreteren.
Om met autisme toch zo zelfstandig mogelijk te kunnen wonen, is het belangrijk dat er een goed evenwicht is tussen draaglast en draagkracht van de persoon in kwestie. Dat lukt meestal door de lat niet te hoog te leggen en oplossingen te zoeken die bij hem passen.
Daarnaast kunnen mensen met autisme ook erg veel last hebben van zelfkritiek. Ze vinden vaak dat ze het niet goed genoeg doen in het leven, bijvoorbeeld omdat ze moeten leven van een uitkering.
Mensen met autisme kunnen tegelijk hypersensitief zijn voor de gevoelens van een ander, maar praktisch gezien op het vlak van inlevingsvermogen toch tekort schieten. Empathie betreft echter meer dan inleven in gevoelens, het gaat ook om gedachten en behoeftes!
De meeste kinderen met autisme hebben moeite met veranderingen. Plotselinge veranderingen kunnen bij hen vaak leiden tot heftige reacties, zoals driftbuien, blokkades en angstgevoelens.