Autisme ontstaat meestal door erfelijke aanleg en omgevingsfactoren samen. Daarom erft autisme waarschijnlijk multifactorieel over. Soms is autisme onderdeel van een erfelijk syndroom. Dan bepaalt dat syndroom de manier van overerven.
Bij de meeste mensen ligt de oorzaak waarschijnlijk in een (unieke) combinatie van genen en omgevingsfactoren, die elkaar wederzijds beïnvloeden. Omgevingsfactoren kunnen daarbij zorgen voor de trigger(s), waardoor autisme al dan niet tot uiting komt.
Is autisme erfelijk? Als uw vader of moeder autisme heeft, is de kans dat u ook autisme krijgt ongeveer 15 tot 20%. Als twee mensen uit uw gezin deze psy chische aandoening hebben, is de kans dat u het krijgt 40%. Ter vergelijking: heeft u deze aandoening niet in de familie, dan is de kans op autisme ongeveer 1%.
Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
Tot voor kort dacht men dat autisme voor 90 % erfelijk was. Nu blijkt dit 35 tot 60 % te zijn. Omgevingsfactoren zoals leeftijd van ouders spelen een grotere rol dan gedacht.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme én een verstandelijke beperking 30 jaar eerder sterven, op een gemiddelde leeftijd van 39 jaar.
11 januari 2019 – Een nieuw onderzoek van psychologen aan de universiteit van Kent toont voor het eerst aan dat volwassenen met autisme complexe emoties zoals spijt en opluchting bij anderen net zo makkelijk kunnen herkennen als mensen zonder de aandoening.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Autismespectrumstoornissen komen ook onder ouderen voor. Oudere patiënten melden zich meestal met cognitieve klachten, gedragsproblemen of somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten. Overweeg dan ook een autismespectrumstoornis. Verwijs de patiënt bij een dergelijk vermoeden door naar de ouderenpsychiatrie.
40% van de mensen met autisme kampt met bijkomende psychiatrische diagnoses (comorbiditeit) zoals ADHD, angst- en/of dwangstoornissen, depressies, persoonlijkheidsstoornissen.
Als je vader of moeder autisme heeft, is de kans dat jij ook autisme krijgt ongeveer 15 tot 20%. Als twee mensen uit je gezin deze psychische aandoening hebben, is de kans dat jij het krijgt 40%. Ter vergelijking: heb je deze aandoening niet in de familie, dan is de kans op autisme ongeveer 1%.
Bedenk dat iemand met autisme niet onbeleefd wil zijn als hij of zij je niet aankijkt. Verwacht niet een reactie op jouw non-verbale communicatie zoals een boze gezichtsuitdrukking of gebaren. Als je wilt dat iemand reageert op wat je zegt, vraag er dan specifiek om ('luister naar wat ik vertel').
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Proefpersonen met autisme bleken ongebruikelijk sterke connecties te hebben tussen de thalamus – het deel van de hersenen waar zintuiglijke prikkels binnenkomen – en de gebieden op de hersenschors, waar we ons bewust worden van deze prikkels.
Autisme en narcisme kunnen beide naast elkaar en onafhankelijk van elkaar voorkomen. Dit betekent dat er een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) diagnose gemaakt kan worden, met daarnaast een comorbide Narcistische Persoonlijkheidsstoornis (NPS).
Autisme is aangeboren en kan niet worden genezen. Over het algemeen worden de eerste symptomen in de vroege kindertijd zichtbaar. Een betrouwbare diagnose kan worden gesteld vanaf dat een kind twee jaar oud is.
Vanaf het eerste levensjaar wordt het herkennen van autisme wel makkelijker, omdat er dan een duidelijk verschil zichtbaar is met andere baby's. Soms wordt de diagnose dan al vastgesteld, maar dit is wel erg snel en gebeurt niet vaak.
De meeste kinderen met autisme hebben moeite met veranderingen. Plotselinge veranderingen kunnen bij hen vaak leiden tot heftige reacties, zoals driftbuien, blokkades en angstgevoelens. Het schakelen van de ene naar de andere taak of situatie vinden zij lastig.
Liefde bij mensen met autisme beantwoordt aan een behoefte.
Het is dezelfde behoefte die elk ander mens ervaart. Het gaat in wezen om het gevoel deel uit te maken van het leven van iemand anders, met wie ze hun leven en ervaringen kunnen delen. Iemand die ze liefhebben, bewonderen en naar verlangen.
Een autistische stoornis wordt ook wel het syndroom van Kanner of Kannerautist genoemd.
Het niet (goed) kunnen inleven of verplaatsen in de ander, de beperking in het aangaan en onderhouden van sociale contacten, de beperkingen in de communicatie over en weer, het vasthouden aan vaste patronen, het zijn allemaal eigenschappen die het kind krijgt voorgeschoteld.
Ongeveer 1% van de mensen heeft een autisme spectrum stoornis, en ongeveer 10% van de mensen met een ASS heeft een zeldzame genetische aandoening. In Nederland zijn dit ongeveer 4.000 kinderen en jongeren en 13.000 volwassenen.